Lokaal Bestuur
‘Mogelijkheid verruiming kwijtscheldingsgrens is eerste stap’ Foto: Kim van Dam, Hollandse Hoogte | ANP

De gemeenteraad en het college van Utrecht wilden wel, maar toen het initiatiefvoorstel van GroenLinks en de PvdA was aangenomen, zette minister Hugo de Jonge er een dikke streep doorheen. Die kan wellicht worden uitgegumd; de Tweede Kamer stemde afgelopen dinsdag voor een motie van Mohammed Mohandis (GL-PvdA) en Sandra Palmen (NSC) om gemeenten ruimte te bieden de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen uit te breiden.


In de motie van Mohandis en Palmen is onder meer opgenomen dat het kabinet gemeenten de mogelijkheid wil bieden de vermogensgrens voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen te verruimen naar de grens die geldt voor de Participatiewet.

Het Utrechtse voorstel om de vermogensgrens voor alle lage inkomens gelijk te trekken om voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen in aanmerking te komen, ligt nu nog bij de Raad van State. Van terugtrekken is niet direct sprake; ook al is de motie door de Tweede Kamer, Van der Zweth wil eerst zeker weten of die werkelijk wordt uitgevoerd. ‘In het verleden was dit namelijk niet zo. En mogelijk willen we ook aantoonbaar maken dat zij ons voorstel niet hadden moeten vernietigen.’ Want dat vindt Van der Zweth niet logisch en niet helpend bij het garanderen van de bestaanszekerheid. 

Van der Zweth die het initiatiefvoorstel samen met Julia Kleinrensink van Groen Links had ingediend, hoopt dat het hoger beroep effect sorteert. Hij vindt de verschillende vermogensgrenzen voor kwijtschelding en voor de bijstand en voor de andere minimaregelingen niet uitlegbaar.

Voor toegang tot in de participatiewet en veelal de minimaregelingen, ligt de vermogengrens rond de 15.000 euro voor samenwonenden en rond de 7600 voor alleenstaanden. Voor de kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen ligt deze vermogensgrens een stuk lager: rond de 3440 voor alleenstaanden en rond de 4500 voor samenwonenden.

Eerder in de knel

Utrecht wil de ruimere vermogensgrens voor iedereen met een laag inkomen laten gelden. ‘Behalve dat het hanteren van twee niveaus niet uitlegbaar is, raken mensen eerder in de knel bij het lage niveau. Daarbij: ook je auto wordt meegerekend als vermogen. Dus heb je een autootje om naar je werk te gaan, dan zit je direct in de knel. Op die manier komen mensen ook eerder in de schulden en in de schuldhulpverlening,’ zegt Van der Zweth. ‘Daar help je niemand mee en dat is ook een nadeel voor de gemeente.’

In het gesprek dat hij op het ministerie van Binnenlandse Zaken had voordat De Jonge zijn besluit nam, kreeg Van der Zweth te horen dat gemeenten altijd maatwerk kunnen leveren. ‘Wij hebben aangevoerd dat dat heel hoogdrempelig is voor mensen. Voor een uitzondering moeten zij precies aantonen waarom die voor hen zou gelden. Als alle mensen met een laag inkomen die recht hebben op kwijtschelding aankloppen voor een uitzondering, krijg je het heel druk. Daarom zeggen wij: doe het dan op een laagdrempelige manier. Laat die uitzondering voor iedereen gelden en hanteer de vermogensgrens zoals die voor de participatiewet geldt.’

Kortzichtig

Het initiatiefvoorstel was in strijd met de wet, dat weet Van der Zweth ook heus wel. Maar hij vindt het kortzichtig het voorstel tegen te houden. ‘Het gaat om bestaanszekerheid. De huidige regeling helpt mensen dieper in de problemen. Tegenhouden van dit initiatiefvoorstel laat een niet-meedenkende overheid zien. Beweeg mee en laat dit voorstel op zijn minst oogluikend toe, dat is wat ik dacht.’ Dat gebeurde niet. Het voorstel werd vernietigd.

Een motie volgde om in hoger beroep te gaan en ook daarin kreeg hij de gemeenteraad mee. Nu is het afwachten. ‘Ik verwacht in juli een besluit van de Raad van State.’

Landelijk

In de Tweede Kamer lag eerder dit jaar een motie klaar van Mohammed Mohandis. Die riep eveneens op om de vermogensgrens voor alle minima met landelijke wetgeving gelijk te trekken naar het niveau van de Participatiewet. Die motie is aangehouden, omdat die het net niet zou halen; 75-75, de stemmen staakten zegt Mohandis. ‘We hadden dat van tevoren gepeild. En toen dit eruit kwam, hebben we de motie niet in stemming gebracht.’

Daarna is de motie in gewijzigde vorm ingediend. Die is afgelopen dinsdag aangenomen door de Tweede Kamer. ‘In deze bijgestelde motie wordt de gelijkstelling van de grens niet landelijk opgelegd. Gemeenten krijgen de mogelijkheid de vermogensgrens te verruimen. Wie niet wil, doet het niet.’

Doel

Doel is het voor minima makkelijker te maken een spaarpotje te hebben voor als de koelkast het begeeft. Of een autootje te hebben om de zelfstandigheid en mobiliteit te behouden. De aanpassing beoogt ook ervoor te zorgen dat minima niet elk jaar in de stress zitten om de jaarlijkse aanslag voor de gemeentelijke belastingen.

‘Met een eenduidige grens voor het vermogen komen meer mensen eerder in aanmerking voor kwijtschelding. Gemeentelijke schuldhulpverlening is dan minder nodig. En het biedt meer zekerheid voor mensen met lage inkomens,’ zegt Mohandis.

Hij is nog niet klaar met het onderwerp: ‘Het liefst trekken wij een en dezelfde vermogensgrens in heel Nederland. Dat vraagt om een lang wetstraject. Omwille van de tijd en omdat gemeenten hebben aangeklopt, hebben wij deze motie nu in stemming gebracht. De eerste stap is hiermee gezet, de mogelijkheid voor een verruimde kwijtscheldingsgrens is gecreëerd. Het definitieve voorstel is een langer traject waar we nu aan gaan werken.’

Mohandis verwacht dat de minister de regeling in het najaar aanpast en dat die voor het jaar 2025 gaat gelden.

In Utrecht beraadt de fractie zich voor of zij het hoger beroep bij de RvS doorzet. Met ‘eerst zien, dan geloven’ in het achterhoofd, is de kans groot dat het beroep doorgaat zolang de nieuwe regeling nog niet is doorgevoerd.

Meegaan

In Enschede reageert Raymon Haveman positief op het Utrechtse voorstel. ‘Als de Raad van State zegt dat Utrecht de vermogensgrens voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen mag gelijktrekken met andere vermogensgrenzen, dan willen wij dat ook in Enschede voorstellen. Dat geldt ook voor de motie in de Tweede Kamer. Krijgen gemeenten de ruimte om ervoor te kiezen de vermogensgrens gelijk te stellen, dan willen wij dat doen. Of de gemeente erin meegaat, is punt twee. Maar als PvdA willen wij erin meegaan en het ook in onze raad voorstellen.’

Haveman voegt toe dat zo’n voorstel in principe overbodig moet zijn. Hij is voorstander om het probleem bij de wortel aan te pakken: ‘Iedereen moet een fatsoenlijk inkomen hebben zodat toeslagen of kwijtschelding niet nodig zijn. Dat betekent dat je of een fatsoenlijke uitkering of een fatsoenlijk minimumloon hebt waarvan je alles kunt betalen. Dan hoeft er niet voor elke probleem een regeling te komen. Het optuigen van een regeling kost de overheid ook veel geld en moeite. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld de belastingdienst. En dan zie je hoe erg het ook mis kan gaan.’