Lokaal Bestuur
‘Taken sociaal domein terug naar Rijk’ Foto: Patricia Rehe, Hollandse Hoogte | ANP

Er bestaan nu te veel verschillen tussen gemeenten als het gaat om voorzieningen voor minima, jeugdzorg, beschut werk en de Wmo. Waar je in de ene gemeente wel recht op hebt, is dat in de andere niet het geval.


Daarmee is het sociaal domein een soort Postcodeloterij geworden, stelt de FNV. Dat kan nooit de bedoeling zijn van sociaal beleid.

Wij vroegen FNV-vicevoorzitter Kitty Jong wat de vakbond precies voor ogen heeft. Hanneke Stengs is wethouder sociaal domein in Nissewaard, Yasin Torunoglu directeur van het ontwikkel- en werkbedrijf de Diamant-groep in Tilburg. Zij reageren.

Hoe werkt die ‘Postcodeloterij’ in het sociaal domein, heb je een voorbeeld?

‘Ik ging onlangs met de makers van het tv-programma Kassa naar Vlissingen, om te kijken hoe het werkte met thuiszorg. Bij hulp in de huishouding mag je niet op uren sturen, maar op kwaliteit: een huis moet echt schoon zijn. In Vlissingen kregen mensen geen indicatie, maar een telefoontje. In dat gesprekje kregen ze de mededeling dat ze een uurtje per week ondersteuning zouden krijgen. Kortom: er werd beslist op basis van het beschikbare geld bij de gemeente in plaats van op basis van wat er nodig was. Bij andere gemeenten kan dat anders zijn.’

Dat soort verschillen mogen er niet zijn?

‘Nee. Bij minimaregelingen is het nog erger. De voorzieningen zijn gebaseerd op een percentage van de bijstandsnorm, die volgens de FNV te laag is om van rond te komen. Wij pleiten voor een norm van 150%. In Zutphen is het 140%, in Vlissingen slechts 110%. Buurgemeenten hanteren verschillende tarieven, wat voor grote ongelijkheid zorgt. Je woonplaats bepaalt dus wat je krijgt.’

De kritiek is duidelijk, maar in de petitie wordt gevraagd om ‘landelijk beleid met gemeentelijke uitvoering’. Er zijn al landelijke kaders, wat moet er anders?

‘De kaders moeten duidelijker en ruimhartiger en gelijkwaardig. Financieel moet het ook anders: of het Rijk betaalt zelf, of het Rijk geeft meer middelen aan gemeenten. Een van de twee, want gemeenten komen nu vaak tekort. Ook: gemeenten moeten beleidsvrijheid houden, maar zouden alleen ten positieve mogen afwijken. Ze zouden niet meer onder de norm moeten werken.’

Decentralisaties begonnen bijna tien jaar geleden en kostten veel tijd, geld en energie. Herhaalt dat hele circus zich niet als we taken teruggeven aan het Rijk? Lost dat echt iets op?

‘Terugdraaien hoeft niet, er moet een scherpere regierol voor de overheid zijn. Het is nu met een bezuiniging over de schutting gegooid. Dat wilden de gemeenten zelf graag, maar daarin hebben ze zich enorm verslikt. Daar moet je op ingrijpen. Het maakt niet uit wiens schuld het is, het moet nu worden opgelost.’

Voor beschut werk bijvoorbeeld is het toch beter dat de gemeente mensen helpt?

‘Zeker. Het punt zit dus meer ergens anders: zorg dat je de regie neemt als Rijk. Zorg dat er geld voor is, laat de gemeenten het uitvoeren en geef de beleidsvrijheid om positief af te wijken.’

Tot wanneer loopt de petitie en wat verwachten jullie ervan?
‘Richting Prinsjesdag of de begroting van SZW willen we de petitie in stelling brengen. Het gaat nu vooral om bewustwording.’


De landelijke overheid stelt kaders en bepaalt minimumvereisten. Daarbinnen hebben gemeenten veel beleidsvrijheid. Dat kan leiden tot verschillen tussen gemeenten in de beschikbaarheid en kwaliteit van voorzieningen. Is dat een voor- of een nadeel?
‘Ik vind het een voordeel dat we die vrijheid hebben, al is die best beperkt. Maar het zorglandschap is zó ingewikkeld dat we veel regie moeten voeren. Ik heb eenzelfde hoeveelheid kinderen in dure zorg die steeds duurder wordt. De duur van de zorg is ook lang. Daar moeten we als gemeente meer regie op pakken.’

Hoe?

‘De toegang tot zorg moet je goed bewaken: welke zorg is er echt nodig en welke werkt echt? Dat betekent dat je trajecten bijvoorbeeld niet langer moet laten duren dan zinvol is.’

De FNV stelt juist dat een deel van die regie weer naar het Rijk zou moeten?

‘Dat begrijp ik, voor bepaalde delen zoals het landelijke transitie arrangement zou dat wellicht goed zijn. Jongeren shoppen soms op internet naar hun probleem. Een soort zelfdiagnostiek. Als gemeente proberen we te de-escaleren: problemen tot de juiste proportie terugbrengen. Dat kunnen wij als gemeente wel, zoiets naar het Rijk terugbrengen lijkt me een grote stap.’

Wat vind je van het idee van de FNV?

‘Ik vind dat veel taken bij de gemeenten moeten blijven, maar dat er wel duidelijkere kaders moeten komen. Het zorgdomein is enorm complex en het Rijk kan scherpere normen aanbrengen. De FNV vraagt de regering en de Tweede Kamer om ervoor te zorgen dat je in elke gemeente recht hebt op dezelfde WMO-, minimaregelingen en jeugdhulpvoorzieningen, evenals op een beschutte of aangepaste werkplek. Ze stellen dat het niet moet uitmaken waar je woont om in aanmerking te komen voor een minimavoorziening. Ze willen één inkomensgrens trekken.’

Wat zou dat voor Nissewaard betekenen?

‘Wij kijken naar wat inwoners nodig hebben, binnen de grenzen van onze mogelijkheden.’

Wat zou je zelf adviseren om het sociaal domein beter te laten werken?

‘Regie aan het Rijk overdragen werkt beperkt, behalve voor zeer specialistische hulp die landelijk is georganiseerd. Gemeenten zitten dichter op de problematiek, maar hebben geld nodig voor de kernactiviteiten. Dit is deels met extra middelen op te lossen, maar een sterker maatschappelijk veld is ook noodzakelijk. Zorg en onderwijs sluiten niet altijd goed op elkaar aan. Voor passend onderwijs zijn de taken met betrekking tot zorgvragen niet duidelijk genoeg. Daarom werken wij op Voorne-Putten samen met het onderwijs aan meer duidelijkheid in ieders taken, rollen en bevoegdheden. Zo kunnen ouders en kinderen weer zonder extra ondersteuning verder.’


Wat vind je van het idee de regelgeving voor het sociaal domein – en daarmee ook het beschut werk – deels terug te leggen bij het Rijk?

‘Dat vind ik echt een hele moeilijke vraag. De bedoeling van de decentralisaties was om de zorg dichter bij mensen te organiseren. De lokale context kan immers echt het verschil maken. Het ging mis op drie fronten: er werd snoeihard bezuinigd, de transitie werd niet op basis van systeemverandering maar op basis van systeembezuiniging ingezet en het geld had geen doelbestemming. Het ging op een aantal fronten naar het gemeentefonds. Middelen voor het sociaal domein werden daardoor soms besteed aan lantaarnpalen. Maar terug naar hoe het was, dat helpt denk ook niet.’

De FNV stelt vooral dat er meer regie bij het Rijk zou moeten liggen om verschillen tussen gemeenten te voorkomen.

‘Dat snap ik en dat onderstreep ik, maar ik vraag me af of je dat oplost door die regie bij het Rijk te leggen. Ik denk dat middelen standaard met doelbestemming beschikbaar stellen veel meer zou oplossen. Geld is leidend geweest in de hele decentralisatie, het moet weer om inhoud gaan.’

Op dat punt kan het Rijk dus regie pakken. Lost een doelbestemming instellen ook het probleem van de verschillen tussen gemeenten op?

‘Niet helemaal. Je krijgt nu middelen tot 120%. De meest sociale gemeenten gooien daar nog eigen geld bovenop. Gemeenten die het niet zo nodig vinden, richten het juist sober in. Als je een vast bedrag aan armoede uitgeeft, moet het in ieder geval daarheen.’

Zou het mensen met beschut werk helpen, of juist niet?

‘Binnen het werkbedrijf krijgt de gemeente drie typen inkomsten: een bedrag per uitkering, een bedrag per uitkeringsgerechtigde voor participatiemiddelen, en een derde potje voor reïntegratie. Veel gemeenten weten niet dat het laatste naar de algemene middelen gaat. Dit bedrag komt in de totale pot terecht, en bij Kadernota-onderhandelingen zie je niet dat het geld voor reïntegratie was bedoeld. Dan moet je hopen dat het College er prioriteit aan geeft. Gerichter geld sturen lost meer op dan uniform beleid vanuit Den Haag.’