Lokaal Bestuur
Bijna alle onderhandelingen afgerond: de belangrijkste uitkomsten op een rij

Nagenoeg iedereen is er inmiddels in geslaagd om een nieuwe coalitie te vormen. Het was geen gemakkelijke klus. Of dat vooral ligt aan het feit dat er meer informateurs en formateurs betrokken zijn geweest bij de onderhandelingen, zoals sommige kranten beweren, is nog maar zeer de vraag. Een betere verklaring is dat de ingewikkelde verhoudingen in de lokale partijen in combinatie met de zeer complexe vraagstukken en grote opgaven de onderhandelingen bemoeilijkt hebben. Tel daar dan nog de slechte financiële positie van veel gemeenten en de onduidelijkheid over de middelen vanaf 2026 bij op, en het is volstrekt vanzelfsprekend, dat er ditmaal wat meer tijd nodig was dan in 2018 om tot werkbare colleges te komen. Niet voor niets gingen partijen met enige regelmaat terug naar de tekentafel om in een andere samenstelling opnieuw met de onderhandelingen te beginnen.


Aan de vooravond van het zomerreces zijn in 315 gemeenten nieuwe colleges gevormd. Over drie gemeenten – Den Helder, Haaksbergen en Sittard-Geleen – valt nog geen uitspraak te doen. Dat kan morgen anders zijn, maar voor nu zijn ze buiten de verdere beschouwingen gelaten.

De stand van zaken in zeven punten:

  • De PvdA doet in 129 gemeenten mee in de coalitie;

  • In zeven gemeenten gaan we hoogstwaarschijnlijk meedoen;

  • De PvdA valt in 150 gemeenten buiten de coalitie;

  • In drie gemeenten, waar nog onderhandeld wordt, gebeurt dat zonder de PvdA;

  • In vier gemeenten (Lelystad, Lisse, Nunspeet en Zwijndrecht) is een raadsbreed akkoord gesloten, en in Bergen (Noord-Holland) wordt hieraan gewerkt;
  • De PvdA heeft in dertig gemeenten niet deelgenomen aan de verkiezingen en in vijf gemeenten wel deelgenomen, maar geen zetels behaald.

  • Tot slot waren er in elf gemeenten in verband met eerdere of aanstaande herindelingen geen verkiezingen.

Beter dan in 2018

Dit onderhandelingsresultaat is beduidend beter dan dat van 2018. Ook in 2018 waren vanwege toenmalige herindelingen lang niet in alle gemeenten verkiezingen. Destijds slaagde de PvdA er in om in 99 gemeenten als zelfstandige partij onderdeel te worden van de coalities, in elf gemeenten deden we dat in een vorm van een lokale progressieve partij en in vier gemeenten met een lijstcombinatie met GroenLinks.

De stijgende lijn is overduidelijk 

Van deze 114 coalities vielen er tussentijds tien en verdween de PvdA uit het college. Wel zijn we in zes gemeenten tussentijds toegetreden tot de coalitie. In 189 belandden we in de oppositie en in 23 gemeenten deden we niet mee aan de verkiezingen. Omdat het aantal gemeenten in 2018 en 2022 niet hetzelfde was, kun je deze cijfers niet een op een met elkaar vergelijken, maar de stijgende lijn is wel overduidelijk.

In welke vorm

In het licht van de opkomst en winst van de lokale partijen en de toenemende samenwerking met GroenLinks is de vorm waarin is deelgenomen aan de verkiezingen, interessant. Wanneer we naar de 128 gemeenten kijken waar de PvdA inmiddels in de coalitie zit, dan zien we dat er in veertien gemeenten meegedaan is in de vorm van een lijstcombinatie met GroenLinks, in zeventien gemeenten als onderdeel van een lokale progressieve partij en in 97 gemeenten als de PvdA. Bij de acht gemeenten, waar we waarschijnlijk deel gaan uitmaken van de coalitie, gaat het om één lokale progressieve partij en twee lijstcombinaties met GroenLinks. In de overige vijf hebben we op zelfstandige titel aan de verkiezingen meegedaan.

Voor de kans op coalitiedeelname maakt het niet zoveel uit in welke vorm wordt deelgenomen aan de verkiezingen 

Bij de gemeenten, waar we in de oppositie zijn beland, gaat het om 24 lijstcombinaties, zeventien lokale progressieve partijen en 108 gemeenten, waar we als zelfstandige partij aan de verkiezingen hebben deelgenomen. In de vier gemeenten waar de onderhandelingen nog niet afgerond zijn en we hoogstwaarschijnlijk buiten de boot vallen, deed de PvdA op zelfstandige titel mee.

Als je de vorm, waarin is deelgenomen aan de verkiezingen, vergelijkt met het toetreden tot de coalitie of oppositie, dan zien we lichte verschillen. [1] Deze verschillen zijn echter klein te klein om er conclusies aan te kunnen verbinden.

 

Zelfstandige deelname

lijstcombinaties

Lokale progressieve partij

Coalitie

75,8%

10,9%

13,3%

Oppositie

72,8%

16,1%

11,4%

 

Daarbij is het relevant om te bekijken welk aandeel van de lijstcombinaties en lokale progressieve partijen er in slaagt toe te treden tot de coalitie. In totaal waren er 38 lijstcombinaties, waarvan veertien zijn toegetreden tot de coalitie. Dit is bijna 37%. Voor de lokale progressieve partijen is gaat het om negentien op totaal van 36: ruim 47%. Ter vergelijking, bij zelfstandige deelname is dit ook 47%. Met andere woorden: het maakt voor de kans op coalitiedeelname niet veel uit in welke vorm wordt deelgenomen aan de verkiezingen.

Provinciale verschillen

Vervolgens is het interessant om te kijken naar waar we zijn toegetreden in de coalities. Doen we het beter in de Randstad of doet het Rode Noorden haar naam nog eer aan? Daarvoor kijken we eerst naar de provincies. In hoeveel gemeenten traden we in welke vorm toe tot de coalitie? En in hoeveel gemeenten zijn we veroordeeld tot de oppositie?

 

Totaal aantal gemeenten

Deelnemende gemeenten aan de verkiezingen 22

Coalitie/

oppositie

Zelfstandig

Lijst-combinatie

Lokale progressieve partij

Bijzonderheden

Groningen

10

9

C = 8*

8

0

0

*1 nog in onderhandeling

 

 

 

O = 1

1

0

0

Drenthe

12

9

C = 9

9

0

0

 

 

 

 

 

O = 3

3

 

 

Fryslân

18

18

C = 11*

8

0

3

2 geen deelname

*1 nog in onderhandeling

 

 

 

O = 5

5

 

 

Overijssel

25

25

C = 7

6

1

0

1 onbekend

 

 

 

O = 16

13

2

1

Gelderland

51

51

C = 21

16

2

2

6 geen deelname,

1 geen zetels behaald

1 raadsbreed akkoord

 

 

 

O = 23

18

2

3

Flevoland

6

6

C = 1

1

0

0

1 geen deelname

1 raadsbreed akkoord

 

 

 

O = 3

2

0

1

Utrecht

26

26

C = 10

6

1

3

3 geen deelname

 

 

 

O = 13

9

2

2

Noord-Holland

44

42

C = 19**

16

2

1

2 herindeling

2 geen deelname

1 onbekend

1 raadsbreed akkoord

**1 coalitie gevallen

 

 

 

O = 19

16

3

0

Zuid-Holland

52

49

C = 15*

11

1

3

3 herindeling

4 geen deelname

1 geen zetels

1 raadsbreed lijstcombinatie

1 raadsbreed

*1 nog in onderhandeling

 

 

 

O = 27

22

5

 

Noord-Brabant

56

51

C = 19*

9

6

3

5 herindeling

9 geen deelname

2 geen zetels

*3 nog in onderhandeling

 

 

 

O = 21

12

6

4

Limburg

31

31

C = 12

9

1

2

3 geen deelname

1 geen zetels

1 onbekend

 

 

 

O = 14

7

8

6

Zeeland

13

13

C = 6

4

2

0

 

 

 

 

O = 7

4

3

 

 

 

De regionale verschillen in coalitiedeelname zijn groot. Groningen is absolute koploper. Van de negen gemeenten waar verkiezingen waren, doet de PvdA in acht mee aan de coalitie. In de tiende Groningse gemeente Eemsdelta, die na een herindeling per 1 januari 2021 is ontstaan, zit de PvdA wel in de oppositie. Daarmee zijn we in 80% van de Groningse gemeenten in het bestuur vertegenwoordigd.

Drenthe komt op een tweede plaats: in 75% van alle gemeenten wordt deelgenomen aan de coalitie.[2] Op de derde plaats volgt Fryslân met 61,1%. In tegenstelling tot Drenthe en Groningen is dit in Fryslân mede te danken aan de lokale progressieve partijen, waar de PvdA aan deelneemt. Al met al is het rode noorden in dit opzicht nog steeds het rode noorden.

In Flevoland, Overijssel en Zuid-Holland[3] doen we het het slechtste. Met respectievelijk slechts 16,6 %, 28% en 28,8% deelname aan de coalities. De middenmoters vinden we vooral in het midden van Nederland (Utrecht[4] – 38,5%, Gelderland – 41,1% en Noord-Holland met 43,18%).

De regionale verschillen zijn vrij groot 

In het zuiden mag Zeeland met 46,15% het hoogste percentage noteren, gevolgd door Limburg met 38,7% en Noord-Brabant met slechts 32,14%. In laatste twee provincies hebben we relatief gezien het vaakst in de vorm van een lijstcombinatie of lokale progressieve partij deelgenomen aan de verkiezingen.

Ook de samenstelling van de coalities hebben we per provincie bekeken. Met welke partijen is de samenwerking gevonden? En welke bijzonderheden vallen op? Dit tamelijk omvangrijke overzicht staat hier.

De G40

In 2018 stond de teller op 20 gemeenten. Daarvan vielen drie coalities (Alkmaar, Almere en Lelystad) tussentijds, terwijl we in Den Haag in 2020 toetraden tot de coalitie. Nu zijn deze cijfers gunstiger. We beginnen deze periode in 25 van de G40-gemeenten in de coalitie.

Vervolgens hebben we de samenstelling van de coalities G40 tegen het licht gehouden. Is die inderdaad, zoals de veronderstelling wil, progressiever dan de gemiddelde coalitie van alle gemeenten? Daarvoor kijken we naar de samenstelling van de coalities in de G40, uitgesplitst naar oppositie en coalitie. Deze vergelijken we met de cijfers van alle coalities. Het aantal wethouders dat per partij geleverd wordt is nog niet meegenomen.  

Geen coalitiedeelname PvdA

 

GL

VVD

CDA

D66

CU

CU/SGP

SGP

PvdD

SP

Volt

Denk

Lokaal

Almelo

 

x

x

x

 

 

 

 

 

 

 

x

Amersfoort

x

 

x

x

x

 

 

x

 

 

 

 

Apeldoorn

x

x

 

 

 

 

x

 

x

x

 

x

Assen

 

x

 

 

x

 

 

 

x

 

 

x

Dordrecht

x

x

x

 

 

x

 

 

 

 

 

 

Haarlemmermeer

 

x

x

x

 

 

 

 

 

 

 

x

Hilversum

x

x

x

 

 

 

 

 

 

 

 

x

Hoorn

x

x

x

x

 

 

 

 

 

 

 

x

Nijmegen

x

 

 

x

 

 

 

 

 

 

 

x

Oss

x

x

x

 

 

 

 

 

 

 

 

x

Roosendaal

x

x

x

 

 

 

 

 

 

 

 

x

Rotterdam

 

x

 

x

 

 

 

 

 

 

x

x

Westland

 

x

 

 

 

 

 

 

 

 

 

x

Zoetermeer

 

x

x

 

 

x

 

 

 

 

 

x

Zwolle

x

 

x

x

x

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

9

12

10

7

3

2

1

1

2

1

1

12

 

In de vijftien G40-gemeenten, waar de PvdA in de oppositie zit, neemt GroenLinks in negen steden deel aan de coalitie. Wanneer we kijken naar met welke partijen GL in die gemeenten de samenwerking zoekt, komt de combinatie GL met de VVD zes keer voor, GL met CDA zeven keer, GL met lokaal zes keer, en komt GL met D66 vier keer voor. Gelet op de grote aanwezigheid van het CDA en de VVD in deze gemeenten, zijn deze niet als progressief te bestempelen, ondanks de deelname van GL aan deze coalities. GroenLinks lijkt in deze gemeenten veeleer de positie van de PvdA in te hebben genomen.

Coalitiedeelname PvdA

 

PvdA

GL

VVD

CDA

D66

CU

CU/SGP

SGP

PvdD

SP

Volt

Denk

lokaal

Alkmaar

x

x

 

 x

 

 

 

 

 x

 

 

x

A’dam

x

x

 

 

x

 

 

 

 

 

 

 

 

Arnhem

x

x

 

 

x

 

 

 

x

 

x

 

x

Breda

x

x

x

x

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Delft

x

x

 

 

x

x

 

 

 

 

 

 

x

Deventer

x

 

 

x

x

 

 

 

 

 

 

 

x

Ede

x

 

 

x

 

x

 

x

 

 

 

 

x

Eindhoven

x

x

 

x

x

 

 

 

 

 

 

 

 

Emmen

x

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

x

Enschede

x

 

x

 

 

x

 

 

 

 

 

 

x

Gouda

x

x

 

x

x

x

 

 

 

 

 

 

 

Groningen

x

x

 

 

 

x

 

 

x

x

 

 

 

Haarlem

x

x

 

x

x

 

 

 

 

 

 

 

x

Helmond

x

x

 

 

x

 

 

 

 

x

 

x

x

Hengelo

x

 

x

x

x

 

 

 

 

 

 

 

x

L’warden

x

x

 

x

 

 

 

 

 

 

 

 

x

Leiden

x

x

 

x

x

 

 

 

 

 

 

 

 

M’stricht

x

 

x

x

x

 

 

 

 

 

x

 

x

Schiedam

x

 

x

 

x

 

 

 

 

 

 

x

x

Den Bosch

x

x

x

x

x

 

 

 

 

 

 

 

x

Tilburg

x

x

x

 

x

 

 

 

 

 

 

 

x

Utrecht

x

x

 

 

x

x

 

 

 

 

 

 

x

Venlo

x

x

 

x

 

 

 

 

 

 

 

 

x

Zaanstad

x

x

x

x

 

 

 

 

 

 

 

 

x

Den Haag ovb

x

x

x

x

x

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

25

18

10

14

16

7

0

1

2

3

2

2

18

 

De PvdA maakt in achttien gemeenten samen met GroenLinks deel uit van de coalitie (en zeven keer dus zonder GL). In deze gemeenten maakt D66 twaalf keer deel uit van de coalitie. Maar ook hier kunnen we niet stellen dat de coalities per definitie progressiever zijn, want ook als de PvdA en GL samen in een coalitie zit, doen de VVD en/of CDA vaak mee.

Direct na het zomerreces komen we met nog meer verdieping. Onder meer de portefeuilles van de wethouders, wethouders van binnen en buiten, bijzondere coalities en de verhouding vrouw-man zullen aan bod komen. Ons overzicht van de samenstellingen van de coalities vind je hier.


[1] Dit is exclusief de gemeenten waarover we nog geen zekerheid hebben

[2] Drenthe houdt haar plek in alle bestaande coalities en wist deze met vier uit te breiden.

[3] In 8 gemeenten verloren we onze plek in de coalitie, tegenover 7 nieuwe gemeenten waarvan een via een lokale progressieve partij.

[4] In Utrecht waren de wisselingen in coalitie – oppositie groot. 7 nieuwe gemeenten versus twee gemeenten waarin we niet in de coalitie terugkeerden.


Bijschrift afbeelding: het nieuwe college van Maastricht, met als tweede van rechts PvdA wethouder Manon Fokke.

Afbeelding: Jean-Pierre Geussens