In veel afdelingen speelt de vraag: hoe gaan we de verkiezingen in. Doen we dat als zelfstandige partij? Als een samenwerkingsverband met behoud van de naam PvdA? Gaan we experimenteren met een stembusakkoord? Of doen we mee als onderdeel van een progressieve lokale partij onder een nieuwe naam?

Samenwerken is belangrijk

Als PvdA vinden wij het belangrijk om samen te werken met bewoners en maatschappelijke organisaties. Op lokaal niveau zorgen we op die manier voor brede steun in de samenleving voor die zaken die voor onze kiezers belangrijk zijn. We streven naar een sterke positie in de gemeenteraad om dit ook politiek te kunnen realiseren. Samenwerking met andere politieke partijen ligt daarom voor de hand, zowel vanuit fracties, als vanuit de vereniging. De voorbereiding op de volgende gemeenteraadsverkiezingen is een logisch moment om over de samenwerking met andere politieke partijen in de gemeente na te denken.

Motieven voor samenwerking

Motieven voor samenwerking kunnen inhoudelijk of strategisch zijn. Bijvoorbeeld een sterkere positie in de gemeenteraad door een stembusakkoord te sluiten. De kiezer weet dan vooraf beter waar hij aan toe is, in relatie tot eventuele coalitiedeelname. Helaas zijn lijstverbindingen sinds 2017 niet meer mogelijk. Samenwerking met andere partijen kan ook worden ingegeven vanuit de zorg over een te kleine en/of inactieve afdeling. In deze afdelingen geven besturen aan moeite te hebben om voldoende kandidaten en/of vrijwilligers te vinden om aan de verkiezingen, de verkiezingscampagne en het lokale democratische proces in de gemeenteraad deel te nemen. Krachtenbundeling met een andere partij is dan een manier om de slagkracht te vergroten.

Bestuurlijke samenwerking

Voor bestuurlijke samenwerking binnen de PvdA onderscheiden we twee varianten:

  1. Het samenwerken met omliggende PvdA-afdelingen;
  2. Samenwerken door te fuseren met omliggende PvdA-afdelingen tot een regionale PvdA-afdeling.

Sommige afdelingen zijn kleiner dan de reglementair bepaalde ondergrens van 25 leden  (artikel 6, lid 4, maar afdelingen en afdelingsbesturen staan er niet alleen voor. ‘Samen vooruit’ is opgezet om deze afdelingen te ondersteunen en te versterken door na te denken over taken die in samenwerking met omliggende afdelingen kunnen worden uitgevoerd. Zoals het instellen van één kandidaatstellingscommissie, het aanstellen van één webmaster voor meerdere afdelingswebsites of het gezamenlijk organiseren van de campagne. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen de korte termijn (tot en met de gemeenteraadsverkiezingen van 2022) en langere termijn (tot en met de gemeenteraadsverkiezingen van 2026). De gewesten hebben hierin een signalerende en ondersteunende rol. Een verdergaande uitwerking van deze samenwerking is het laten opgaan van bestaande afdelingen in één bovenlokale afdeling (vereniging van leden), die functioneert in een gebied dat bestaat uit meerdere gemeenten. Een bijkomend voordeel van regionale samenwerking op bestuurlijk niveau kan zijn dat de politiek inhoudelijke samenwerking op regionaal niveau wordt bevorderd. Voorbeelden waar dit al gedaan wordt zijn regio Eindhoven, Zuid-Kennemerland en de Achterhoek.

Politieke samenwerking

Politieke samenwerking kent heel veel varianten. In aanloop naar de verkiezingen wordt in veel afdelingen de vraag gesteld of we niet voor verdergaande samenwerking met andere partijen moeten opteren. Hiervoor zijn verschillende beweegredenen:

  1. Electoraal  (je denkt door samen te gaan meer stemmen te halen);
  2. Versterken van de vereniging (een sterkere kandidatenlijst kunnen opstellen);  
  3. Meer invloed en kans op coalitiedeelname.

Allemaal redenen om te willen samenwerken. En allemaal vormen met hun eigen voor- en nadelen. Deze bespreken we hier kort:

  • Samen een kandidatenlijst, bijv. PvdA/GroenLinks

Een verregaande vorm van samenwerking is het samen met een andere partij deelnemen aan de verkiezingen door één kandidatenlijst (en één verkiezingsprogramma) op te stellen. De naam waaronder het samenwerkingsverband deelneemt aan de verkiezingen kan bestaan uit de combinatie van partijnamen, zoals PvdA/GroenLinks. Beide partijen/afdelingen blijven dan bestaan. Een belangrijk voordeel van deze manier van samenwerken, is het overeind blijven van de herkenbaarheid van de partijen die samenwerken en daarmee de vindbaarheid op het stembiljet. Vooral de kiezers met uitgesproken partij-opvattingen raak je minder snel kwijt.

  • Een nieuwe lokale partij, bijv. Progressief …

Er zijn ook gemeenten waar de PvdA met GroenLinks en/of onafhankelijken samen deelneemt  aan de verkiezingen onder de noemer ‘progressief’. In dat geval wordt er een nieuwe partij opgericht waarvan mensen aanvullend lid dienen te worden. Een voorbeeld hiervan is Progressief Woerden. De politieke verenigingen waaruit het samenwerkingsverband bestaat of de nieuwe politieke partij is voortgekomen blijven bestaan. De band met de moederpartijen is veelal op de website terug te vinden. Het nadeel van deze vorm is het risico dat de herkenbaarheid en vindbaarheid van de oorspronkelijke partijen kunnen afnemen. Het is zaak om ervoor te zorgen dat de traditionele achterban van partijtrouwe stemmers niet afhaakt.

  • Een nieuwe partij, bijv. Open

In deze gevallen betreffen het lokale partijen die ooit zijn voortgekomen uit samenwerkingsverbanden met o.a. de PvdA, maar waar deze band niet meer herkenbaar is in de naam. (Actieve) leden van deze partijen zijn vaak geen lid meer van een van de oorspronkelijke partijen.

In alle varianten zijn er binnen het samenwerkingsverband of de nieuwe lokale partij meerdere bloedgroepen die herkenbaar willen zijn op de kandidatenlijst en in het verkiezingsprogramma. Het afdelingsbestuur moet dit in goede banen leiden en dat vraagt tijd en aandacht, vaak gedurende een langere periode.

Als er tot een vorm van samenwerking wordt besloten, geniet het altijd de voorkeur om de naam ‘PvdA’ op te nemen in de naam van de kandidatenlijst waarmee aan de verkiezingen wordt deelgenomen en om de afdeling – de vereniging van leden – als zodanig te laten bestaan en levend te houden. Voor vormen van samenwerking waarin de naam ‘PvdA’ niet meer wordt gebruikt, moet toestemming worden gevraagd aan het partijbestuur.

Tijdelijkheid

Het besluit over het al dan niet samen met een andere partij deelnemen aan de verkiezingen is een tijdelijk besluit: je neemt het voor vier jaar (behalve wanneer er een nieuwe lokale partij wordt opgericht). Dit besluit dient elke vier jaar opnieuw te worden genomen door de algemene ledenvergadering van de afdeling.

Stembusakkoorden

Partijen kunnen afspreken om met een gezamenlijk verkiezingsprogramma naar buiten te treden, zonder een gezamenlijke lijst. Dit programma kan dan bijvoorbeeld gaan over lokaal belangrijke thema’s. De bedoeling hiervan is de kiezers duidelijkheid te geven wat zij kunnen verwachten en in welke coalitie.

Met het inzetten van stembusakkoorden door politieke partijen kan bovendien de invloed van de kiezer op de coalitievorming worden vergroot. Bij een dergelijk stembusakkoord geven partijen immers vooraf aan met welke partijen ze rondom welke thema’s willen samenwerken in een nieuwe coalitie. Zo wordt de coalitiestrijd deels naar voren gehaald. De kiezer kan zijn stem mede laten beïnvloeden door de voorkeur voor een bepaalde coalitie. Diens invloed op de daadwerkelijke coalitie blijft beperkt – de uitslag blijft ongewis en nadere onderhandelingen zijn altijd nodig – maar is wel groter.

Voor afdelingen die geen reëel uitzicht hebben op het zelfstandig behalen van één zetel, en die gedurende langere tijd in samenwerking met omliggende afdelingen en het gewest hebben geprobeerd het perspectief te verbeteren, geldt dat samenwerking met een andere lokale (linkse) partij een serieus alternatief is. Het verdient aanbeveling om ook in die gevallen de herkenbaarheid vast te houden. Door ‘PvdA’ op te nemen in de naam van de kandidatenlijst en de afdeling (vereniging van leden) als zodanig te laten bestaan en levend te houden.

Deelname onder de naam van een ander verband is alleen mogelijk na toestemming vooraf door het partijbestuur.

Bespreekpunten voor de afdelingsvergadering

Deelname aan de gemeenteraadsverkiezingen en de vorm waarin is een besluit dat de ALV hoort te nemen. Dit besluit dient dan ook op de agenda te staan als een van de agendapunten. Het besluit moet vijftien maanden voor de verkiezingen worden genomen.

Wil je met de leden in gesprek over de vorm van deze deelname, dan is het ook belangrijk om te kijken naar de motieven hiervoor en de onderliggende problemen en opvattingen. Voor dat gesprek kun je denken aan een volgende opzet:

  • Introductie van het onderwerp door de afdelingsvoorzitter;
  • Met daarbij de keuzemogelijkheden (zelfstandig, samen met een andere partij maar wel herkenbaar, welke partijen komen daarvoor in aanmerking).

Werk met een gespreksleider voor het vervolg:

  • Wat zijn de ervaringen tot nu toe in het land (gebruik de powerpoint van het CLB onderzoek);
  • In gesprek met de leden.

Voor het gesprek met de leden zijn er verschillende varianten denkbaar. Belangrijk is om deze open in te gaan. Agendeer je het onderwerp ‘fusie met …’, dan is dit te sturend: je gaat het dan hebben over een fusie en niet over samenwerking of de onderliggende motieven voor samenwerking. Mensen komen dan naar de ALV met een opvatting of zij een fusie wenselijk vinden. Agendeer je samenwerking, dan is dit al opener en zijn er meerdere varianten mogelijk.

Ga in groepen van 5-8 mensen uiteen om per groep de volgende vragen te beantwoorden:

Welke motieven zijn er om samen te willen gaan met andere partijen;

  • Zijn er genoeg kandidaten voor onze lijst;
  • Is er diversiteit onder de potentiële kandidaten;

     

  • Kunnen we een verkiezingsprogramma maken;
  • Hebben we vrijwilligers voor de campagne;

      

  • In hoeverre kan het bestuur het proces naar 2022 zelfstandig trekken;
  • Werken we samen met de andere afdelingen van de PvdA in de regio;
  • Zijn er verbindingen met de Statenfractie;
  • Zijn er verbindingen met de Tweede Kamerfractie;
  • Zijn wij een gewenste samenwerkingspartner;
  • Zelf te benoemen onderdeel.

Geef deze vragen een score van – 10 tot +10 plaats ze op de y-as

Politieke onderwerpen: is onze fractie actief op het gebied van:

  • Armoedebestrijding;
  • Wonen en sociale woningbouw;
  • Onderwijs, bestrijden kansenongelijkheid;
  • Zorg en de toegankelijkheid daarvan;
  • Jeugdzorg;

     

  • Energie incl. RES;
  • Natuur en Landbouw;
  • Sport en breedtesport;
  • Voorzieningen als bieb, muziekschool;
  • Zelf te benoemen onderdeel.

Geef deze onderwerpen een score van -10 tot +10 op de x-as in de verdeling van linkse standpunten en rechtse standpunten. Voorkom een discussie over wat is links of rechts maar volg je gevoel.

Wat zijn de overeenkomsten en verschillen?Doe eenzelfde oefening voor de partij waarmee je wilt samenwerken en leg beide plaatjes over elkaar en vergelijkbaar de verschillende sterktes en zwaktes.

  • Vul je elkaar aan? Ben je vergelijkbaar?
  • Welke van de eerder benoemde verschillen zijn overbrugbaar en welke niet?
  • Is de inhoudelijke overeenstemming voldoende om vier jaar met elkaar te kunnen samenwerken?

Welke conclusies kun je trekken voor de eigen partij en de andere partij(en) in relatie tot de vraag: wat levert samenwerking je op?

Elementen bij dit deel van het gesprek zijn: als de samenwerking voor de ene partij veel meer oplevert dan voor de andere partij, dan is de balans bij de start vaak niet goed. In het verleden was de PvdA vaak de dominante factor en deelde de lakens uit. Nu zien we dit gedrag ook bij andere partijen, immers de verhoudingen kunnen gewijzigd zijn. Wil je dat? Is het bespreekbaar? Gaat het de samenwerking bevorderen of in de weg staan?

Afhankelijk van hoe het gesprek verloopt kun je naar een samenvatting gaan op de vragen:

  • Is samenwerking een oplossing voor de problemen van onze afdeling?
  • Zo nee, dan is zelfstandige deelname aan de verkiezingen de beste optie;
  • Zo ja, met welke partijen (inhoudelijk en organisatorisch);
  • Zo ja, welke vorm past daarbij (een gezamenlijke lijst, of in het uiterste geval een nieuwe partij waarbij de eerste vorm de voorkeursvariant van de PvdA is).

Wil je hiermee verder gaan, stel dan een werkgroep samen die zich buigt over de vervolgvragen. Betrek hierin ook de tegenstanders.

Aandachtspunten:

Afdelingen die voornemens zijn op verregaande wijze samen te werken met een andere partij dienen dit wel overwogen te doen. In ieder geval dient het landelijk bestuur te worden geïnformeerd van het voornemen tot dit besluit (art 5.3, lid 2).

Het is een complex en veeleisend proces waarbij de volgende vragen aan de orde komen:

–        Blijft de lokale afdeling van de PvdA bestaan of wordt deze opgeheven?

–        In het laatste geval zijn de PvdA-leden van de afdeling dan automatisch landelijk lid of kunnen ze aansluiting zoeken bij een omliggende afdeling?

–        Worden de PvdA-leden lid van de nieuwe partij? Op welke manier wordt dit georganiseerd? Welke regels en afspraken moeten worden vastgelegd en wie doen hiervoor een voorstel?

–        Voor de politici die lid zijn van de PvdA en die actief worden in de nieuwe lokale partij en een politiek inkomen hebben, blijft de PvdA-contributieregeling van kracht (interne bereidverklaring). Hoe denkt de samenwerkingspartner daarover? Welke regeling hanteert die?

–        Voor de politici die lid zijn van de PvdA en die actief worden in de nieuwe lokale partij blijven de scholingsverplichtingen bestaan (interne bereidverklaring).

–        Hoe blijft de band met de PvdA behouden? Dat is van belang voor het moment dat de samenwerking wordt beëindigd, maar in ieder geval ook tijdens ander verkiezingen en verkiezingscampagnes.

–        Hoe gaat de ondersteuning van de nieuwe partij eruit zien?

–        Hoe wordt de lijst samengesteld? Evenredige vertegenwoordiging van de oude partijen? Diversiteit? Om en om?).

–        Wat doe je met de uitgangspunten voor de lijst als er tussentijdse wisselingen zijn?

–        Wat wordt er gedaan als de verwachte electorale winst niet gehaald wordt of tegenvalt? Wanneer wordt de samenwerking geëvalueerd?

–        In het geval er een wethouder wordt geleverd voor het college, op welke wijze wordt de wethouder geselecteerd en naar wie verantwoordt de wethouder zich? Kan de wethouder ook worden voorgedragen door andere partijen?

Achtergrondinformatie:

–        Jan Chris de Boer, ‘Samenwerking tussen afdelingen: mooi, maar zeker niet zaligmakend’, in: Lokaal Bestuur (11 juni 2017), https://www.lokaalbestuur.nl/node/261 

–        Jan Erik Keman, ‘Een helder alternatief: lokale samenwerking op links’, in: Lokaal Bestuur (24 december 2017),  https://www.lokaalbestuur.nl/node/322.

–        Tom van der Meer, ‘Geen democratie zonder waardenstrijd’ (zeventiende Wibautlezing voor het Centrum voor Lokaal Bestuur), https://www.lokaalbestuur.nl/node/813

–        Kennisbank openbaar bestuur, ‘Aanhoudend wisselvallig: Nationaal Kiezersonderzoek 2017’, https://kennisopenbaarbestuur.nl/rapporten-publicaties/aanhoudend-wisselvallig-nationaal-kiezersonderzoek-2017/

–        Arnout Maat, ‘’Niet de kiezer is gek’ van Tom van der Meer is een onmisbare aanvulling in het debat over democratie’, https://politiek.tpo.nl/2017/02/07/niet-de-kiezer-is-gek-van-tom-van-der-meer-is-een-onmisbare-aanvulling-in-het-debat-over-democratie/#

–        ‘Democratie dichterbij: Lokaal Kiezersonderzoek 2018’, https://www.utwente.nl/en/bms/pa/staff/denters/democratie-dichterbij-lokaal-kiezersonderzoek-2018-eindversie-v3.0.pdf.

Afbeelding: Kees van de Veen | ANP