Menig partijgenoot zal met een steen in de maag zijn opgestaan vanochtend. Het resultaat van GroenLinks-PvdA is mooi, met acht zetels winst. Het verlies van de andere linkse en progressieve partijen is echter pijnlijk. En de monsteroverwinning van de PVV overschaduwt alle blijdschap. Toch zijn er genoeg lichtpuntjes en successen, die we in dit artikel ontleden.
De afgelopen drie landelijke verkiezingen
Allereerst een schets van hoe de afgelopen drie Tweede Kamerverkiezingen – 2017, 2021 en 2023 – zijn verlopen. De PVV ziet het percentage stemmen verdubbelen. GL-PvdA haalde een betere uitslag dan in 2017 en 2023. Ook NSC en BBB voegen zich in het rijtje winnaars.
Coalitiepartijen D66, CDA en VVD verliezen flink en ook de SP mag het zoveelste verlies op rij incasseren. De Partij voor de Dieren, die elke verkiezing een gestage opmars maakte, verliest voor het eerst. De SGP en DENK zijn de enige twee partijen die stabiel zijn gebleven in het percentage stemmen.
Nu het algemene beeld is geschetst, duiken we dieper de cijfers in en kijken we hoe de grote vier, GL-PvdA, nieuwkomer NSC, VVD en PVV het in het land hebben gedaan.
Welke partij werd waar de grootste
Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 werd de PvdA nergens de grootste partij. De beste notering was een derde plek in zeven gemeenten.[1] Ook GroenLinks mocht zich nergens de grootste noemen. Wel werd de partij tweede in Wageningen en derde in een handjevol andere gemeenten.[2] Deze verkiezingen laten een ander beeld zien. In maar liefst 33 gemeenten is GL-PvdA de grootste geworden, in nog eens 39 gemeenten de tweede en in 69 gemeenten is GL-PvdA de derde partij. In 177 gemeenten bezetten we de vierde of vijfde plek. Slechts in 24 gemeenten zijn we buiten de top vijf beland, maar lager dan plek negen behalen we nergens.
De PVV is de grote winnaar. In 257 gemeenten is de partij de grootste. In Ruchpen heeft de partij met 53,8% van de stemmen zelfs een absolute meerderheid weten te behalen.
De VVD is ondanks flink verlies nog steeds de grootste partij in dertig gemeenten. Nieuwkomer NSC is de winnaar in veertien Twentse gemeenten. De SGP heeft acht gemeenten waar ze traditioneel de grootste is, behouden.
De BBB, goed voor een eclatante overwinning tijdens de Provinciale Staten- en waterschapsverkiezingen dit voorjaar, is nu nergens de grootste partij. Hoewel BBB flink heeft gewonnen ten opzichte van de Tweede Kamerverkiezingen van 2021, lijdt zij verlies in vergelijking met de Provinciale Statenverkiezingen.
Stijgers en dalers
In 320 gemeenten weet de combinatie GL-PvdA winst te behalen ten opzichte van de vorige Tweede Kamerverkiezingen. In 22 gemeenten is sprake van verlies.
Het hoogste percentage stemmen weet GL-PvdA te behalen in studentenstad Wageningen. Utrecht en Nijmegen sluiten de top drie af.
In onderstaande tabel zie je de tien gemeenten waar GL-PvdA het hoogste percentage stemmen heeft gehaald. Opvallend: op Wageningen, Schiermonnikoog en Diemen na, zijn het allemaal gemeenten uit de G40. Bovendien zijn het, met uitzondering van Schiermonnikoog, allemaal gemeenten waar veel studenten wonen.
Kijk je naar de gemeenten waar wij de grootste stijging hebben behaald ten opzichte van 2021, dan vertoont dat lijstje veel overeenkomsten met het vorige lijstje. Utrecht spant de kroon met +16,27%-punt, op de voet gevolgd door Amsterdam (+16%-punt). Schiermonnikoog komt niet voor in het lijstje grootste stijgers, maar Vlieland wel. Wederom dus weer allemaal studentensteden en een Waddeneiland.
Helaas kregen we in 22 gemeenten een verlies te verwerken. Dit was het grootste in Pekela, gevolgd door Stadskanaal en Westerwolde. In totaal verloren we in zes van de tien Groningse gemeenten. Het eens zo rode Groningen verbleekte de afgelopen verkiezingen steeds iets meer. Deze verkiezingen vormen daarop geen uitzondering.
De G4: winst voor GL-PvdA en PVV
In de G4 – Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht – hebben we het goed gedaan. In 2021 werd de VVD de grootste partij in Den Haag en in de andere drie steden ging D66 er met de winst van door. Nu zijn de stemmen anders verdeeld.
In Amsterdam is GL-PvdA nu met afstand de grootste partij. We hebben 33,6% van de stemmen gewonnen. De VVD volgt met 11,9% en D66 sluit de top drie af met 9,9%. Ook in Utrecht wist niemand in de buurt de komen van de roodgroene combinatie. D66 is de tweede partij geworden met 11,5% van de stemmen, VVD sluit de top drie af met 11,2%.
In Den Haag moeten we de PVV nipt voor ons dulden met 21,8% van de stemmen, terwijl wij 19,4% behalen. De VVD is derde met 15,1%. Ook in Rotterdam is Wilders’ partij de winnaar met 22%, GL-PvdA weet 19,8% binnen te slepen en wederom is er een derde plek voor de VVD met 11,2%.
De G40: winst voor GL-PvdA, maar ook een stevige voet aan de grond voor de PVV
In de veertig grootste gemeenten heeft GL-PvdA het goed gedaan. Op Emmen na is overal winst behaald. In een deel van de G40 gemeenten zijn we zelfs de grootste partij. Maar, ook de PVV en in sommige delen van het land NSC, hebben flinke voet aan de grond in de steden. Bovendien hebben onze progressieve vrienden van D66 en Volt in alle grote steden verloren. Ook onze linkse makkers van de SP en PvdD moesten stemmen inleveren.
Vrijwel overal in de G40 vormen de PVV, GL-PvdA en de VVD in wisselende volgorde de top drie partijen. In een enkel geval doen NSC, D66 of de SGP mee in de top drie.
In de G40 gemeenten in het westen en midden van het land is overal (flink) gewonnen vergeleken met 2021. In Amersfoort, Arnhem, Delft, Gouda, Haarlem, Hilversum, Leiden en Nijmegen is GL-PvdA de grootste partij. In de andere G40 gemeenten in dit deel van het land, is de PVV er met de winst vandoor gegaan.
De grote gemeenten in het zuiden laten een soortgelijk beeld zien. GL-PvdA wint overal in meer of mindere mate. Behalve in Eindhoven, zijn we nergens de grootste partij geworden in het zuiden. De VVD blijft de grootste in Breda, de andere steden zijn overgestapt naar de PVV. In Venlo, de geboorteplaats van Geert Wilders, weet de PVV zelfs 36,6% van de stemmen te halen.
In de grote steden in het noorden en oosten mengt NSC zich nadrukkelijk in de strijd. De partij van Pieter Omtzigt is de grootste in Enschede en Hengelo. GL-PvdA is er met de winst vandoor gegaan in Deventer, Groningen, Leeuwarden en Zwolle. In de andere gemeenten is de PVV de grootste geworden.
Emmen is de enige G40 gemeente waar GL-PvdA een klein verlies moet incasseren, hoewel we nog steeds in de top drie staan. De PVV wint in Emmen met 36,5% van de stemmen, op ruime afstand gevolgd door NSC (16,8%).
P10: liefde voor de BBB snel bekoeld
De P10 was tijdens de Provinciale Statenverkiezingen het terrein van de BBB van Caroline van der Plas. In deze 29 grote plattelandsgemeenten werd de partij overal de grootste, behalve in Altena. Van het succes van dit voorjaar is weinig overgebleven. De BBB heeft het niet slecht gedaan in deze plattelandsgemeenten, maar nergens is zij de grootste geworden. De beste notering is een tweede plek in Bronckhorst (18,3% nu, 44,6% bij PS), een derde plek in Tubbergen (17,4% nu, 58,8% bij PS) en een tweede plek in De Wolden (16,1% nu, 45,4% bij PS). De concurrentie van de PVV en NSC is flink.
GL-PvdA heeft zich goed staande gehouden in al dit verkiezingsgeweld. Hoewel we in geen plattelandsgemeente de grootste partij zijn geworden, hebben we wel vrijwel overal gewonnen. Behalve in Tubbergen (plek 6) en Twenterand (plek 8) zitten we overal in de top vijf.
De top drie in de plattelandsgemeenten wordt veelal uitgemaakt door PVV, NSC en BBB. De PVV eindigt in de P10 zelfs nergens lager dan op een tweede plek. In een aantal gevallen komen GL-PvdA, VVD en de SGP in de top drie voor. Een ander beeld dus dan in de G40, waar GL-PvdA in het grootste deel van de gemeenten een top drie klassering heeft gehaald.
Behalve in Borger-Odoorn (-0,5%-punt) en Twenterand (-1,1%-punt) is er winst behaald in de P10 gemeenten in het noordoosten en zuidoosten. NSC is de grootste in Dinkelland, Hof van Twente en Tubbergen. In die laatste gemeente was het CDA ooit zo machtig, nu is het aantal stemmen blijven steken op 3,6% (-31,8%-punt).
In de plattelandsgemeenten in het noorden was er overal een beetje winst voor GL-PvdA. De PVV is in al deze gemeenten de grootste partij geworden.
Ook de plattelandsgemeenten in het westen van het land hebben massaal gekozen voor Wilders. Alleen in de gemeente Veere werd een andere partij de grootste: de VVD. In Goeree-Overflakkee levert GL-PvdA 0,1%-punt in, in de andere gemeenten is er winst behaald.
De provincies
Kleurden de provincies afgelopen maanden maar BBB-groen, nu zijn het de PVV en GL-PvdA die de grootste zijn in de provincies. GL-PvdA is de grootste in Noord-Holland en Utrecht. De PVV in de andere provincies. De top drie in de provincies bestaat altijd uit de PVV, GL-PvdA, VVD en NSC. De BBB komt nergens aan de top drie te pas.
Zet je de resultaten van GL-PvdA in de provincies op een rijtje tegenover de Tweede Kamerverkiezingen van 2021, dan levert dat een mooi resultaat op met overal winst. Vooral in Utrecht en Noord-Holland is flink gewonnen.
Blik vooruit
De kater van deze verkiezingen zal nog wel even blijven. Met acht zetels erbij heeft GL-PvdA weliswaar een goed resultaat behaald, maar met een grote, rechtse meerderheid gaan we spannende tijden tegemoet. De cijfers laten zien dat de combinatie GL-PvdA vooral in de grote (studenten)steden goed aansloeg. Ook het feit dat we – op een kleine twintig gemeenten na – overal winst hebben behaald, stemt positief. In de plattelandsgemeenten hebben we ook goede resultaten geboekt, maar de PVV, BBB en NSC hebben daar steviger voet aan de grond dan wij. Laten we samen de schouders eronder zetten voor een sterk links geluid. Ook in die delen van het land!
1 Aa en Hunze, Assen, Leeuwarden, Noordenveld, Schiermonnikoog, Terschelling, Tynaarlo
2 Amersfoort, Amsterdam, Delft, Diemen, Groningen, Haarlem, Leiden, Nijmegen, Utrecht
Deze cijfermatige analyse is gemaakt op basis van de cijfers die op donderdag 23 november bekend waren. Als bron is de website van de NOS gebruikt. De definitieve uitslagen moeten nog vastgesteld worden en er kunnen nog veranderingen optreden.
Afbeelding: Kees van de Veen | ANP