Jaren geleden werd Wim Duisenberg, president van De Nederlandsche Bank en daarvóór minister van Financiën, uitgenodigd voor een conferentie in Groningen. Vanwege de afstand, die hij moest afleggen hoefde hij pas om 11.00 uur aanwezig te zijn. Hij bedankte daarvoor de organisatie, en zei daarbij: ‘De afstand tussen Amsterdam en Groningen is groter dan die tussen Groningen en Amsterdam.’ Als oud-inwoner van Heerenveen en Groningen kon hij dat weten.
In de stelling van Lokaal Bestuur gaven enkele PvdA-bestuurders vorige week aan dat het reduceren van de Lelylijn tot een kosten-batenanalyse kortzichtig is. Zelfs de Randstad profiteert, want het wordt wellicht makkelijker om een woning te vinden. Op zich klopt het dat je het naar het bredere geheel moet kijken. Gelukkig is dat ook gedaan. Zo zijn er wel degelijk maatschappelijke kosten-batenanalyses gemaakt, dus niet alleen financiële. Ook deze analyses zijn niet heel erg positief. De lijn biedt voor het noorden nauwelijks voordelen, wel nadelen. De Lelylijn zal bijvoorbeeld waarschijnlijk door een kwetsbaar natuurgebied lopen.
Alleen Drachten zou er echt voordeel van kunnen hebben. Het grote probleem in het noorden is namelijk het slechte openbaar vervoer binnen de eigen regio. Als je bijvoorbeeld in Spanga, Vinkega, Wittewierum of Veenhuizen woont, heb je niets aan de Lelylijn. Het is waar dat de economie kan aantrekken wanneer de infrastructuur verbetert. Begin daar dus mee in de regio zelf en laat dat gelijk oplopen met het verplaatsen van werkgelegenheid, ook culturele, uit de Randstad. Zo niet, dan zal de afstand tussen Amsterdam en Groningen nauwelijks korter worden. Lelylijn of niet.
Leen Hofman
Fellow bij de WBS en oud-gemeenteraadslid
Afbeelding: Bart Stoutjesdijk | ANP