Nu de campagne echt is losgebarsten, gaat het maar weinig over zaken die er provinciaal toe doen. Landelijke partijleiders stelen de show en de debatten gaan alle kanten op, behalve daar waar over gestemd kan worden. Gelukkig zijn er ook uitzonderingen. Zo heeft Habtamu de Hoop samen met GL bedacht hoe het ov uit het slop moet worden getrokken. Senior beleidsmedewerker Ton Langenhuyzen geeft in deze Uit de Kamer alle ins- en outs.
Reddingsplan openbaar vervoer
Tijdens de aankomende verkiezingen is bereikbaarheid met het openbaar vervoer een belangrijk thema. Terecht, vindt Habtamu de Hoop. Alleen al om het openbaar vervoer te laten herstellen van het teruggelopen reizigersaantal tijdens de coronaperiode, om de verschraling van de dienstregeling te stoppen en de prijsstijgingen terug te draaien, zijn extra investering van het Rijk onontkoombaar.
Het Kamerlid maakt zich al langer zorgen over de bereikbaarheid in met name het landelijk gebied. Wie van het openbaar vervoer afhankelijk is en naar de huisarts, werk of school moet, is steeds langer onderweg, betaalt meer of komt helemaal niet meer op de bestemming aan.
Om daar verandering in te brengen heeft De Hoop samen met GroenLinks het plan Iedereen stapt in! gelanceerd. Allereerst is er een basisniveau voor bereikbaarheid nodig. 95% van de huishoudens moet met het ov binnen drie kwartier vanaf vertrek bij school, ziekenhuis en supermarkt kunnen zijn. Paradoxaal genoeg is dat mogelijk als de lange afstandslijnen bij minder haltes hoeven te stoppen. Door tegelijkertijd mobiliteitshubs in te richten, waar je met het openbaar vervoer vanuit de kleine kernen met korte verbindingen en veel haltes kan overstappen op die lange afstandslijnen, moet dat kunnen. Dit klinkt misschien als toekomstmuziek, maar wordt in sommige regio’s al toegepast.
Ook voor mensen, die door fysieke beperkingen niet zelf naar een halte kunnen lopen, is iets anders nodig. Daarbij denkt De Hoop aan ‘een systeem van flexibel vraagafhankelijk vervoer.’ De inspiratie hiervoor is het succesvolle Vlinderbus-concept van Arriva in Gelderland.
In principe zou 95% van de Nederlanders op deze manier gebruik moeten kunnen maken van het ov. Voor de overige 5% in heel dunbevolkte gebieden geldt dit niet. Om ervoor te zorgen dat ook zij binnen 45 minuten hun bestemming kunnen bereiken, zou er als alternatief op korte afstand betaalbaar deelvervoer moeten worden aangeboden, vinden de Hoop en consorten.
Dat klinkt allemaal leuk en aardig, maar zolang het bij convenanten en uitgesproken intenties blijft, heb je er als reiziger nog steeds weinig aan. De 95%-norm moet daarom een afdwingbaar recht worden. Natuurlijk is er tijd nodig om de ov-capaciteit uit te breiden en te zorgen voor voldoende deelvervoer. Totdat het zover is, moeten burgers via hun gemeenteloket aanspraak kunnen maken op taxivouchers. Net als het geld dat nodig is om de norm te halen, moeten deze vouchers door het Rijk bekostigd worden.
De meeste aandacht kreeg echter het voorstel om naar Duits voorbeeld experimenten te houden met gratis ov. Behalve dat het allemaal betaalbaarder wordt, zorgt het er ook voor dat mensen hun auto laten staan en het milieu wordt gespaard. Tot slot moet er nu eindelijk eens werk worden gemaakt van de aanleg van nieuwe lijnen. Op de korte termijn zien PvdA en GL kansen voor de Lelylijn en Nedersaksenlijn. Andere nieuw aan te leggen spoorverbindingen zijn Eindhoven-Nijmegen en Breda-Utrecht.
De gevaarlijke lokroep van Buy Now, Pay Later
Het klinkt zo mooi: iets kopen en pas achteraf hoeven te betalen. En dat zonder extra kosten. Helaas: zo mooi is het niet altijd. Jongeren komen in financiële problemen door online shoppen op afbetaling, de zogenaamde Buy Now, Pay Later (BNLP) betaaldiensten. Barbara Kathmann vindt dat zeer onwenselijk en maant minister Schouten in een stel schriftelijke vragen over te gaan tot actie.
Schouten maakt zich net als Kathmann grote zorgen. Zo wijst onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten dat BNPL-betaaldiensten ook door jongeren onder de 18 jaar worden gebruikt. Terwijl dat helemaal niet mag. De betaaldiensten controleren de leeftijden niet goed. Daarbij komt ook nog dat er bij te laat betalen relatief hoge aanmaningskosten moeten worden betaald. De termen ‘gratis’ en ‘0% rente’, waarmee geadverteerd wordt, zijn dus ronduit misleidend.
Extra zorgelijk is het dat juist jongeren met betalingsachterstanden relatief vaak met aanmaningskosten en incassobureaus worden geconfronteerd. De BNPL-betaaldiensten zijn niet aangesloten bij het BKR en controleren van tevoren dus niet goed of hun klant wel kredietwaardig is.
Om aan deze problemen een einde te maken, is een herziening van de Europese richtlijn consumentenkrediet nodig. Zo moeten BNPL-betaaldiensten voortaan wel een kredietwaardigheidstoets uitvoeren en moeten ze voldoen aan regels ten aanzien van informatieverstrekking en reclame-uitingen. Ook wordt de maximale kredietvergoeding van toepassing op BNPL. Dit alles moet de consument beter beschermen.
Probleem is wel dat zo’n herziening tijd kost. De minister wacht dit niet af en met de BNPL-betaaldiensten om tafel zitten over hoe zij denken kwetsbare consumenten, waaronder jongere consumenten, beter tegen de risico’s van BNPL-betaaldiensten te gaan beschermen.
Afbeelding: Marcel van den Bergh | ANP
Contactgegevens:
T: 070-3182792
E: [email protected]