De campagne is nu echt begonnen. Los van het eigen verhaal is het daarbij belangrijk om oog te hebben voor je politieke tegenstanders. Wat willen ze? Wat zeggen ze? En hoe proberen ze ten koste van jou stemmen te winnen? Daarbij zijn vooral de lokale partijen ongrijpbaar. Reden te meer om wat dieper in het fenomeen van de lokale partijen te duiken met debattrainer, oud-fractievoorzitter in Rotterdam en oud-Kamerlid Peter van Heemst.
Waarom zijn lokale partijen zo ongrijpbaar, denk je?
‘Vooropgesteld, lokale partijen zijn er in alle soorten en maten: van superrechts populistisch tot zeer vooruitstrevend. Die laatste zijn vaak verwant aan de PvdA, wat vaak geen toeval is, omdat de oprichters uit onze gelederen afkomstig zijn. Die nemen niet de naam mee, maar wel hun grote sociale hart.’
Dat klinkt vrij tastbaar…
‘Ja, maar over het algemeen bedrijven veel van die lokalo’s minder hun politiek vanuit overtuigingen en idealen, en meer vanuit de onderbuik. Ze kijken hoe de wind waait en passen daar hun standpunten op aan. Niet wat denken we dat goed is voor de samenleving? Maar wat willen de mensen graag horen?’
Je hoort vaak dat zij in tegenstelling tot de landelijk gewortelde partijen wel weten wat er speelt.
‘Ja, dat is een hardnekkig frame. Niet alleen de PvdA, maar ook landelijk georganiseerde partijen, krijgen het verwijt dat ze aan de leiband van Den Haag lopen. Lokale partijen beweren dan dat zij wel vrijuit kunnen gaan voor wat de inwoners van hun gemeenten nodig hebben.’
Hoe kan je je tegen dat verwijt verweren?
‘Op twee manieren. Allereerst door het argument te ontkrachten. Als PvdA’er ben je natuurlijk ook lokaal geworteld. Je weet net zo goed wat er lokaal speelt als ieder ander. Waarschijnlijk beter. Dat vergt vooral dat je heel goed kan laten zien dat je verknocht bent met je gemeente en dat je daarin geworteld bent. Dat blijkt dan uit je ombudswerk, je bereikbaarheid voor je inwoners, en uit of je de taal van je stad of dorp spreekt.
Daarnaast moet je het omdraaien. Die landelijke partij is zo slecht nog niet. Als er iets is wat alleen landelijk opgelost kan worden, kunnen wij bellen met onze Kamerleden en dingen voor elkaar krijgen. Jullie niet.’
En toch zal je regelmatig te horen krijgen dat jouw PvdA de zorg gesloopt heeft. Wat zeg je dan?
‘Ik denk niet dat je voor kritiek uit het verleden weg moet lopen. In Rutte II zijn besluiten genomen die destijds leken te kloppen, maar in de praktijk verkeerd en pijnlijk hebben uitgepakt. Dat zien we ook en daar hebben de kiezers ons flink voor afgestraft. Terecht. We hebben daar lessen uit getrokken. Nu richten we de blik naar voren en willen we het hebben over de dingen die voor de komende vier jaar belangrijk zijn.
In de Rotterdamse raad kreeg ik vaak te horen van “de landelijke PvdA heeft dit verkeerd gedaan en dat.” Mijn standaard antwoord was dan: “Als je daar kritiek op hebt, moet je snel een landelijke partij oprichten en de PvdA-Kamerfractie ermee lastig vallen. Ik ben van de Rotterdamse PvdA en sta voor dit en dit.”’
Dat klinkt toch een beetje alsof de landelijke partij meer een vloek dan een zegen is?
‘Haha, nee zo bedoel ik dat zeker niet. Ik ben trots op de brede partij die de PvdA is. Maar daar hoort een onafhankelijke houding bij. Je moet ook kunnen zeggen: dat is een punt van de landelijke PvdA, maar daar ben ik het als lokale PvdA’er niet mee eens. Soms neem je afstand van de landelijke lijn, vaak niet. Het is een beetje zoeken naar de balans daarin.’
Is het ook zaak om de taal van de lokalo’s over te nemen?
‘Ik krijg vaak te horen dat de lokale partijen zich vooral met loszittende stoeptegels bezighouden. Daar is in mijn ogen niks mis mee. Integendeel. Ze maken zich kwaad over de zaken waar inwoners ook boos van worden. Een scheutje populisme kan geen kwaad. Je zit immers in de politiek om onrecht te bestrijden. Hoe klein dat ook lijkt te zijn.’
Meer boos zijn dus?
‘Nou dat lijkt me slecht voor je bloeddruk. Het probleem van lokalo’s en andere populisten is vaak dat ze permanent boos zijn. Van incident naar incident hollen zonder dat er een oplossing wordt geboden. Daar tegenover moet je een verhaal zetten. We zien die loszittende stoeptegel in het bredere geheel van leefbaarheid. Als PvdA willen we niet dat mensen hun heupen breken. We wachten niet tot een ongeluk, maar proberen dat juist te voorkomen door alle buurten goed te onderhouden. Daarom maken we een plan om de leefbaarheid te verbeteren en voeren we dat uit. Misschien wat saaier van het ene incident naar het volgende hollen, maar daar heb je als inwoner uiteindelijk meer aan.’
Niet alleen de lokalo’s zijn boos, de inwoners zijn dat vaak ook. Hoe overtuig je hen?
‘Het hangt er echt van af waar ze boos om zijn. Is het die loszittende tegel of het feit dat je voor de komst van een AZC of sociale huurwoningen hebt gestemd? In dat laatste geval zou ik er vooral niet te veel tijd in steken. Kiezers die dat vinden, staan te ver van je verhaal af. Die overtuig je niet meer. Dus daar uren en uren in steken, is zonde van je energie. Tegen die mensen moet je dus kort, beleefd en duidelijk uitleggen hoe je er tegenaan kijkt.’
Hoe doe je dat?
‘Het belangrijkste is dat je je feiten op orde hebt. Bijvoorbeeld over het toewijzen van huizen aan statushouders. Daar maken lokalo’s vaak enorme heisa over. Als je daar tegenover de cijfers zet, plaats je het in een geheel ander perspectief. Vijf huizen voor statushouders op een totaal van tachtig woningen, moet toch wel te doen zijn? Wat is een college waard als het wel woningen kan bouwen voor tachtig woningzoekenden, maar vijf extra niet mogelijk is?
Daarbij is het essentieel om je in je tegenstanders te verdiepen. Wat hebben ze in het verleden gezegd? Hoe vaak zijn ze van mening veranderd? Dat is gewoon goede munitie om te gebruiken.’
Op welke groep kiezers moet je je dan wel richten?
‘Richt je op de twijfelaars. Ik vind het lastig om hier heel stellig te zeggen wie dat zijn. Je weet dat toch zelf het beste. Maar persoonlijk denk ik dat je je moet richten op de teleurgestelde D66’ers. De mensen die normaal links, maar vorig jaar Kaag stemden. Mensen die vanwege de beloften van nieuw leiderschap en grote veranderingen in de politiek strategisch kozen, en in plaats daarvan hetzelfde kregen. Hoe ga je om met ouderen? Hoe ga je om met kinderen de jeugdzorg? En hoe ga je om met mensen die bulken van het geld? Dat hebben ze uit handen laten vallen. Daar mag je de lokale D66’ers best op aanvallen.’
Dat klinkt vrij reactief en landelijk…
‘Dat je lokaal de landelijke politiek in je verhaal betrekt, betekent niet dat je een puur landelijk verhaal uitdraagt. Daar zou ik ook niet voor zijn. Je kan best zeggen: “We willen lokaal eerlijk de lusten en de lasten verdelen, maar door Kaag en Rutte is dat niet mogelijk en worden de grote vermogens ongemoeid gelaten.”’
Het lokale verhaal staat centraal dus?
‘Zeker. Zonder goed en duidelijk sociaal-democratisch verhaal hoef je helemaal niet aan die campagne te beginnen. Uiteindelijk moet je kracht je eigen PvdA-boodschap zijn. Dat die helder is, dat het goed in elkaar zit en dat je kiezers aanspreekt. Bij dat laatste is het niet alleen belangrijk dat de inhoud klopt. De manier waarop je het vertelt is minstens even belangrijk: met overtuiging en optimisme.’
Optimisme, is dat niet tegengesteld aan de boodschap van het moet allemaal anders?
‘Dat denk ik niet. Ik heb tientallen mensen getraind de afgelopen tijd en daar zat geen een azijnpisser tussen. Je ziet binnen de PvdA heel veel optimisme en overtuiging. Dat is eigenlijk een enorm groot wapen tegen de grote verzuring op rechts. Mensen in het land keren zich echt af van het verbale geweld en van de politiek waar haat en nijd regeert. Als je laat zien dat jij juist van de samenwerking bent, dan is dat een goed verhaal. Een beetje netjes met elkaar omgaan. Op straat, maar ook in de politiek, dat geeft kracht.’
In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen geeft Peter een aantal debattrainingen voor het CLB. Die zitten helaas vol, maar niet getreurd: ook voor het partijbureau verzorgt hij een training tijdens de PvdA campagnewerkplaats en daar is nog plek.
Ook kan je alle tips nog eens rustig nalezen in onze handreiking over lokale partijen.
Afbeelding: Robin van Lonkhuijsen | ANP