Lokaal Bestuur
Met verbod op lachgas zijn de gezondheidsrisico’s natuurlijk niet verdwenen

Een korte maar heftige roes krijg je ervan. Je voelt je dronken, hebt minder pijn en je ontspant. En dat eigenlijk maar voor een prikkie. De afgelopen jaren werd lachgas steeds populairder onder jongeren, maar sinds dit jaar is het bezit en verkoop van lachgaspatronen als genotsmiddel illegaal geworden. De maatschappelijke en gezondheidsrisico’s van gebruik zijn dermate hoog, dat zowel politie als medici op een verbod hebben aangedrongen op het middel.


Kleurige ballonnetjes, lage prijzen, een leuk woord met lachen erin: burgemeester Ahmed Marcouch zag het lachgas in Arnhem een aantal jaar geleden in de kroegen opkomen. ‘Het stond gewoon als tapgas naast de tapbar. Er waren ondernemers die zeiden dat het kon omdat het juridisch niet verboden was om het te verkopen.’ Marcouch merkte ondertussen dat het gebruik toenam. Verkeersongelukken waarbij mensen onder invloed waren. ‘Ik kreeg zelfs mailtjes van wanhopige moeders, met de oproep om er iets tegen te doen.’

Marcouch: Goed dat lachgas nu onder de Opiumwet valt

De gemeente Arnhem zag een mogelijkheid om de verkoop van lachgas als genotsmiddel te verbieden: artikel 9 van de Wet Milieubeheer, waarin staat dat iedereen die beroepshalve een stof ter beschikking stelt en die weet dat er gevaren kunnen optreden voor de gezondheid van de mens is verplicht maatregelen te nemen om die te voorkomen of te beperken. ‘En het is heel duidelijk dat lachgas mettertijd vernietigend kan zijn en niet bedoeld is voor de consumptie om te inhaleren. We hebben toen een strenge waarschuwende brief geschreven en het in de algemene plaatselijke verordening opgenomen. De meeste ondernemers stopten meteen. Er was maar een hardnekkige ondernemer die dat niet wilde. Die heeft een last onder dwangsom gekregen, en die is vervolgens gaan procederen. Maar nu valt het onder de Opiumwet.’

In Rotterdam was er ook al een verbod op lachgas: ‘Wij zijn een groot voorstander daarvan,’ zegt raadslid Sarah Reitema. ‘Bij ons is drugsbeleid, en lachgasbeleid in het bijzonder, ondergebracht bij het onderwerp veiligheid, waaronder ook sociale cohesie, sociale ongelijkheid en leefbaarheid van kwetsbare wijken vallen.’

Hoe groot het probleem precies is, weet Reitema niet. ‘We kunnen ons voorstellen dat overlast in Rotterdam wel hoger ligt dan in andere gemeenten, omdat het een relatief jonge bevolking heeft met grootstedelijke vraagstukken. De gemeente krijgt regelmatig klachten van bewoners die veel zorgen hebben. Ook herkennen we de problematiek in het straatbeeld. Het is onze indruk dat de overlast vooral voorkomt op hotspots en op bepaalde tijden. Een deel van de zichtbare gebruikers gebruikt overigens ook in het verkeer, wat zeer gevaarlijk is voor de gebruikers zelf en onschuldige mensen op straat.’

Kanttekening bij verbod

De gemeenteraad van Breda vond dat de overlast die samenhangt met lachgas aangepakt moest worden, vooruitlopend op het landelijke verbod, zegt burgemeester Paul Depla. Hij benadrukt absoluut niet vóór het gebruik van lachgas te zijn, maar plaatst wel kanttekeningen bij een verbod. ‘Het raadsvoorstel was destijds niet onomstreden, want een verbod op genotsmiddelen heeft eigenlijk nog nooit wat opgeleverd. Met een verbod criminaliseer je wat mij betreft de gebruiker en ontstaat er juist een illegale markt voor, waardoor de gebruiker uitwijkt naar de criminaliteit. Hierdoor is de crimineel de lachende derde. Een verbod is wat mij betreft het einde van een discussie.’ Toch was een meerderheid van de raad voor en werd het in de APV opgenomen.

Depla: Als 50-plussers moeten we een beetje dimmen

Breda heeft niet een specifieke lachgasproblematiek: ‘We hebben meer last gehad van alcohol, ghb en speed in de verstoringen in de openbare orde. De vraag is bij een verbod: beland je straks in dezelfde discussie die we ook hebben met cocaïne of xtc, en krijgen we een soort gedoogconstructie dat je wel één ampul mag hebben voor eigen gebruik? Wij hebben ons hele leven alcohol en tabak kunnen gebruiken, met alcohol zijn er ook veel problemen met de openbare orde en huiselijk geweld, en met nieuwe middelen grijpen we opeens op deze manier in. Ik vind eigenlijk dat we als 50-plussers een beetje moeten dimmen.’

‘Gezondheid, stupid’

Veel belangrijker is volgens Depla dat er ingezet wordt op de gevolgen van gebruik op de volksgezondheid: ‘Vrij naar Clinton: het is de gezondheid, stupid. Het zit nu helemaal in die veiligheidskolom, terwijl het juist uit dat frame moet komen en in het vakje van volksgezondheid moet belanden. De reden waarom er steeds minder mensen heroïne gebruiken in Nederland is omdat het duidelijk is geworden wat voor gezondheidseffecten het heeft. Zet in op voorlichting en matiging van gebruik. Dan is er ook een direct eigenbelang voor de betrokkene, en geef je niet alleen een zondagse preek die heel goed voelt maar niets oplevert. Je moet dus inzichtelijk maken wat de nadelige gevolgen zijn van lachgas.’

Marcouch sluit zich aan bij die oproep. ‘Ik denk dat het belangrijk is dat er een landelijke campagne wijst op de nadelige gevolgen van lachgasgebruik. De wet alleen doet namelijk niets. Als we dat bij drank doen, dan kan dat ook voor andere middelen. Het gaat om voorlichting en corrigeren, waar het jeugd- en jongerenwerk een rol in moet spelen. Ook is de voorlichting uiteindelijk noodzakelijk om handhaving goed in te kunnen zetten.’

Depla: Zet in op voorlichting en matiging van gebruik

De burgemeester van Arnhem vertelt overigens niet actief te gaan handhaven op lachgasgebruik: ‘We gaan niet jagen; er ligt ook een verantwoordelijkheid bij ondernemers, gebruikers en ouders. Helemaal uitbannen kunnen we het niet. Dat zie je ook met andere drugs. Of kijk naar alle verkeerswetten: zijn die allemaal te handhaven? Nee.’

Tegelijkertijd ziet Marcouch juist in grote steden een hoop excessen met deze drug. ‘Tot nu toe ontbeerden we een wet om echt door te kunnen zetten bij misbruik, die hebben we nu wel. Ik ben blij dat er tegen opgetreden kan worden. Dat stellen van die norm werkt. Zolang je het niet in een wet hebt opgenomen, presenteer je het alsof lachgasgebruik normaal is. Daarnaast helpt een wet ook bij mensen die heel juridisch in het leven staan. Die eigenlijk geen oog hebben voor de schadelijke effecten, maar tot nu toe alleen zeiden dat het niet verboden is en dat ze het dus mochten verkopen.’

Politieke afweging

Reitema kent de juridische discussie rondom slagroomspuiten waarin lachgas is verwerkt en ziet bovendien dat de politie kampt met een capaciteitsvraagstuk: ‘In Rotterdam hebben we een tekort van zo’n vijfhonderd agenten. Tegelijkertijd zien wij het als onze rol om vooral een politieke afweging te maken rondom de wenselijkheid van het gebruik van lachgas. De juridische discussie is niet altijd doorslaggevend.’

Als politiek maak je regels en zet je maatschappelijke problemen op de agenda van andere overheidsorganen, zegt Reitema. ‘We hebben niet de illusie dat een wet als het verbod op lachgas, of in ons geval de verwerking in de APV, zal leiden tot nul gebruikers. Wel kan het helpen om kaders te stellen, het gebruik te minimaliseren en handhavers de bevoegdheid te geven om in te grijpen. Ook kunnen wij bijdragen aan de bewustwording onder Rotterdammers over de gevaren van het gebruik van lachgas.’

Reitema: De juridische discussie is niet altijd doorslaggevend

Hoe het verbod precies gehandhaafd moet worden, laat Reitema liever over aan de politie: ‘De manier waarop de politie de wet handhaaft vinden wij een afweging die het korps zelf moet maken. Als een nieuwe aanpak positieve of negatieve gevolgen heeft, spreken we ons hier wel over uit. We zijn terughoudend in het geven van politiek gemotiveerde instructies aan de politie. Politici zijn geen veiligheidsprofessionals. Politieke instructies gaan volgens ons vaker ten koste van de capaciteit dan dat het bevorderlijk is voor de handhaving.’

Draagvlak

De Bredase burgemeester Depla noemt als laatste draagvlak nog als groot aspect: ‘Waarom de meeste mensen niet met alcohol op rijden of niet door rood rijden, is omdat iedereen weet wat het kan veroorzaken. Het heeft maatschappelijk draagvlak. En daar gaan de meeste regels uiteindelijk over: draagvlak. De enige regels die echt betekenis hebben, worden gedragen door de maatschappij, niet door burgemeesters. Weer een regel toevoegen die je niet kunt handhaven, draagt bij aan het beeld van een ongeloofwaardige en onmachtige overheid.’


Afbeelding: Corné Sparidaens | ANP