Lokaal Bestuur
Onorthodoxe aanpak voor een Veilig Thuis Foto: Robin Utrecht, Hollandse Hoogte | ANP

Al jaren zijn de wachttijden bij Veilig Thuis te lang. Een aantal gemeenten probeert de minst ernstige gevallen nu sneller via de eigen sociale teams op te vangen.


Nog steeds lange wachttijden bij Veilig Thuis. Dat kopte de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) eind vorig jaar op haar wesbite.

Veilig Thuis, ontstaan in 2015, registreert alle meldingen van (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling en geeft adviezen aan instanties als Jeugdzorg wat te doen. Van de 25 regionale organisaties van Veilig Thuis voldeed er geen een aan de wettelijke termijnen. Wat daarbij opviel, is dat het aantal adviezen in vier jaar tijd met ongeveer een kwart is toegenomen.

De geluiden over te lange wachttijden zijn niet nieuw. In de stad Groningen trok de PvdA in 2019 na soortgelijke berichten al aan de bel. Volgens raadslid Rozemarijn Gierkink is er sindsdien helaas geen vooruitgang geboekt: ‘Van de meldingen wordt 51 procent binnen de wettelijke termijn van vijf werkdagen afgehandeld. En 48 procent van de vervolgstappen binnen de termijn van tien weken. De wachtlijsten zijn dus een structureel probleem.’

De oorzaak? ‘Het is deels een kwestie van onvoldoende personeel. Je kunt er wel een zak geld tegenaan gooien, maar je hebt op deze arbeidsmarkt niet zomaar gekwalificeerde mensen gevonden. Zelf opleiden kost tijd: het duurt negen maanden voor een nieuwe medewerker is ingewerkt.’

In Groningen heeft Veilig Thuis hard gewerkt aan de aanpak van het personeelstekort. Inmiddels blijkt de organisatie geen personeelstekort meer te hebben, laat Gierkink weten. Veilig Thuis in Groningen zit momenteel iets boven de formatie om eventueel personeelsverloop te kunnen opvangen. Zeven nieuwe medewerkers zijn aangenomen. Naar verwachting zijn zij rond de zomer volledig ingewerkt. Voordat het zover was, zag de gemeente zich genoodzaakt zelf in te grijpen.

Eigen actieplan

Mede door de lange wachttijden kwam de gemeente eind vorig jaar zelf met een actieplan tegen huiselijk geweld en kindermishandeling.

‘Dat is samen met ervaringsdeskundigen opgesteld. Daar waren we heel blij mee, want zo krijg je een veel beter plan dan wanneer het bestuur dit alleen bedenkt. In Groningen investeren we al langer ongelijk in gelijke kansen. Dat doen we met dit plan ook.’

Hoe dan? ‘Wij richten ons op die wijken waar de grootste problemen zijn, zoals armoede en schulden. Dat levert vaak stress op en leidt vaker tot geweld. Hier zetten we meer in op vroegtijdige signalering en interventies. En onze sociale teams komen bij de gezinnen waar geweld plaatsvindt sneller thuis.’

Onorthodoxe aanpak

De gemeente kiest naast de aandacht voor specifieke wijken voor nog een onorthodoxe aanpak. Waar gewoonlijk de huisarts en schooldirecteur problemen signaleren, wil de gemeente ook andere beroepen die in contact komen met mensen inschakelen. ‘Denk aan de kapper en de pedicure, die toch sneller die blauwe plek kunnen zien. Of mensen van de woningcorporatie, die komen al bij mensen thuis. Zij krijgen nu een training.’

Op die manier hoopt de gemeente dat de wijk en sociale omgeving veel meer betrokken raakt bij het signaleren van geweld en mishandeling, zegt Gierkink. ‘Het klinkt misschien gek, maar we krijgen nog niet genoeg meldingen bij Veilig Thuis. We weten dat er gemiddeld 72 keer geweld plaatsvindt voordat iemand zelf of uit de omgeving een melding doet bij Veilig Thuis. Uit onderzoek komt een schatting dat bij 16.500 huishoudens in Groningen sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling. Dan is het aantal meldingen van 800 per 100.000 inwoners zoals we nu hebben nog veel te laag.’

Dat daarmee de druk bij Veilig Thuis zal toenemen, moet dan maar, zegt Gierkink. ‘Veilig Thuis beoordeelt alle meldingen en behandelt de zwaarste gevallen direct, daar zal nooit een wachtlijst ontstaan. De minder ernstige meldingen komen sneller bij het sociale team. Die staan binnen 48 uur achter de voordeur.’

Noodmaatregelen

Ook in Nijmegen is Veilig Thuis een zorgenkindje. Dat zegt raadslid Mika Kraft. ‘In 2023 werd slechts 28 procent van de meldingen binnen de wettelijke termijn afgehandeld. We hebben toen noodmaatregelen moeten nemen, omdat er onvoldoende capaciteit was. Zo werd de chatdienst van Veilig Thuis tijdelijk ondergeschoven bij een andere regio: Gelderland-midden. Aan medewerkers werd gevraagd meer te gaan werken.’

Al eerder, in 2017, pleitte de voorganger van Kraft in de raad voor meer middelen en aandacht voor Veilig Thuis. ‘Maar we hebben er nooit grip op gekregen. Veilig Thuis valt bij ons onder de GGD, een gezondheidsorganisatie. Al in 2018 zei de regionale rekenkamer dat er weinig sturing was vanuit het bestuur van de GGD. Hierbij gaf de rekenkamer aan dat het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur, dus de wethouders van de betrokken gemeenten, nauwelijks een rol speelden in de besluitvorming. Mede hierdoor is de rol van de gemeenteraad heel klein geweest. Sturen op gemeenschappelijke regelingen blijft helaas lastig.’

Na de noodmaatregelen van 2023 kwam Veilig Thuis dit jaar met een verbeterplan, zegt Kraft: ‘Veilig Thuis wil de casussen meer in teams oplossen en de samenwerking in de keten versterken. Ook wordt het werk van Veilig Thuis breder belegd bij het sociale domein, zoals onze buurtteams. Die hebben beter zicht op wat er achter de voordeur gebeurt. Deze teams zijn sinds maart versterkt met twee mensen die kennis hebben van veiligheid en huiselijk geweld.’

Dezelfde buurtteams krijgen ook een grotere rol in preventie, zegt Kraft. ‘Sinds 2021 werken we met buurtteams Jeugd en Gezin. De teams mogen zelf eerstelijns zorg aanbieden. Waar ze eerst vooral een loketfunctie hadden, kunnen ze nu zelf meer hulp en veiligheid bieden. Nijmegen hoopt met de buurtteams zo 80 procent van de casussen zelf op te lossen zonder indicatie of doorverwijzing. De vraag is of dit effectief is en of de gemeente dit niet vooral doet uit kostenoverwegingen.’

Wel een voordeel: ‘Bij het buurtteam zijn weinig wachtlijsten. De echte wachtlijsten liggen bij Veilig Thuis zelf.’

Investeren in voelsprieten

Ook in een kleinere gemeente als Kampen stijgt het aantal adviezen dat Veilig Thuis verstrekt. Fractievoorzitter Manfred Haveman vindt dat op zich een goede zaak: ‘Veilig Thuis is ontstaan in 2015 vanuit een fusie. Sindsdien weten steeds meer mensen deze organisatie te vinden. Niet alleen professionals als politie en jeugdzorg, maar ook de inwoners van onze gemeente. Dat de weg ernaartoe makkelijker is geworden, veroorzaakt dan maar een groter aantal meldingen. Daar gaat ook een preventieve functie van uit.’

Haveman haast zich te zeggen dat een gemeente de wachtlijsten niet kan oplossen. ‘Die beperken zich niet tot Veilig Thuis, we zien ze ook bij de jeugdbescherming. Het hele zorgdomein is overspannen. Er is een tekort aan mensen en in het hele systeem van organisaties zitten veel haperingen.’

Niets doen is geen optie, zegt hij: ‘Een gemeente kan wel proberen geweld te voorkomen, door aan preventie te werken. Dat betekent dat je je lokale netwerk in de vingers moet krijgen. Meer met maatschappelijk werk aan de slag en meer samenwerken met de huisarts.’

Hij vervolgt: ‘Heel veel van wat achter de voordeur gebeurt, weten wij niet. Investeer daarom in wat ik noem de voelsprieten en tentakels. Dat betekent sterke wijken, waarin we netwerken versterken en ontmoetingspunten organiseren. Vanuit de gemeente hebben we een wijkverbinder aangewezen en organiseren we een pr-campagne zodat mensen weten waar ze naartoe kunnen.’

Haveman ziet daarbij een grotere rol weggelegd voor de informele circuits, zoals de muziek- of sportvereniging. ‘Voor jong en oud kan dit een veilige haven zijn. Vrijwilligers zien als leek ook dat dingen bij iemand thuis niet pluis zijn. Dan moet je het lef tonen om in gesprek te gaan. Verenigingen zitten er misschien niet op te wachten, en we zijn het in een samenleving met toenemend individualisme niet meer gewend, maar de gemeente zou wel kunnen insteken op bewustwording en voorlichting hoe je je burgerschap beter kunt vervullen.’