Lokaal Bestuur
Ondanks enorme impact krijgt huiselijk geweld maar weinig aandacht

Dat huiselijk geweld een maatschappelijk probleem is, zal niemand ontkennen. Toch staat het niet meteen bovenaan de politieke prioriteitenlijstjes. Om daar verandering in te brengen is er naast aandacht ook actie nodig. In onze nieuwe handreiking (Huiselijk) geweld tegen vrouwen staat wat je lokaal kan doen. Welke (politieke) actie is er nodig? En hoe beschermen we slachtoffers beter?


Maak genderspecifiek beleid

Kirsten van den Hul

Voormalig Kamerlid, adviseur en ervaringsdeskundige


In de handreiking (Huiselijk) geweld tegen vrouwen staan ongelooflijke cijfers. Zoals: ‘Uit de hulpverlening weten we dat er gemiddeld 33 incidenten nodig zijn voordat er een melding wordt gedaan.’ Herkenbaar?

‘Zeker, veel mensen durven geen melding te doen, omdat ze bang zijn dat ze dan juist meer problemen krijgen. Preventie is daarom ontzettend belangrijk, want de aanpak van huiselijk geweld begint nu te vaak op het moment dat het al te laat is en het al over opvang en gebiedsverboden en dergelijke gaat. Dat wil je vóór zijn. Je ziet ook zelden dat het ophoudt als er eenmaal daders en slachtoffers zijn.’

Hoe zou je dat aan moeten pakken?

‘Een van de startpunten is genderspecificiteit. Genderspecifiek beleid komt er op neer dat je erkent dat genderongelijkheid vaak een oorzaak is van het probleem. Dat moet dus ook onderdeel zijn van de oplossing.’

Vertel.

‘Dat betekent dat beleid niet one size fits all moet zijn, maar rekening moet houden met de machtsongelijkheid, die er nog steeds is tussen mannen en vrouwen. Als vrouwen niet financieel onafhankelijk zijn van hun partner komt dat tot uiting in economische ongelijkheid. Je moet je beleid daar op aanpassen.’

Hoe doe je dat concreet?

‘Bij bijvoorbeeld voogdijbeleid wordt er na geweld vaak snel ingezet op het normaliseren van het contact. Er zijn ook landen waarbij juist tijdelijk over wordt gegaan op één ouder voogdij, omdat ze de veiligheid van slachtoffers willen waarborgen.’

Wat kunnen gemeenteraadsleden en wethouders specifiek doen?

‘Allereerst: heb het er vaker over. Ik heb als Kamerlid de initiatiefnota De schaamte voorbij geschreven. Daarin pleit ik ervoor om het onderwerp huiselijk geweld standaard in een coalitie- of collegeakkoord op te nemen. Je kunt daarbij kijken naar de regiovisie over huiselijk geweld. De doelstellingen daaruit kun je vertalen naar de eigen lokale situatie. Zo kun je focus aanbrengen op specifieke doelgroepen zoals ouderen of vrouwen die niet economisch zelfstandig zijn. Een gerichte benadering dus. Ook kun je de samenwerking tussen de verschillende betrokken partijen bevorderen.’

Zoals?

‘Dan gaat het over de samenwerking met de politie natuurlijk, maar ook in het onderwijs kunnen signalen opgepakt worden. In elke klas zit wel een kind dat opgroeit in een situatie van geweld achter de voordeur. Als iemand problemen signaleert, moeten die wel worden gedeeld met en tussen hulpverlenende instanties, zoals bijvoorbeeld de school. Dat soort instanties om tafel brengen gaat vaak goed, maar niet altijd. Daar kun je als gemeente absoluut een rol in spelen.

Ook kun je als gemeente actief mensen informeren over wat je moet doen als je met huiselijk geweld in aanraking komt, als slachtoffer of als getuige. En natuurlijk iets heel concreets als het fatsoenlijk financieren van vrouwenopvanglocaties. Daar wordt soms te snel op bezuinigd. Dan zijn kwetsbare gezinnen al snel het kind van de rekening.’


Doorbreek het taboe

Nenita La Rose

Oud-raadslid Amsterdam en voorzitter van de Nederlandse Vrouwen Raad


Wat is de beste manier om huiselijk geweld aan te pakken?

‘Ik denk vooral door er veel over te communiceren. Praten, voorlichting en daar al jong mee beginnen.’

Dat is vooral preventie. Is dat voldoende?

‘Nee, het moet een combinatie van preventie en repressie zijn. Waarbij aandacht bieden aan slachtoffers heel belangrijk is.’

Wordt er streng genoeg gestraft?

‘Ik denk het niet. Vrouwen die aangifte doen, worden vaak niet serieus genoeg genomen. Naar de politie stappen is voor veel mensen sowieso al een grote stap, maar als je dan hoort “praat het uit, ga gewoon naar huis, aangifte opnemen is wel een erg grote stap” wordt het er niet beter op.

Voordat iemand naar de politie stapt, is er al ontzettend veel gebeurd. Dus je moet dat juist heel serieus nemen. Maar zelfs als alles wel volgens het boekje verloopt, is er vaak weinig of geen plek, waar vrouwen, die zich gemeld hebben, terecht kunnen.’

De focus ligt bij jou dus op praten en communiceren? Is het daarbij niet een probleem dat veel vrouwen gewoon kwetsbaar zijn en mannen niet gevoelig zijn voor belerende woorden?

‘Dat is ook wel zo. Daarom is praten alleen niet voldoende. Je moet ook actie ondernemen. Niet alleen richting slachtoffers én daders. Hen niet alleen straffen, maar ook in gesprek gaan. Vaak zijn daders zelf in het verleden slachtoffer geweest.’

Wat kunnen gemeenten doen om huiselijk geweld aan te pakken?

‘Continu aandacht schenken aan geweld tegen vrouwen. Er heerst een groot taboe om er over te praten. Gemeenten kunnen preventief te werk te gaan door voorlichting te geven, door samen te werken met organisaties, die betrokken zijn bij huiselijk geweld, en door te zorgen voor veilige opvangplekken. Of er bijvoorbeeld voor zorgen, dat vrouwen een codewoord kunnen gebruiken bij de apotheek als ze zich bedreigd voelen. Dat is tijdens de coronapandemie een uitweg geweest.’

Wat me opvalt is dat zowel Kirsten als jij het eigenlijk alleen over vrouwen hebben, terwijl in de handreiking staat dat naast 11% van de vrouwen ook 8% van de mannen slachtoffer is van huiselijk geweld.

‘Ik denk dat mannen minder snel aangifte doen en er over praten. Er wordt geschat dat er 80.000 mannen per jaar slachtoffer zijn van ernstige mishandeling in de huiselijke sfeer. Maar dat wordt vaak niet als huiselijk geweld aangeduid. Ook daar zit een taboe op. Zowel bij mannen als vrouwen moet dat taboe dus weg.’

Het zijn allemaal grote aantallen.

‘In Amsterdam waren het afgelopen half jaar al ruim vijfduizend meldingen van een geweldsincident in de privésfeer bij Veilig Thuis organisaties. Het gaat dan voornamelijk om vrouwen. Dat is echter maar een deel van het aantal gevallen.’

Welke fouten kunnen gemeenten maken?

‘Ik denk dat het goed is dat ze vooral niet proberen zelf beleid te verzinnen, maar gebruik te maken van ervaringsdeskundigen. En ga niet zelf antwoord geven op vragen, maar wijs door naar instanties met inhoudelijke kennis. De gemeente moet een faciliterende rol spelen. Bijvoorbeeld door spotjes te maken waarin mensen worden gewezen op hoe ze signalen van huiselijk geweld kunnen herkennen en waar ze dat dan kunnen melden.’


Je moet een team zijn als gemeente

Petra Zwang

Wethouder in Schiedam


Je was als raadslid (in de vorige periode, red.) initiatiefnemer van de bewustwordingscampagne huiselijk geweld in Schiedam. Wat houdt dat initiatief precies in?

‘Toen we de cijfers van Veilig Thuis bespraken, merkten we dat we altijd veel vragen daarover hadden, maar dat er verder weinig mee gebeurde. We hebben toen een webinar georganiseerd met zes partijen uit de coalitie en oppositie om te bespreken wat we er nog meer mee konden doen. Daar is een initiatiefvoorstel uit gekomen om over zes thema’s gesprekken te organiseren.’

Jullie hebben in dat voorstel veel zaken onder de noemer ‘huiselijk geweld’ geschaard: ouderenmishandeling, vrouwenbesnijdenis, huwelijksdwang, kindachterlating, gedwongen prostitutie, loverboys, kindermishandeling, psychische mishandeling, (ex)-partnergeweld en stalking.’

‘We wilden hem expres breder maken, omdat iedereen altijd denkt aan kindermishandeling en “man slaat vrouw”. Dat is echt te beperkt: er zijn helaas veel meer vormen van huiselijk geweld. En niet alleen bij vrouwen, mannen zijn ook vaak slachtoffer. Daarnaast wilden we een plek geven aan daders in ons verhaal, omdat die zelf vaak slachtoffer zijn geweest of uit onmacht handelen.’

Die bijeenkomsten werden dus gefaciliteerd door de gemeente?

‘Ja, maar iedereen zat gelijkwaardig aan tafel. Daar zijn aanbevelingen uit gekomen, die we hebben opgenomen in ons uitvoeringsprogramma Veilig.’

Wat zijn de belangrijkste aanbevelingen?

‘Bij mensen die we spraken, was de aangifte niet goed verlopen. Slachtoffers zijn soms zo gestresst dat ze bij een aangifte bij wijze van spreken zelfs hun eigen naam niet meer weten. Daar moet je dus ook rekening mee houden. Een aanbeveling is dus om daar rekening mee te houden en het proces zo in te richten dat dit zo goed mogelijk wordt begeleid.

De belangrijkste aanbeveling is echter dat je het breed moet aanpakken en vanuit gelijkwaardigheid met alle partners. Je moet een team zijn als gemeente.’

In het document wordt ook gesteld dat sommige thema’s door het Rijk opgelost moeten worden: druk op de zorg, wachtlijsten en versnippering van de hulp. Wat raad je gemeenten aan daarin te doen?

‘Een lobby vanuit de VNG zou heel goed zijn. Die is er niet echt. Zelfs in onze eigen partij wordt huiselijk geweld vaak als een te beperkt onderwerp opgepakt. Neem meisjesbesnijdenis: er wordt vaak gedacht dat dit alleen ver weg gebeurt. Maar kinderen van migrantenouders, die in Nederland geboren zijn, worden vaak tóch nog besneden. In Nederland of als ze op vakantie zijn. Dat gebeurt veel vaker dan je denkt. Het is strafbaar, maar veroordelingen zijn er eigenlijk niet.

Alleen al daar is meer aandacht voor nodig. En dat is nog flink lastig, want wij met onze blonde paardenstaarten stellen dan hele directe vragen, maar in veel culturen werkt dat niet en krijg je niet boven tafel wat er aan de hand is.’

Hoe ziet de bewustwordingscampagne er uit?

‘We hebben zes filmpjes gemaakt, voor elk van de hoofdthema’s. Die zijn op de lokale tv uitgezonden. Daarnaast hebben we posters opgehangen om mensen ervan bewust te maken dat iedereen, ook getuigen van huiselijk geweld, een rol hebben in de oplossing.’

Tot slot, over die versnippering van de hulp: kunnen gemeenten daar ook iets in betekenen?

‘Natuurlijk. Door dit type bijeenkomsten merken we al dat we verder komen. In de eerste bijeenkomst hadden we geen pauze opgenomen. We dachten dat iedereen van alle organisaties elkaar al kende, maar na afloop bleek dat er veel visitekaartjes werden uitgewisseld en dat dit helemaal niet het geval was. Het netwerk smeden en versterken is dus ook belangrijk. Dat kunnen gemeenten goed doen.’


In onze nieuwe handreiking (Huiselijk) geweld tegen vrouwen staat alle relevante informatie op een rij en vind je daarnaast tal van goede voorbeelden en praktische tips.


Afbeelding: Sabine Joosten | ANP