Drugscriminaliteit is al lang niet meer een zorg die louter landelijke aanpak vergt van het Openbaar Ministerie en de landelijke politie. Smokkelaars wijken uit naar de kleinere havens in het land. Drugshandelaren ronselen jongeren als ‘uithalers’. Drugsproducenten vestigen drugslabs in boerenschuren op het platteland. Kortom, gemeenten hebben direct te maken met ondermijning van de leefbaarheid. Wat is daar lokaal tegen te doen?
Emeritus hoogleraar Ondermijningstudies aan de universiteit van Leiden, Pieter Tops, is heel duidelijk over het probleem: Het mag misschien zo lijken, maar de interesse van drugscriminelen voor locaties buiten de grote steden is allerminst nieuw. ‘Het is vrij simpel: daar waar de activiteiten het minst in het oog springen, gebeuren ze. Op het moment dat de steden wat steviger aanpakken, komen de dorpen en het platteland in trek en vice versa.’
Niet nieuw, maar daarom niet minder lastig om als kleine gemeente tegen de harde en invloedrijke drugswereld in het geweer te komen.
Gemeenten kampen met de gevolgen van vijftig jaar ineffectief Nederlands drugsbeleid, meent Tops. ‘Wij zijn een draaischijf geworden op Europees en mondiaal niveau in de productie en distributie van drugs. Georganiseerde misdaad blijft primair een zaak voor politie en OM, maar de maatschappelijke effecten van drugscriminaliteit komen deels op het bordje van lokaal openbaar bestuur.’
Die effecten manifesteren zich in allerlei hoeken van het maatschappelijk leven. ‘Niet alleen de burgemeesters hebben door hun veiligheidsportefeuille te maken met de bestrijding van ondermijning. Ook wethouders die over jeugdbeleid, werkgelegenheid of woningbouw gaan, hebben ermee te maken.’
Woningsluiting
Voorkomen, handhaven en ontmoediging zijn grofweg de drie verantwoordelijkheden van de gemeente, schetst Tops.
‘Om te voorkomen dat een gemeente en haar bestuur kunnen worden misbruikt voor criminele activiteiten, bestaat de Wet Bibob. En Artikel 13b van de Opiumwet zorgt dat een burgemeester een pand kan sluiten waar drugshandel of -productie plaatsvindt,’ zegt de deskundige.
Die wetten alleen lossen het probleem niet op. Daarbij kennen ze een keerzijde. Tops: ‘Zo’n pandsluiting heeft ook sociaal-maatschappelijke gevolgen waar het lokale bestuur iets mee moet: Wat gebeurt er met de mensen die in zo’n pand woonden? Wat doet het met de wijk?’
De tweede verantwoordelijkheid ligt in handhaving. ‘Daarin spelen BOA’s een belangrijke rol. Als gemeente moet je daar dan wel voldoende van hebben.’
Hoe voorkom je dat jongeren binnen je gemeente überhaupt in die wereld belanden?
Pieter Tops, hoogleraar emeritus Ondermijning
Ten derde vraagt ontmoediging van betrokkenheid bij drugscriminaliteit de aandacht van lokaal bestuur. Tops: ‘Hoe voorkom je dat jongeren binnen je gemeente überhaupt in die wereld belanden?’
Voorkomen
Voorkomen dat jongeren in het drugscircuit belanden is een belangrijk speerpunt van Aziza Aboulkacem, raadslid in Tilburg en woordvoerder veiligheid. ‘Ik spreek veel jongeren, met name allochtonen, die aangeven in de verleiding te zijn gekomen. Gelukkig gaan velen er niet op in, dat wil ik erbij zeggen. Maar wat ze aangeven is een belangrijk signaal.’
‘Ze zeggen: Luister, ik heb gewoon geleerd, ik heb mijn diploma gehaald, maar als ik solliciteer word ik negen van de tien keer niet eens uitgenodigd. Dat doet iets met het zelfbeeld van deze jeugd. Criminelen pikken deze jongeren er onmiddellijk uit’, weet Aboulkacem, ‘en versterken de gedachte dat de gewone maatschappij hen toch niet moet maar al te graag. Vervolgens beloven ze hun de hemel.’
Aboulkacem zegt dagelijks te merken hoe het huidige kabinet het negatieve zelfbeeld van deze groep vergroot en daarmee de aantrekkingskracht van de drugswereld. ‘En dat vind ik echt een heel groot maatschappelijk probleem dat wij als lokale bestuurders niet moeten onderschatten. Het lijkt misschien alsof er nog heel wat stappen zitten tussen het landelijke politieke elan en onze jongeren in de wijken. Maar de effecten zijn directer en ingrijpender dan je denkt.’
Keiharde aanpak betekent niet dat je geen oog voor sociale kwetsbaarheid van mensen kan hebben.
Aziza Aboulkacem, raadslid in Tilburg
Het Tilburgse raadslid is voor een gemeentelijk tweesporenbeleid. ‘De keiharde aanpak binnen het drugsbeleid in Tilburg moet doorgaan, want anders is het hek van de dam. Iedereen die zich in die wereld mengt, moet verantwoordelijk worden gehouden. Dat betekent niet dat je niet ook oog kan hebben voor de sociale kwetsbaarheid van mensen.’
Weerbaarheidstraining
Volgend jaar wil Aboulkacem in de Tilburgse raad extra aandacht vragen voor jongeren die zich achtergesteld voelen en daardoor het verkeerde pad op dreigen te gaan. Ze hoopt budget vrij te krijgen voor meer en intensievere weerbaarheidstrainingen. ‘Zodat deze jongens en meisjes een positievere instelling krijgen, maar ook concreet: dat ze de kans krijgen op sollicitatiegesprek te komen. Ik wil daarover met lokale werkgevers in gesprek, met het UWV en met jongerenorganisaties. We moeten er als gemeenten alles aan doen om de jeugd te behoeden voor criminelen die zeggen: vervoer dit even, of haal voor vijf K dat even uit een havencontainer.’
Die zogenoemde ‘uithalers’ worden ingezet in wereldhavens als Rotterdam, maar ook in bijvoorbeeld de doorvoerhaven van Terneuzen zijn ze actief. Burgemeester Erik van Merrienboer: ‘Die soms zéér jonge uithalers komen overal vandaan, bijvoorbeeld uit West en Midden-Brabant, maar ook wel uit de regio Rotterdam.’
Werknemers
In Terneuzen hoort hij weinig van ronselpraktijken onder de lokale jeugd, maar wel onder werknemers in de haven. ‘De ondermijning die wij ervaren, ligt veel meer op het gebied van het bedrijfsleven dat kwetsbaar is voor drugscriminelen.’
In Terneuzen is het daarom zaak personeelsleden weerbaarder te maken. Van Merrienboer: ‘Criminelen proberen hun werk van binnenuit te doen, via ondernemingen die betrokken zijn bij de haven en de handel.’
Werknemers wapenen tegen de verlokkingen, doet Terneuzen onder meer door laagdrempelige meldingen te faciliteren. ‘Iedereen kan anoniem zijn zegje doen en dat communiceren we duidelijk’, zegt Van Merrienboer.
Verder zijn er weerbaarheidstrainingen voor werknemers in omgaan met druk of intimidatie, én hoe je de kans daarop beperkt. ‘Een simpel voorbeeld: als je in je vrije tijd in een jas met je bedrijfslogo in de supermarkt loopt, ben je een duidelijk herkenbaar doelwit voor een crimineel die jou voor zijn karretje wil spannen.’
Ontmoedigen
De grootste winst is volgens de burgemeester te halen in ontmoedigen. Het is belangrijk om mensen ervan te doordringen dat drugscriminelen de lokale economie en werkgelegenheid structureel ondermijnen.
‘Mensen moeten weten dat drugshandel de mooie boterham die ze in onze haven verdienen, in gevaar brengen. Je eigen boterham, die van je familie, van je buren. Straks die van je kinderen misschien.’
Deze ontmoedigende woorden vormen een belangrijke boodschap in de weerbaarheidstrainingen. ‘De training stimuleert mensen melding te maken van bijvoorbeeld ronselpogingen. Meewerken aan de drugshandel loont uiteindelijk niet.’
Drugscriminelen houden zich niet aan gemeente- of zelfs landsgrenzen, dus kunnen we dat in de bestrijding ook niet doen.
Erik van Merrienboer, burgemeester van Terneuzen
Van Merrienboer benadrukt dat met een gemeentegrensoverschrijdende aanpak de grootste klap is uit te delen aan het drugscircuit . ‘Drugscriminelen houden zich niet aan gemeente- of landsgrenzen. In de bestrijding kunnen wij dat dus ook niet doen. Van de problematiek van uithalers onder de jeugd in Tilburg, de weerbaarheid van het bedrijfsleven in Terneuzen tot de samenwerking met de haven van Gent aan toe vormen samen een lange keten.’
Gemeenten, landelijk bestuur en autoriteiten moeten nog meer de koppen bij elkaar steken om die keten te doorbreken, vindt hij. ‘Dat besef is de laatste jaren gelukkig al wel gegroeid. Voor Terneuzen is de samenwerking met de autoriteiten essentieel. Ik weet dat dit ook voor mijn collega in Vlissingen geldt. Bij de bestrijding van drugscriminaliteit zijn zoveel partijen betrokken. Het beheer van het kanaal van Gent naar Terneuzen zit bij Rijkswaterstaat. De politie te water is weer een landelijke dienst. Dat zijn dus niet mijn eigen agenten.’
Handhavend haventeam
Het huidige kabinet wil structurele middelen beschikbaar blijven stellen voor een gezamenlijke aanpak. ‘Daar ben ik natuurlijk heel blij mee’, zegt Van Merrienboer. ‘Er is een dedicated haventeam gekomen dat zich bezighoudt met ondermijning in de haven.’
Met welke vorm van ondermijning een gemeente ook heeft te maken, dikwijls valt een verbeterslag te maken binnen de afdeling Veiligheid. Dat zegt de ondermijningsexpert Tops. ‘Er zitten hele goede, hardwerkende ambtenaren, maar de capaciteit is vaak te klein voor wat in zo’n gemeente gebeurt. Dan heb je bij wijze van spreken anderhalve FTE die alles moeten doen. Dat vind ik een urgent probleem. De grootte van een gemeente staat niet gelijk aan de mate van de ondermijningsproblematiek. Mijn advies aan gemeenten: investeer in de afdeling Veiligheid. Dat is een voorwaarde om als lokaal bestuur slagvaardig te kunnen zijn.’