We zitten alweer even in het nieuwe jaar en dat betekent dat de Tweede kamer ook weer op volle toeren draait. Mikal Tseggai stelde vragen over het verlenen van vergunningen aan bedrijfseigenaren die in het buitenland zijn veroordeeld. Raoul White heeft in een debat met staatssecretaris Szabó heel duidelijk gemaakt dat er eindelijk iets moet gebeuren aan het sociaal minimum op de BES-eilanden. Dat signaleert Ton Langenhuyzen, onze senior beleidsmedewerker in de Tweede Kamer.
Escortbureaus
Als een bedrijfseigenaar in het buitenland door de rechter is veroordeeld, mag hij zijn zaakjes dan wel voortzetten in Nederland? Dat wilde Mikal Tseggai wel eens weten van de minister.
De aanleiding voor haar vragen is de vergunning de gemeente Tilburg aan een escortbureau heeft verleend. De oprichter van het bureau was in België door de rechter veroordeeld. Voor mensenhandel en uitbuiting. De huidige eigenaar is bestraft voor valsheid in geschrifte.
Tseggai wilde van minister Van Weel van Justitie en Veiligheid graag weten of dergelijke veroordelingen in het buitenland ook van belang zijn voor Nederlandse gemeenten om al dan niet een vergunning te verstrekken.
Toets
De minister antwoordt dat escortbureaus in bijna 87 procent van alle gemeenten vergunningplichtig zijn. Meestal vragen gemeenten de aanvrager om een toets op grond waarvan de integriteit van de aanvrager wordt bekeken en gewogen. Veroordelingen voor mensenhandel zijn bij dit type vergunningen in principe altijd relevant. Dit geldt ook voor veroordelingen in het buitenland. Informatie daarover kan een gemeente krijgen via een adviesaanvraag bij het Landelijk Bureau Bibob (LBB). Die kan via de Nederlandse justitie de bevoegde buitenlandse autoriteiten verzoeken om strafrechtelijke gegevens te verstrekken.
Deze informatieverstrekking moet in de toekomst gemakkelijker worden als de wet wordt aangenomen waarmee het LBB het Europees strafregisterinformatiesysteem (ECRIS) direct kan raadplegen. Dit geldt ook voor seksbedrijven waarvoor in bijna alle gemeenten een vergunning nodig is.
Sociaal minimum op BES-eilanden
De eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba maken al sinds 2010 deel uit van Nederland. Het zijn ‘openbare lichamen’ van Nederland – ook wel bijzondere gemeenten genoemd – die niet tot een provincie behoren. Sinds 2010 is ‘Den Haag’ verantwoordelijk voor het welzijn van de inwoners van de BES-eilanden.
Ook al wonen er op de drie eilanden samen maar iets meer dan 30.000 mensen, het is Nederland sinds 2010 nog steeds niet gelukt voor een fatsoenlijk sociaal minimum op de eilanden te zorgen. Veel inwoners leven er nog onder de armoedegrens. Uit onderzoek van het CBS blijkt dat op Bonaire en Saba ongeveer 20 procent van de inwoners moeite heeft met rondkomen. Op St. Eustatius is dit zelfs een derde van de inwoners. Dat er zoveel armoede is, komt doordat de inkomens er veel te laag zijn en de kosten te hoor. Dat geldt vooral voor levensmiddelen, wonen en energie.
Een commissie heeft onderzoek gedaan naar een sociaal minimum voor de BES-eilanden. Deze Commissie Thodé – genoemd naar de voorzitter Glenn Thodé – verwoordde het zo: ‘De meeste van de inwoners die onder de armoedegrens leven werken gewoon, maar zijn toch arm. Bij tegenslag zakken zij al snel door de bodem van het bestaan met allerlei sociale problemen als gevolg. Armoede is niet normaal, zeker niet in een rijk land als Nederland waar deze eilanden al dertien jaar onderdeel van uitmaken. De afgelopen jaren is die situatie alleen maar slechter geworden. Dat moet anders en het kan anders.’
Aanbevelingen
De commissie heeft aanbevelingen gedaan om de bestaanszekerheid nu eindelijk wel op orde te brengen. Het kabinet stuurde opnieuw een lange brief met veel mooie woorden, maar zonder duidelijkheid over wanneer het probleem opgelost moet zijn.
Raoul White heeft in een commissiedebat met staatssecretaris Nobel van SZW en de staatssecretaris van BZK Szabó duidelijk gemaakt dat de aanbevelingen van de Commissie Thodé onverkort en op korte termijn worden uitgevoerd. Dan gaat het over gelijkwaardige inkomensvoorzieningen voor de BES-bewoners, het verbeteren van het onderwijs, de kinderopvang, het OV, internet en het verlagen van de woon- en energielasten en levensmiddelen.
De staatssecretarissen hebben concrete vooruitgang beloofd. Op aandringen van White komt daarvoor een integraal plan van aanpak in combinatie met een tijdspad.
De Kamer praat in februari verder over situatie van de bewoners van de BES-eilanden.