Wie niet beter weet, zou met de mensonterende omstandigheden bij het aanmeldcentrum in Ter Apel denken dat het aantal vluchtelingen net als in 2015 enorm is toegenomen. Dat ligt toch anders: de crisis wordt vooral veroorzaakt door falend beleid. Van het kabinet, maar ook de gemeenten laten het afweten en regelen te weinig opvangplekken. Of is dat te makkelijk en doen gemeenten wel degelijk hun best?
Waar een wil is, is een weg
Gijsbert van Iterson Scholten
Wethouder in Alkmaar
Met zevenhonderd asielzoekers die de nacht buiten moesten blijven en Artsen zonder Grenzen lijkt het absolute dieptepunt wel bereikt. Maar het is natuurlijk al veel langer crisis. Waarom komt er nu pas actie?
‘De wal keert het schip. Er is jarenlang op het COA en de IND bezuinigd. “Volg de vraag” was het mantra. In coronatijd kwamen veel minder asielzoekers, simpelweg omdat reizen veel moeilijker was. Daardoor is er nu gewoon te weinig capaciteit en dan gaat het mis. Tel daar nog de personeelstekorten in alle sectoren en het structurele tekort aan woningen bij op en je komt automatisch uit op een crisis.’
Maar mensen sliepen al maanden buiten. En er zijn wel degelijk plekken die geschikt zijn voor noodopvang, maar die werden maar niet geopend. Voor Oekraïners was er tegelijkertijd wel veel plek. Zit er niet nog meer achter?
‘Nou ja, je kunt inderdaad zeggen: waar een wil is, is een weg. Onder druk wordt alles vloeibaar en je ziet dat meer gemeenten nu toch naar opties binnen hun eigen grenzen gaan kijken. Tegelijkertijd zijn veel van die plekken nu inderdaad al bezet door Oekraïners. ’
In Alkmaar hebben jullie juist méér mensen opgevangen dan jullie zouden moeten toch?
‘We voorzagen vorig jaar al dat er een grotere vluchtelingenstroom zou komen. Daar wilden we op tijd op anticiperen. Maar dat ging lastig, helemaal toen de coalitie klapte. Sommigen dachten dat het niet zo’n vaart zou lopen. Wij niet. Er zijn al jaren steeds meer mensen op de vlucht: voor oorlogen en tegenwoordig ook voor klimaatverandering. Gelukkig hebben we toen wel een tussenvoorziening gecreëerd, waarin we 250 statushouders opvangen. En in het nieuwe coalitieakkoord is die nieuwe lange termijn visie alsnog opgenomen.’
Waarom lukt het gemeenten niet zelf orde op zaken te stellen en voldoende opvangplekken voor asielzoekers en huisvesting voor statushouders te regelen?
‘Naast een gebrek aan woningen en dergelijke is wellicht onderschat wat er nodig is.’
Aan goede intenties dus geen gebrek?
‘Nou zo stellig zou ik niet willen zijn. Je hebt natuurlijk ook mensen en politici die geen opvang in hun gemeente willen. Sommige gemeenten hebben dan wel tussenvoorzieningen geregeld om de taakstelling te halen, maar doen daar vaak ook niks bovenop.’
Vaak wordt er verwezen naar de wooncrisis. Wat vind je daarvan?
‘Natuurlijk botst dat. Reguliere woningzoekenden, medische noodgevallen, ouders in een vechtscheiding: allemaal hebben ze een woning nodig. En tegelijkertijd zie je dat waar een wil is, er een weg is. Voor Oekraïense vluchtelingen werd wel snel woonruimte gevonden.’
Het kabinet heeft nu aangekondigd dat gemeenten twintigduizend woningen beschikbaar moeten stellen voor statushouders en er komt € 730 miljoen om de crisis te bestrijden. Waar moeten gemeenten die woonruimte vandaan halen?
‘Het eerste wat ik daarbij bedacht was: “Hoe dan?” Als je ziet hoeveel moeite het de afgelopen jaren al gekost heeft om er woningen bij te krijgen, dan zie ik niet zo snel hoe dat zou moeten.‘
Misschien tijdelijke oplossingen?
‘Ook tijdelijke woningen moeten gebouwd worden. We kunnen doen wat Utrecht doet en een aantal weken alle woonruimte aan statushouders toewijzen, maar dan creëer je waarschijnlijk een nieuwe crisis, doordat anderen dan weer nergens heen kunnen.’
Dan heb je het over statushouders. Waar moeten de mensen die nu nog niet eens in procedure zijn heen?
‘Het zou helpen als de statushouders, die in Ter Apel zitten door kunnen stromen, maar dat is op termijn. Er is nu per direct plek nodig.’
In 2015 werden er sporthallen en dergelijke ingericht.
‘Dat is voor nú denk ik de enige snelle, tijdelijke oplossing. Mensen kun je echt niet op straat laten slapen. Het enige lichtpuntje is dat de hotels na het zomerseizoen wat meer ruimte krijgen voor tijdelijke opvang. Dat helpt wellicht.’
Gemeenten die niet willen dwingen
Frances Oreel
Fractievoorzitter in Vlissingen
In Vlissingen stonden twee mogelijke grote locaties op de lijst: de kazerne en een cruiseschip.
‘In de marinierskazerne hebben we inderdaad tijdelijke opvang voor enkele honderden mensen geregeld. Daarnaast was het idee dat we een cruiseschip met maar liefst drieduizend personen zouden verwelkomen. Het college hier stond daar in eerste instantie positief tegenover, maar uiteindelijk is dat geëscaleerd in de coalitie: de partijen zagen het toch niet zitten.’
Wat waren de belangrijkste redenen daarvoor?
‘Goede vraag. Je had voor- en tegenstanders in coalitie én oppositie. De argumentatie was niet heel duidelijk.’
Hoe bedoel je?
‘Zaken werden omgekeerd. Het werd op de veiligheid op het schip gegooid en beperkte bewegingsruimte voor mensen op het schip. Het leek dus net alsof tegenstanders zich vooral zorgen maakten over het welzijn van de statushouders.’
Op zich goed toch?
‘Ja, als het om permanente opvang gaat wel. Maar dit is natuurlijk alleen maar een tussenoplossing om te voorkomen dat mensen in Ter Apel op straat moeten slapen.’
Je vermoedt dat er meer aan de hand is?
‘Je proeft er vaak bij dat mensen gewoon helemaal geen opvang hier willen. Dan merk je bijvoorbeeld aan vragen als: “Mogen die mensen dan van het schip?” Alleen al het stellen van zo’n vraag is eigenlijk raar natuurlijk. Ook werd gevraagd of er wel genoeg politie zou zijn. Alles werd direct rond veiligheid geframed.’
Welke les trek je hier uit?
‘Ik heb zoiets van: laat het kabinet de knoop maar doorhakken en aanwijzingen geven aan gemeenten. Het kan gewoon niet, zoals het nu gaat. We hebben het over mensen die hier voor het overgrote deel terecht zijn. In de beeldvorming lijkt het soms wel andersom, maar het overgrote deel krijgt een status, terwijl het percentage mensen dat onterecht een aanvraag doet ontzettend klein is. Mensen zouden zich eerst eens in de cijfers moeten verdiepen, voordat ze van alles roepen. Het zet zo’n verkeerd beeld neer. Dan nog kunnen we van mening verschillen, maar graag wel op basis van de juiste feiten.’
Het kabinet grijpt nu eindelijk in, zo zeggen ze. Ze willen dat gemeenten twintigduizend woningen ter beschikking stellen.
‘Tja. Ze riepen ook dat ze dat cruiseschip wel even op de Noordzee zouden leggen en heen en weer zouden met loodsbootjes. Een belachelijk idee, en ook nu weet iedereen: die twintigduizend woningen zijn er helemaal niet. Dus hoe dan?’
Vertel.
‘Er staat veel kantoorruimte leeg, daar kan wellicht wat mee. Het gaat nu om de mensen die zich aanmelden in Ter Apel. Dan heb je het helemaal niet over woningen, maar over opvangplekken.’
Het kabinet zegt nu ook dat de gezinshereniging wordt beperkt totdat er daadwerkelijk een woning gevonden is.
‘Dat is in feite nu al de situatie. Je hebt geen gezinshereniging ín de noodopvang of iets dergelijks. Dit is puur voor de bühne en gaat niks oplossen.’
Veel symboolpolitiek dus, hoe dan wel?
‘Aanwijzen als gemeenten niet meewerken. Gewoon afdwingen, want je hebt nu snelle oplossingen nodig. Liever op een cruiseschip dan op een klapstoel, dat idee. Kies voor de minst slechte oplossingen: voor snelheid, voor fatsoenlijkheid en menselijkheid.’
Ik durf mezelf wel in de spiegel aan te kijken ‘s avonds
Dennis de Vries
Wethouder in Utrecht
Utrecht gaf enige tijd geleden aan dat zes weken lang alleen statushouders woningen toegewezen zouden krijgen. Hoe is dat verlopen?
‘In vier weken is de achterstand volledig weggewerkt. Dat was dus sneller dan gedacht. De samenwerking met het COA, corporaties en Vluchtelingenwerk was goed. De focus was juist en we hebben creatieve oplossingen bedacht.’
Zoals?
Veel statushouders zijn alleenstaand, daar passen gezinswoningen niet bij natuurlijk. Daarom hebben we hebben de “Friends”-lijn aangehouden: meerdere mensen in één woning.’
Klinkt best logisch. Waarom is dat creatief?
‘In het verleden waren de ervaringen vaak negatief. Daarom hebben we eerst gekeken hoe het dan wel zou kunnen. Je hebt bijvoorbeeld statushouders die samen gevlucht zijn en elkaar al kenden. Die wilden wel in één huis. Ook waren er statushouders, waarbij nareizigers op korte termijn zouden aansluiten, die hebben ook een woning toegewezen gekregen. Maatwerk werkt.’
Helemaal rustig bleef het niet. Jullie hebben doodsbedreigingen ontvangen toch?
‘Ja, ik kon dat gelukkig wel relatief makkelijk van me af zetten. Het gaat dan toch vaak om anonieme figuren, die makkelijk schelden. Maar werknemers op de contactcenters hebben al die drek ook over zich heen gekregen. Voor hen vind ik het echt heel naar.
Als ik naar mijn eigen rol als wethouder kijk: bij dit onderwerp hoort gewoon ook dat je af en toe je nek uitsteekt. Je maakt je niet bij iedereen geliefd, maar ik durf mezelf wel in de spiegel aan te kijken ‘s avonds. Als je ziet wat een mensonterende omstandigheden er zijn in Ter Apel, dat is toch niet te geloven.’
En toch laat een oplossing vaak op zich wachten.
‘Uiteindelijk draait alles om politieke wil. Nadat alle achterstanden bij de opvang voor statushouders waren weggewerkt, kregen we gelukkig ook veel steun.’
En nu?
‘Ja, nu gaan we zo snel mogelijk sociale huurwoningen voor Utrechters én voor statushouders realiseren. Hugo de Jonge gaat over die woningen, ik heb hem gesproken en heb de indruk dat hij er echt voor gaat. Dat gaat dan met name om flexwoningen. Voor 2023 gaat dat om duizend woningen in Utrecht en vijfhonderd in de regio. Daar zijn dus ook al locaties voor aangewezen, waar we direct mee starten.’
Dat lost de instroomproblematiek bij Ter Apel niet direct op toch? Je hebt het over 2023, maar nú liggen er dagelijks honderden mensen in het gras en op de stenen daar.
‘Dat is het cynische inderdaad. In mijn beleving draait het allemaal om politieke wil. Politiek gezien kan het morgen opgelost zijn. Het heeft feitelijk weinig met de instroom te maken. Die is niet zoveel anders dan een paar jaar geleden. Er zijn teveel locaties gesloten toen.’
Die zijn niet zo maar weer opgetuigd.
‘Misschien niet. Maar je kunt prima noodopvang regelen als je dat écht wil. In Utrecht doen we dat ook regelmatig voor bijvoorbeeld honderd mensen.’
Het is dus in vier weken gelukt om de achterstanden weg te werken in Utrecht, is dat kopieerbaar?
‘Geen gemeente is hetzelfde, maar de samenwerking, zoals ik schetste, kan ik iedereen aanbevelen. Heel veel gemeenten hebben een achterstand ten opzichte van hun opdracht om statushouders te huisvesten. En er zijn dus asielzoekers, die nog geen status hebben, maar al wel opvangen moeten worden. Als gemeente proberen wij er voor beide groepen te zijn, maar dan moet het Rijk ons wel helpen. Daarom willen we die flexwoningen hebben. Daar kunnen niet alleen statushouders en asielzoekers, maar óók mensen uit Utrecht die al jaren op wachtlijsten staan terecht.’
Wat hebben jullie die afgelopen vier weken geleerd over de aanpak?
‘Dat je in ieder geval buiten je eigen kaders moet durven denken. Vluchtelingenwerk zei in het begin dat het te veel mensen in één keer waren en dat ze dat niet aan konden. Maar ze wisten toch meer mensen te krijgen om mee te helpen. Voor corporaties was het wennen dat bijna alle sociale huurwoningen ineens aan statushouders gekoppeld werden en voor de gemeente was de aanjaagfunctie van dit alles iets nieuws. Daarom kwam er elke week een projectgroep bij elkaar en zaten we met alle organisaties in één kantoor. Dat zorgde ook bij ambtenaren voor veel werkplezier, het werd ineens heel tastbaar.’
En het COA dan?
‘Ook het COA kreeg te maken nieuwe elementen: zij koppelen statushouders aan steden, maar dat matcht dus niet altijd met de woningvoorraad. We hebben afgesproken dat we ook mensen vanuit de bredere regio mochten halen. Op die manier konden we gezinnen in gezinswoningen plaatsen. Een gezin was bijvoorbeeld gekoppeld aan Zeist, terwijl daar helemaal geen woning beschikbaar was. Bij ons wel. Dat maatwerk en die flexibiliteit was voor iedereen nieuw, maar dat werkt heel goed. Neem dat mee.’
Afbeelding: Robin Utrecht | ANP