Half december gaf toenmalig staatssecretaris Ankie Broekers-Knol een bestuurlijke aanwijzing over de opvang van asielzoekers die een maand later geen aanwijzing bleek. Raadsleden blikken terug en doen voorstellen om de opvang in de toekomst beter te regelen.
Ankie Broekers-Knol wilde nadrukkelijk niet met de vuist op tafel slaan, ze deed begin oktober geen beroep op gemeenten om meer vluchtelingen op te vangen. En gemeenten verplichten asielzoekers op te nemen, daar voelde de voormalig staatssecretaris al helemaal niets voor. ‘Dat wil ik ten koste van alles voorkomen,’ zei ze in het Algemeen Dagblad. ‘Maar als er morgen ineens 10.000 mensen de grens over komen, is het niet anders.’
Ruim twee maanden later, in december, ziet Broekers-Knol zich toch genoodzaakt tot verplichte opvang over te gaan. In een Kamerbrief schrijft de VVD-bewindsvrouw dat de gemeenten Venray, Gorinchem, Enschede en de regio Rotterdam worden aangewezen als opvanglocaties. Alkmaar moet een pand verbouwen, zodat ook dat snel ingezet kan worden. Er wordt ‘voorbijgegaan aan de reguliere besluitvormingsprocessen’, aldus de brief – het zou gaan om een formele aanwijzing van het Rijk.
Het was een aanwijzing die later geen aanwijzing bleek. In reactie op Kamervragen van Pieter Omtzigt gaf Broekers-Knol op haar laatste dag toe dat er geen wettelijke basis was voor de aanwijzing. Het gebruik van de term was ‘ingegeven door de acute noodsituatie waarvan sprake was’.
Hoe werd er op de aanwijzing gereageerd in Alkmaar en Gorinchem? En hoe zou de (spoed)opvang van asielzoekers in het vervolg geregeld moeten worden?
Schijnbevel
Geerten Boogaard, hoogleraar decentrale overheden aan de Universiteit Leiden, verbaasde zich over de gang van zaken. ‘Ik had simpelweg niet verwacht dat Justitie dit zou doen. Ik ken ook geen eerdere voorbeelden van zulke schijnbevelen.’
Boogaard: De staatssecretaris heeft raadsleden bewust misleid
Volgens Boogaard kan de verontwaardiging juridisch gezien niet groot genoeg zijn. ‘Ten eerste verbiedt de grondwet het om een bestuurlijke aanwijzing te geven als daar geen wettelijke grondslag voor is. Daarnaast heeft een dienaar van de Kroon, iemand van Justitie nota bene, raadsleden misleid. Die zijn actief in een onjuiste waan gebracht.’ Dat tweede is voor de hoogleraar de grootste schade: ‘Blijkbaar kunnen raadsleden niet vertrouwen op het ministerie van Justitie.’
Ook in Gorinchem – een van de aangewezen gemeenten – werd met verbazing gereageerd op de aanwijzing, zegt PvdA-fractievoorzitter Jack Oostrum. Daar werd de burgemeester begin december verrast door een telefoontje van de Commissaris van de Koning: er zouden opvang-gemeenten aangewezen worden, Gorinchem zat daar niet bij. Op dat moment was het college al met de raad in gesprek over opvang op een riviercruiseschip. Een dag later werd er opnieuw gebeld. Gorinchem werd toch verplicht asielzoekers op te vangen.
Oostrum: Er is niet geluisterd naar wat de gemeente van plan was
‘Daar was commotie om, vooral omdat wij zelf al van plan waren ons steentje bij te dragen,’ vertelt Oostrum. ‘Er werd niet meer geluisterd naar wat wij als gemeente van plan waren, maar we werden plots verplicht driehonderd mensen te huisvesten in een belastingkantoor. Daar was juist een noodopvang van vier weken beëindigd.’
De rol die de Commissarissen van de Koning hebben gespeeld zou nader onderzocht moeten worden, vindt hoogleraar Boogaard. ‘Tijdens de Landelijke Regietafel van 8 december is besproken dat het een politieke aanwijzing zou worden, en geen juridische. De staatssecretaris heeft een waan gecreëerd en raadsleden daarin gehouden. Waarom hebben andere aanwezigen die ballon niet doorgeprikt? Raadsleden zouden moeten willen weten: wie wisten er meer?’
Kolder
‘Het was absoluut een noodgreep,’ zegt David Rubio Borrajo over de schijn-aanwijzing. Volgens de fractievoorzitter van de PvdA in Alkmaar zat het kabinet klem, had het COA geen oplossing en ligt het onderwerp gevoelig in gemeenten. ‘Op een gegeven moment voelde de staatssecretaris de noodzaak te interveniëren. Nu blijkt dat er geen juridische grondslag was voor de aanwijzing, wordt wel duidelijk hoe groot de paniek was.’
‘Maar het is natuurlijk kolder dat ze dit niet zag aankomen,’ vervolgt Rubio Borrajo. Afspraken tussen Rijk en gemeenten over noodopvang liepen af, terwijl er zeker uit Afghanistan veel mensen naar Nederland kwamen. ‘En het tweede kwartaal staat er weer hetzelfde te gebeuren.’
Rubio Borrajo: De staatssecretaris had dit aan moeten zien komen
Volgens de Alkmaarse fractievoorzitter zou het Rijk veel meer regie moeten nemen wat betreft de opvang van asielzoekers. Hij wijst op de taakstelling huisvesting vergunninghouders, waarmee het Rijk ieder half jaar bepaalt hoeveel statushouders (mensen met een verblijfsvergunning) iedere gemeente moet huisvesten. ‘Met een dergelijk systeem voorkom je dat de opvang van asielzoekers in gemeenten een politiek onderwerp wordt.’
Rubio Borrajo zag het gebeuren in zijn gemeente. De wethouders van PvdA en GroenLinks moesten daar in september vertrekken na een motie van wantrouwen. ‘Dat was een reactie op een raadsdebat dat ik had geforceerd om te kijken of er een raadsmeerderheid zou komen voor opvang. De coalitiepartners VVD, D66 en CDA had ik daarin niet meegenomen. Dat werd mij kwalijk genomen.’
Taakstelling
Een dergelijke geopperde taakstelling zou provincies of het Rijk middelen geven om opvang af te dwingen, zoals in Castricum gebeurde wat betreft de huisvesting van statushouders. In september waarschuwde Noord-Holland de gemeente dat de opgelopen achterstand voor het einde van het jaar ingelopen moest worden. ‘Mocht dit niet zo zijn, dan neemt de provincie de rol van de gemeente over,’ aldus de provincie.
De achterstand werd vervolgens ingelopen: er werd afgesproken dat een deel van de statushouders in Alkmaar wordt ondergebracht. Toch noemt PvdA-raadslid Ada Greuter de gang van zaken ‘zeer bezwaarlijk’. ‘Er wordt al jaren veel te weinig aan gedaan. De afspraak met Alkmaar geldt bovendien maar een paar jaar. Wat moet er daarna gebeuren?’
Greuter: Onze gemeente doet al jaren veel te weinig
Als het aan VVD-wethouder Paul Slettenhaar ligt, is het antwoord op die vraag: weinig. Het bieden van woonruimte maakt Nederland volgens Slettenhaar veel te aantrekkelijk voor asielzoekers, schreef de NOS eerder. ‘En dat geldt ook voor de opvang van asielzoekers. Zoveel mensen kunnen we als land niet opvangen’, stelt de wethouder. Greuter: ‘Ik hoop dat hij na de verkiezingen niet meer terugkeert.’
‘Buren aan de beurt’
Het Gorinchemse raadslid Oostrum hoopt vooral dat zijn gemeente na één jaar grootschalige noodopvang uiteindelijk kan overstappen op kleinschalige opvang. ‘Als ik zie hoe goed de ervaringen hier zijn met vrijwilligers en het jaarlijks huisvesten van zo’n zestig statushouders, dan ben ik ervan overtuigd dat wij daarmee straks probleemloos aan de slag kunnen.’
Vanwege de voordelen – volgens Oostrum bevordert het de integratie én is het minder spannend voor de omgeving – ziet het raadslid het kleinschaliger opvangen als groot deel van de oplossing van de opvangproblematiek. Hij ziet niets in het dwingen van gemeenten. ‘Die moeten zelf verantwoordelijkheid willen nemen.’
Rubio Borrajo: De regie moet bij het Rijk komen te liggen
Zijn collega in Alkmaar Rubio Borrajo ziet kleinschalige opvang als onderdeel van de oplossing, maar hij vindt ook dat centrumgemeenten als Alkmaar een zekere verantwoordelijkheid hebben. De regie moet bij het Rijk komen te liggen. ‘Dat moet niet overgelaten worden aan de lokale politiek. Het is het hier in Alkmaar een politiek onderwerp geworden, waardoor de raad zegt: “Nu zijn de buren aan de beurt”.’
‘Ik maan de landelijke politiek ook echt tot actie,’ zegt Rubio Borrajo. ‘Het zou me verbazen als er nu nog niet genoeg signalen Den Haag hebben bereikt dat het anders moet.’
Afbeelding: Arie Kieviet | ANP