Staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie kondigde onlangs aan dat op grond van prognoses te verwachten is dat er vanaf 2017 minder behoefte is aan gevangeniscapaciteit. Dat betekent lege cellen en dus sluiting van gevangenissen. Na recente grootschalige sluitingen van gevangenissen was dit nieuws voor met name het gevangenispersoneel opnieuw een klap. Er dreigt immers werkgelegenheid verloren te gaan en dan mogelijk ook nog in regio’s waar de arbeidsmarkt toch al slecht is. Reden voor Marith Volp en Tjeerd van Dekken om de staatssecretaris daarover te ondervragen. Zo wezen zij op het lage ophelderingspercentage van misdrijven. Als politie en Openbaar Ministerie er beter in zouden slagen om criminelen op te sporen en te vervolgen zouden de cellen mogelijk niet leeg komen te staan. Ook wezen zij op gevolgen voor de werkgelegenheid. De staatssecretaris antwoordde dat hij zou laten onderzoeken of de bestaande prognoses over de detentiecapaciteit kloppen. Er komt in mei een second opinion. De uitkomst daarvan wordt meegenomen in het uiteindelijke plan over de verdeling van de detentiecapaciteit. Dat zal de staatssecretaris bespreken met de burgemeesters van de gemeenten waar de gevangenissen staan. Bij die verdeling zal de staatssecretaris rekening houden met verschillende criteria zoals aanwezige expertise, werkgelegenheid en resocialisatiemogelijkheden. De vraag is of de onderzoeksresultaten in mei voor de Kamer genoeg duidelijkheid bieden. Naar verwachting zal de Kamer nog voor die tijd met moties de staatssecretaris vragen om pas op de plaats te maken.
Veranderingen door de Wet open overheid
Deze week nam de Tweede Kamer de Wet open overheid (Woo) van GroenLinks en D66 aan. Deze Woo moet de huidige Wet openbaarheid bestuur (WOB) gaan vervangen. Waar de WOB het principe hanteert dat informatie bij bestuursorganen pas openbaar hoeft te worden gemaakt als daar een verzoek voor ligt, gaat de Woo uit van het omgekeerde: informatie moet openbaar zijn, tenzij er goede redenen zijn om dat niet te doen. De Woo verplicht bestuursorganen dan ook om sommige informatie kort na de besluitvorming actief openbaar te maken. Voor andere informatie moet er een register komen waarmee burgers die informatie willen dit eenvoudiger kunnen opvragen. Verder voorziet de wet in een Informatiecommissaris die klachten behandelt en advies kan geven over de openbaarheid van overheidsinformatie.
De PvdA-fractie was bij monde van Astrid Oosenbrug voorstander van het principe dat overheidsinformatie openbaar moet zijn, maar op tal van punten had zij grote bezwaren. Zo bevatte het oorspronkelijke wetsvoorstel een verruiming van de plicht tot openbaarmaking van persoonlijke beleidsopvattingen van ambtenaren. Oosenbrug is van mening dat ambtenaren, niet gehinderd moeten worden door de kans dat hun persoonlijke beleidsopvattingen openbaar moeten worden gemaakt. Verder vereist de oorspronkelijke Woo dat alle bestuursorganen een openbaar register bijhouden van documenten. Oosenbrug is van mening dat dit register pas verplicht moet worden op het moment dat bestuursorganen hun informatievoorziening – op grond van andere wet- en regelgeving – toch al gedigitaliseerd moeten hebben. Ook vond zij een beslistermijn van twee weken waarbinnen informatie openbaar moest worden gemaakt veel te kort. En om nog een bezwaar te noemen: het oorspronkelijk wetsvoorstel voorzag in de instelling van een zogenaamde informatiecommissaris die toezicht zou moeten houden op de uitvoering van de Woo en bestuursorganen moet adviseren. Nut en noodzaak van deze informatiecommissaris – die ook nog eens 5 miljoen euro per jaar zou gaan kosten – zag Oosenbrug niet meteen. Hoewel dit vrij fundamentele bezwaren waren, zijn de initiatiefnemers er toch aan tegemoet gekomen. De genoemde punten, en nog een aantal andere punten, zijn omgebogen in de door de fractie gewenste richting. Bijvoorbeeld: Het informatieregister komt pas vijf jaar nadat de Woo in werking is getreden, de informatiecommissaris pas na evaluatie van de wet en de persoonlijke opvattingen van ambtenaren worden beter beschermd. Ook zal het niet langer strafbaar worden om documenten aan de werking van de Woo te onttrekken. En wordt de genoemde beslistermijn niet twee maar vier weken. Na al deze wijzigingen besloot de fractie voor de Woo te stemmen.
Afbeelding: Nationale Beeldbank
Deze rubriek wordt samengesteld door Ton Langenhuyzen (beleidsmedewerker Tweede Kamerfractie)
Contactgegevens Ton:
T. 070-3182792
M. [email protected]