Van de ene op de andere dag was het alle hens aan dek. Het mysterieuze, maar toch vooral heel abstracte virus bleek al een aantal weken rond te waren en leek nauwelijks meer in te dammen. Vrijwel meteen kwam de rampenbestrijding op gang. Het OMT zette de lijnen uit, het kabinet kwam met de intelligente lockdown en de veiligheidsregio’s werden verantwoordelijk voor de regionale handhaving. Alles om het virus eronder te krijgen.
Sinds maart is er veel veranderd, maar er is één constante: de veiligheidsregio bepaalt met noodverordeningen welke crisismaatregelen lokaal en regionaal nodig zijn. ‘En de volksvertegenwoordiging, de raad, staat buitenspel,’ zegt de Maastrichtse fractievoorzitter Manon Fokke. ‘Iedereen werd in het begin overvallen, dus dat het crisismanagement regionaal bij de veiligheidsregio’s werd neergelegd en men even wat minder dacht aan de democratische “checks and balances” is best logisch. Maar inmiddels zijn we een half jaar verder en ligt er een wetsvoorstel (de coronawet, red.), waar precies niets gedaan wordt om het fatsoenlijk democratisch te regelen.’
Fokke: ‘Er wordt precies niets gedaan om het fatsoenlijk democratisch te regelen’
Sterker: met de coronawet van Hugo de Jonge wordt de noodsituatie het nieuwe normaal. Landelijk kan de minister met ministeriële regelingen zonder tussenkomst van de Kamer verregaande maatregelen nemen en lokaal blijven burgemeesters in de veiligheidsregio’s oppermachtig. ‘Op zich zijn veiligheidsregio’s heel nuttig bij het bestrijden van rampen. Als ergens de pleuris uitbreekt, moet je als burgemeester snel kunnen schakelen en niet eerst een debat in de gemeenteraad voeren. Maar dat is nu niet het geval. We zitten in een langdurige crisis. Corona duurt al een half jaar en het einde is nog niet in zicht.’
Ondertussen neemt het draagvlak voor de coronamaatregelen af, zegt Fokke. ‘Juist dan is het belangrijk dat de volksvertegenwoordigers, wij dus, mee kunnen beslissen. Nu word ik aangesproken op zaken waar ik helemaal niets over te zeggen heb. Van “waarom heb je daar voor gestemd?” Toen het Heuvelland vanwege de drukte hermetisch werd afgesloten, werd dat gepresenteerd als een voldongen feit. Maar we mochten het wel uitleggen.’
Inspraak nul
Het hoeft allemaal niet zo ingewikkeld te zijn, denkt Fokke. ‘Ik snap dat je corona regionaal en niet in iedere gemeente apart wil bestrijden, dus dat de veiligheidsregio’s een rol blijven spelen, is prima. Maar zet er dan namens elke gemeente een raadslid in, zodat ook de raad wordt meegenomen in de besluitvorming. Of dat echt de beste manier is, weet ik niet. Je kan ook denken aan een bekrachtingsrecht. Het belangrijkste is dat je die inspraak regelt.’
Ja, er moet een coronawet komen, vindt de Zaankanter fractievoorzitter René Tuijn. ‘Doorgaan met noodverordening op noodverordening is op de lange termijn niet houdbaar. De raad moet een stem krijgen, maar de worsteling zit hem er wel in hoe je dat doet. Per gemeente een of meerdere raadsleden afvaardigen naar de veiligheidsregio, zie ik niet zitten. Dat doen we in Zaanstad namelijk al in de vervoersregio. Daar gaan vier raadsleden van verschillende partijen heen. Ze krijgen een opdracht mee en spreken namens de gehele raad. Althans dat is het idee. In de praktijk wordt er toch partijpolitiek bedreven en benadrukken de vier de eigen stokpaardjes. Dat is natuurlijk de aard van het beestje, maar het is wel problematisch als je bedenkt dat we in Zaanstad vijftien partijen hebben.’
Tuijn: Hoe je inspraak regelt blijft ingewikkeld
Meer ziet Tuijn daarom in het door Staatsgerechtsdeskundige Wim Voermans geopperde bekrachtingsrecht. ‘Dat is in eerste instantie bedoeld voor de Kamer die daarmee alsnog moet instemmen met maatregelen van de minister. Maar dat zou je ook lokaal moeten regelen. Met een bekrachtingsrecht voor de raad blijft de handelingssnelheid van de veiligheidsregio hoog, maar kan je als raad nog bijsturen als dat nodig is.’
Nu is dat bijsturen in Zaanstad tot nog toe niet nodig geweest, zegt Tuijn. ‘We zijn vooral bezig met het uitvoeren van de landelijke maatregelen en zijn er weinig specifiek lokale maatregelen. De raad wordt goed op de hoogte gehouden over de laatste besmettingen, het aantal testen en de ziekenhuisopnames. Je kan per dorp zien hoe het zit. Heel fijn. Bovendien hebben we de mazzel dat onze burgemeester voorzitter van de veiligheidsregio is én altijd goed luistert naar wat we als raad te melden hebben. Zo kunnen we indirect toch nog wat invloed uitoefenen.’
Verantwoording afwezig
Die mazzel hebben ze in de Limburgse gemeente Peel en Maas niet, zegt fractievoorzitter Annigje Primowees van PvdA-GroenLinks. ‘De informatievoorziening is op orde. De burgemeester plaatst wekelijks updates op het blackboard, maar daarmee is ook alles gezegd. De verantwoording ontbreekt. De raad moet het doen met een mededeling. Zo kon de kermis in het ene dorp wel en in het andere dorp niet doorgaan, zonder dat daar uitleg bij werd gegeven.’
Of dat verbod wel of niet verstandig was, is nog niet eens het belangrijkste, zegt Primowees. ‘Ik snap best dat er sprake is van een spanningsveld tussen snel handelen en de normale democratische verantwoording. Ik wil vertrouwen op de kunde van de mensen die in de veiligheidsregio de beslissingen nemen, maar dan moet je wel worden meegenomen. Als volksvertegenwoordiger krijg ik veel vragen. Daar wil ik wel een antwoord op kunnen geven. Dat kan ik nu niet.’
Met de coronawet van minister de Jonge wordt de positie van de raad er niet beter op, vreest Primowees. ‘Die wet is behoorlijk draconisch, zonder dat daar echt een democratische legitimering tegenover staat. Lokaal is het de vraag wat je nog te vertellen hebt over de openbare ruimte en wie er aan zet is. Alle veiligheidsregio’s verenigd onder burgemeester Bruls; de voorzitter van de veiligheidsregio Noord-Limburg; of toch de individuele burgemeesters? Eén ding is zeker: de gemeenteraad staat buitenspel.’
Primowees: ‘Eén ding is zeker: de gemeenteraad staat buitenspel’
Dat de gemeenteraad weinig in te brengen heeft in de veiligheidsregio staat niet op zichzelf. ‘Sowieso is de invloed die je als raadslid in Gemeenschappelijke Regelingen (GR) kan uitoefenen heel beperkt. Je moet ontzettend veel moeite doen om een vinger tussen de deur te krijgen. Wat meer toeschietelijkheid en wat meer gevoel voor de lokale situatie, zou ik wel toejuichen.’
Fokke beaamt dat ook de GR’s democratisch tekort schieten, maar er is wel een belangrijk verschil. ‘In Maastricht is de afvalverwerking in een GR belegd. Maar reken maar dat de wethouder in actie komt als het vuilnis een paar dagen niet wordt opgehaald en wij daarover kritische vragen stellen. Als je de burgemeester aanspreekt op de noodverordening uit de veiligheidsregio krijg je nul op je rekest. Zonder uitleg van de burgemeester, want het is “crisis”.’
In het Brabantse Gilze en Rijen is veiligheidsregio eveneens oppermachtig, constateert fractievoorzitter Peter von Meijenfeldt. Ook hier wel mededelingen, maar geen verantwoording. ‘Informatie vanuit de veiligheidsregio krijgen we wel, maar meestal pas dagen nadat de beslissing genomen is. Er is ons steeds toegezegd: we gaan evalueren. Maar wanneer doe je dat? Nadat de crisis achter de rug is of nu we er middenin zitten? Na een half jaar vind ik het wel tijd om het er als raad eens een keer over te hebben. Dat dat tot nu toe nog niet gebeurd is, is best wel schokkend.’
Assertieve raad
Von Meijenfeldt kijkt daarbij ook naar de eigen rol. ‘We hebben in Gilze en Rijen tot nu toe ook nog niet de behoefte gevoeld om af te wijken van de landelijke richtlijnen en lokaal apart maatregelen te nemen. Dus wat dat betreft zijn we als raad niet echt assertief. Maar ook als we dat wel waren geweest, vraag ik me af of het had uitgemaakt. Je kan hoog of laag springen: de veiligheidsregio bepaalt.’
Dat er een coronawet moet komen, staat voor Von Meijenfeldt vast. ‘Maar daarmee zijn de zorgen niet weg. We verkeren in een onwerkbare situatie. Gemeenten dragen een belangrijke verantwoordelijkheid in de aanpak van de economische en sociale gevolgen van de crisis, maar we missen momenteel de armslag om daadwerkelijk iets te kunnen betekenen. Voor de wat langere termijn is het belangrijk dat we als gemeente anticyclisch kunnen gaan investeren om de werkgelegenheid op lokaal niveau te stimuleren. Maar dat kan nu niet.’
Von Meijenfeldt: ‘We verkeren in een onwerkbare situatie’
Primowees herkent de strubbeling. ‘Zeker in het begin waren we erg afwachtend. Maar als het gaat om de steunmaatregelen hebben we het college op de mat geroepen. Met een motie hebben we nu afgedwongen dat de raad meepraat over het nog op te richten coronafonds. En neem van mij maar aan dat daar naar geluisterd wordt: anders volgt er een interpellatiedebat en daar zit niemand op te wachten, het college al helemaal niet.’
Afbeelding: ANP