Column
Solidariteit organiseer je niet via de principes van de vrije markt

Arme Eric, ik heb het met je te doen. Toen je aantrad, ontstond het idee dat je voor een doorbraak in het asieldossier zou zorgen. Een VVD’er met een hart. Tel daar je zachte stem bij op en de hoop was geboren.

En we weten het: de huidige situatie is te danken aan je voorgangers. De asielzoekerscentra die massaal gesloten werden, de woningnood die is gecreëerd, de slechte inburgeringsprogramma’s die zijn opgetuigd, en de rare voorwaarden zoals dat asielzoekers vooral niet direct aan het werk mogen. Hoe anders werd de opvang van de Oekraïense vluchtelingen gerealiseerd. Niet perfect, maar wel een stuk sneller en beter.

Eric, je eigen partij is je grootste vijand geworden. Daar kan niemand verbaasd over zijn. Opvang van vluchtelingen en het inburgeren van statushouders zijn niet echt de zaken waar de gemiddelde VVD’er warm van wordt. En zo zitten we nu al maanden vol afschuw naar de beelden te kijken uit Ter Apel, zonder dat er wezenlijk wat verandert.

Juist dit vacuüm zorgt ervoor dat er in de samenleving dingen gebeuren, waar niemand beter van wordt. Zaken die de solidariteit ondermijnen en mensen het idee geven dat je de broodnodige opvang ook wel bij de buren neer mag leggen. Of dat je opvang in jouw dorp kunt voorkomen als je met de meest afschuwelijke uitspraken protesteert. Eric, dit beleid roept echt het slechtste bij mensen op.

Begin deze week werden we opgeschrikt door een bericht in het Financieel Dagblad. Statushouders in Utrecht zouden massaal hun baan opzeggen nadat zij een huurwoning hadden gekregen. Koren op de molen van rechts en uiterst rechts. Maar het bleek niet te kloppen. In totaal drie statushouders hadden hun bijbaan opgezegd bij een grote fastfoodketen en van een verband met hun woning was geen sprake. Drie van de 650. Een onjuist bericht en slechte journalistiek, maar daar gaat het nu even niet om. Dit type berichtgeving gaat een eigen leven leiden en voeden het onbehagen. En beste Eric, daar heb je een belangrijke verantwoordelijkheid in.

Op dit moment voert menig gemeenteraad een gesprek over de opvang van vluchtelingen in al haar verschijningsvormen. Over statushouders, noodopvang, opvang voor Oekraïners, de reguliere opgave, de extra opgave en over taakstellingen. De discussie staat onder hoogspanning in de raden, die vaak ook nog het gevoel hebben buitenspel te staan. Niet gek, het is immers aan de veiligheidsregio of de regio, en een verantwoordelijkheid van het college. Dat werkt niet, want juist diezelfde raadsleden – onze gekozen volksvertegenwoordigers – die in hun dorp, wijk, stad worden geconfronteerd met verhalen, zoals het broodje aap over de Utrechtse statushouders.  

En dan komt er nu een asielwet aan. We kennen hem nog niet, maar houden wel ons hart vast. De samenleving is gebaat bij solidariteit en het bekende steentje bijdragen door iedereen. Het is schandalig, dat er 191 gemeenten zijn die geen enkele asielopvang hebben.

Schandalig. Maar helpt het als we er een prijs opzetten? Dat meer opvang dan een evenredig deel een bonus van ‘enkele duizenden’ euro’s kan opleveren voor een gemeente. Ik begrijp wel waar het vandaan komt, dit is marktdenken pur sang. Verleiden met incentives om mensen te laten doen wat je wilt.

Maar wat betekent dit voor de statushouder en voor de vluchteling? Zeker als een ander gerucht dat de ronde doet, klopt, zal de onzekerheid voor deze mensen alleen maar toenemen. Steden, die een hoger aantal noodopvangplaatsen realiseren zouden dat straks namelijk mogen uitruilen tegen een lagere opgave van het aantal statushouders.

De vraag is niet alleen of het klopt, maar hoe ver het gaat als het waar is. Mag een gemeente dan ook zeggen ‘ik wil wel statushouders uit Senegal, maar niet uit Oeganda’? Krijgen we dan een concurrentiestrijd tussen gemeenten met als inzet wie de leukste, kansrijkste, de meest op ons lijkende statushouders of vluchtelingen en wie de anderen krijgt? Nog los van de gemeenten die zeggen ‘ik hoef geen bonus en vluchtelingen’. Solidariteit organiseer je niet via de principes van de vrije markt, beste Eric. Als solidariteit tussen gemeenten te wensen overlaat, is moed nodig. Ingrijpen, verplichten, en met dwang als het moet.


Afbeelding: Vincent Janning | ANP