Lokaal Bestuur
Campagne tegen drugsgeweld gericht op gebruikers

Het geweld in het land stijgt de laatste jaren sterk en neemt daarbij steeds extremere vormen aan. Grote steden hebben vrijwel dagelijks te kampen met explosies in woonwijken, maar ook kleinere plaatsen blijven niet gevrijwaard van schiet- en steekpartijen. Het geweld hangt samen met drugscriminaliteit.

Rotterdam is nu een campagne begonnen die gebruikers erop wijst dat zij door hun gebruik de drugscriminaliteit en het geweld in stand houden. We spraken met Sarah Reitema, Henk Verreck en Erik van Merrienboer over de vraag of dergelijke campagnes nuttig zijn.


Link drugsgeweld en gebruik vaak niet gelegd

Sarah Reitema

Raadslid in Rotterdam


Was er een directe aanleiding voor de campagne van de gemeente?

‘Het is een opeenstapeling van zaken, toenemend geweld, met name gerelateerd aan cocaïnehandel. En dan probeer je veel verschillende zaken uit, waaronder deze campagne.’

Wat is het doel van de campagne?

‘Enerzijds gaat het om voorlichting. Anderzijds is er ook de hoop dat het drugsgebruik en in het verlengde daarvan, het geweld afneemt. Maar in de eerste plaats gaat het om het creëren van bewustzijn. De link tussen drugsgeweld en gebruik wordt simpelweg niet vaak gelegd.’

Wat vind je van zo’n campagne?

‘Het eerste wat ik intern heb gedaan, was bij partijgenoten navragen hoe zij erin staan. Het gros vindt dat inzetten op bewustzijnsvergroting goed is. Een deel ziet ruimte voor legalisering van drugs en sommigen vinden dat je het probleem niet mag afschuiven op gebruikers. Hoe je zo’n campagne voert, vinden zij ook belangrijk. Een verkeersveiligheidscampagne bijvoorbeeld waarin Rotterdammers werd gevraagd zich uit te spreken over asociaal gedrag in het verkeer, riep vraagtekens op. Op de posters stonden bepaalde auto’s en mensen met daarbij uitingen als ‘ben je deze mensen en dit gedrag ook zat’. Je wilt Rotterdammers niet tegen elkaar opzetten.’

Je zei dat een deel binnen de partij ruimte ziet voor legalisatie. Geldt dat ook voor harddrugs?

‘Nee, dat gaat juist over softdrugs. Maar als je die legaliseert, los je het geweldsprobleem niet op. En harddrugs legaliseren in Nederland heeft geen zin, omdat het een internationale drugsketen is. De problematiek is dus heel complex. Je moet dan ook heel precies zijn in waar je het over hebt. Ik heb geen bezwaar tegen het creëren van meer bewustzijn over de link tussen het gebruik van illegale drugs en het geweld in onze stad. Je koopt iets wat illegaal is en wat veel geweld veroorzaakt in de gehele drugsketen. Dat mag worden gezegd.’ 


Moet mensen inzicht geven in verbanden

Erik van Merrienboer

Burgemeester in Terneuzen


Terneuzen is een havenstad, wat voor drugssmokkel interessant kan zijn. Is dat ook zo, of gaat het meeste toch via de grote internationale havens?

‘We zijn onderdeel van een fusiehaven, samen met Gent en Vlissingen. Wat je recent ziet, is dat ook die haven – vooral aan de kant van Vlissingen – gevoelig is voor import van buiten Europa. Dat is wellicht ook een waterbedeffect. Als Rotterdam successen boekt in het tegengaan van criminele import in de haven, dan verschuift een deel automatisch naar andere havens, zoals bij ons.’

Hoe kijk jij naar het toenemende geweld waarmee gemeenten te maken krijgen?

‘Bij ons in Terneuzen is dat niet zo heel manifest. Maar hoe ik het duid… Ik heb wortels in het Brabantse en ben daardoor bekend met de enorme belangen die in die wereld kennelijk op het spel staan. Dat heeft niet alleen met die import vanuit het buitenland te maken, maar ook met het feit dat in Nederland veel geld wordt verdiend met het maken en exporteren van synthetische drugs. De agressiviteit waarmee belangen worden verdedigd, is heftig. Daar kun je zeker wel van schrikken ja. Wij hebben hier een schietpartij gehad op een woning die we moeilijk konden duiden. Dan lijkt het er toch op dat drugscriminaliteit ook hier in de levenswereld van gewone mensen komt. Daar zijn we bezorgd over, natuurlijk.’

Wat vind je van campagnes die gericht zijn op gebruikers?

‘Daar zitten wat mij betreft twee dimensies aan. Als je het breder trekt, zie je dat mensen de kwetsbare factor zijn. Ook bedrijven kunnen worden beïnvloed. Campagnes gericht op het identificeren van patronen die met ondermijning hebben te maken, zijn dus belangrijk. Daarbij richt je je op mensen die in de haven werken. Daarnaast heb je gebruikers van drugs. Bewustwording over de keten speelt dan een rol. Wie dergelijke producten gebruikt, moet snappen dat die uit criminele activiteiten voortkomen. Mensen maken zich zorgen over de herkomst van kleding of voedsel, ze willen weten of de keten zorgvuldig opereert. Dat is ook een vraag die je in deze keten moet stellen. En neem daar dan verantwoordelijkheid in.’

Gaat een campagne echt zoden aan de dijk zetten? Gaan mensen er minder door gebruiken?

‘Dat vind ik moeilijk te zeggen. In andere segmenten zien we dat marktmacht iets kan betekenen. Je wilt de condities waaronder producten worden gemaakt, kunnen controleren. Dat gebeurt nu her en der bij bijvoorbeeld wietteelt. Bij harddrugs is die controle juist helemaal uit beeld. Je weet alleen dat ze in omstandigheden worden gemaakt die niet goed zijn en in een markt zitten die voor veel geweld kan zorgen. Maar bewustwording kun je wel gebruiken om een deel van de mensen te bereiken. Als je niet inzichtelijk maakt wat jouw gebruik te maken heeft met ontploffingen een paar wijken verderop, dan zou dat een vorm van nalatigheid zijn. Je moet mensen inzicht geven in dat soort verbanden.’

Is er overleg tussen gemeenten over ondermijnende criminaliteit? Zo ja, hoe leren jullie van elkaar?

‘Voor Terneuzen geldt dat wij overleggen met de havenplaatsen tussen Antwerpen en Rotterdam: Vlissingen, Borssele en Moerdijk. We hebben een gezamenlijk programma over ondermijning van de haven. Op die schaal delen we kennis en praktische tips. Bijvoorbeeld over hoe je omgaat met slimme camera’s. Alle diensten in de haven werken steeds beter samen en er is nu ook een haventeam vanuit de politie. Samenwerking met andere gemeenten in het hele gebied is nodig als we zien dat uithalers ook vanuit kleinere havens opereren. Ook daar dienen handhavers zichtbaar te zijn.


Een gerichte aanpak helpt

Henk Verreck

Raadslid in Heerlen


Heerlen is een grensplaats en kent daardoor ook aan drugs gerelateerde problematiek. Inwoners kunnen vatbaar zijn voor de verlokkingen van het snelle geld. Merk jij dat ook?

‘We hebben jarenlang bijgehouden hoeveel hennepplantages zijn geruimd, maar daar publiceren we niet meer over. Door er aandacht aan te geven, werden mensen juist op ideeën gebracht, zeker in deze relatief arme streek. Maar je ziet de plantages nog steeds. Ook hebben mensen grondstoffen om pillen mee te maken in garageboxen. Of dat er over de grens geldautomaten worden opgeblazen. Armoede leidt helaas soms tot pogingen om aan snel geld te komen.’

Kan door armoede drugsgeweld ontstaan?

‘Volgens mij is het simpel: zolang er geen vraag is, is er geen aanbod. Zolang er geen aanbod is, is er geen vraag. Omdat wij er voor kiezen een pil te kopen, is die beschikbaar. Wie wil die pillen verkopen? Dat zijn veel mensen die met elkaar concurreren. Daar komt geweld van. Maar, zonder vraag geen aanbod.’

Denk je dat het aanbod significant afneemt door een gebruikerscampagne?

‘We zijn in Nederland erg gericht op het individu, met dank aan dertien jaar Rutte. Het individu staat voorop, individueel plezier ook. Alles moet kunnen. Daar ben ik geen tegenstander van, maar het gebruik van drugs en andere middelen moet in dat frame ook zomaar kunnen. De vraag is of een campagne gericht op het individu dan gaat helpen. Ik twijfel daar sterk aan. Je hebt ook vuurwerkcampagnes die vertellen dat je een rund bent als je met vuurwerk stunt. Dat werkt misschien voor ouders, maar niet voor de kinderen die de gebruikers zijn.’

Er wordt gezegd dat een campagne vooral is bedoeld om het bewustzijn bij gebruikers te vergroten. Welk probleem lost dat op?

‘De vraag die hier om de hoek komt kijken, is of je alles moet legaliseren als ze toch blijven gebruiken. Door drugs in de illegale hoek te dringen, houd je dit geweldssysteem in stand. Dat moet je internationaal oppakken. In Amerika zijn softdrugs nu op sommige plekken gelegaliseerd. Is daarmee het geweld rond softdrugs afgenomen? Daar moet je naar kijken. Ik denk dat dat zinvoller is dan een gebruikerscampagne.’

Wat is in Heerlen allemaal geprobeerd om drugscriminaliteit in te dammen?

‘In de jaren ’80 en ’90 was het beleid gericht op acuut reageren met onder meer gebiedsverboden. Dat werkte soms goed in het straatbeeld. Ook nu zien we dat ingrijpen op zijn minst visueel lijkt te helpen. We zien minder verslaafden in de stad. Of ze er niet meer zijn, is niet per se zeker. Overlast bijvoorbeeld wordt niet altijd gemeld, of wordt door mensen verschillend geduid. Een gerichte aanpak richting gebruikers, mensen begeleiden en ondersteunen, dat helpt. De criminaliteit aanpakken is een ander verhaal. Criminaliteit is hier op zijn minst relatief onzichtbaar: Hier zijn geen ontploffingen. Wel eens steek- of schietpartijen, maar niet opvallend vaak. Ik denk dat Heerlen de criminaliteit op dit moment relatief onder controle heeft.’


Afbeelding: Peter Hilz | ANP