Lokaal Bestuur
Ahmed Marcouch: ‘Grondrechten van mensen weer serieus nemen’ Foto: Peter Hilz, Hollandse Hoogte | Peter Hilz

Mensen die zijn afgehaakt? ‘Weggeduwd,’ zegt Ahmed Marcouch.  ‘Als je mensen maar genoeg knijpt, komen ze vanzelf in opstand.’


Het is de eerste zomerse dag van het jaar, we spreken met Ahmed Marcouch over het rapport ‘Versterken Weerbaarheid van de Democratische rechtsorde’ dat onder zijn leiding tot stand kwam. Centrale onderzoeksvraag: wat heeft Nederland nodig om radicalisering tegen te gaan?

Aanleiding voor het onderzoek was dat politici al langere tijd ernstig worden bedreigd, protesten die steeds heftiger worden en discussies die vaker wel dan niet oververhit worden gevoerd. ‘De Kamer maakte zich zorgen om groeperingen die zich op een heftige manier manifesteerde tegen de overheid. Hoe stoppen wij die opstanden en het beledigen?’

Het verzoek om het onderzoek kwam van de Tweede Kamer. De opdracht was te onderzoeken wat nodig is om radicalisering de kop in te drukken. Alleen, dat vond de commissie te beperkt: ‘Je moet niet alleen naar de mensen kijken, maar ook naar de overheid en de politiek. Want waarom komen er zoveel mensen in opstand?’ vroeg die zich af. Deze vraag heeft de commissie ook betrokken bij het onderzoek. ‘Het rapport en aanbevelingen is daarom ook ontvangen als: dit is wel erg breed,’ zegt Marcouch. ‘Maar je kunt het een niet los zien van het ander.’

Opgedroogd

‘De publieke sector is opgedroogd,’ stelt de burgemeester van Arnhem aan de vergadertafel in zijn werkkamer. Marcouch weet precies waarover hij praat als hij zijn stelling poneert; het ene na het andere praktijkvoorbeeld passeert de revue. Zoals het telefoontje dat hij voor een sociaal huurder pleegde die er niet doorheen kwam bij een woningcorporatie. ‘De huurder had al lang klachten over achterstallig onderhoud en smerigheid. Aan de andere kant van de lijn werd verwezen naar het gangbare protocol, ze waren niet geïnteresseerd in het lijden van de mensen.’

De temperatuur in de werkkamer stijgt. ‘Ik werd boos toen ik te horen kreeg: Meneer Marcouch, het is de eerste keer dat u belt. Ik zeg: ja, en? Hoor ik: Wil je dat er iets gebeurt, dan moet je vaker bellen.’ Zijn broek zakt er figuurlijk van af. ‘Ik zeg: Die mensen van jullie, wat lopen die te doen dan?’

Beleidsplacebo’s

Typerend vindt hij, in veel buurten met problemen laten instanties medewerkers alleen maar rondlopen om bewoners het gevoel te geven dat naar hen wordt omgekeken. ‘Beleidsplacebo’s’ noemt Marcouch posities als buurtconciërges, de goede niet te na gesproken. In Amsterdam heb je buurtvaders en anderen die namens een organisatie op straat lopen om het veiligheidsgevoel van bewoners op te krikken. ‘Maar als je belt met een echt probleem gebeurt er vaak niets. Zo neem je mensen die in verloedering leven en daarover klagen, niet serieus.’

Een belangrijk punt van kritiek in het rapport ‘Versterken Weerbaarheid van de Democratische Rechtsorde’ luidt dan ook dat de overheid niet toegankelijk is. ‘De overheid heeft geen gezicht, wil efficiënt zijn. Efficiënt is een vals woord voor: we doen het minimale, of we doen het niet. Net zoiets als zelfredzaamheid. Een synoniem voor Zoek het lekker zelf uit.’

Zelfredzaamheid suggereert iets van verheffing, maar is dat niet, stelt Marcouch bezorgd. ‘Je kunt pas om zelfredzaamheid vragen als mensen dat daadwerkelijk aan kunnen. Zelfredzaamheid is iets anders dan je terugtrekken in digitale callcenters zoals nu gebeurt. Als dit de beleidskaders zijn, dan haken mensen niet af, dan duw je ze weg.’

Foto: gemeente Arnhem

Hij wijst erop dat juist de mensen die voor hun bestaan zijn aangewezen op de overheid, door onder meer callcenters en digitalisering, niet tot de overheid door weten te dringen. ‘Dat leidt tot een sociale crisis. Het is niet alleen onrechtvaardig dat de overheid er alleen voor de sterkere is. Het is ook nog eens ondermijnend voor de democratie. Als je mensen maar genoeg knijpt, komen ze vanzelf in opstand. Wij praten erover alsof die boosheid niet is gerechtvaardigd.’

Als toeslagen de norm worden om gewone mensen met gewone banen, zonder verslavingen of andere problematiek te laten overleven, zitten we op de verkeerde weg, maakt Marcouch helder. ‘Wanneer jij op je werk een toeslag krijgt, dan is dat iets extra’s. Een toeslag bovenop je salaris. Maar bij de overheid is een toeslag een compensatie voor wat je hoort te verdienen.’

Praktijkvoorbeeld: ‘Ik sprak een alleenstaande vrouw met drie kinderen. Zij werkte, leefde sober, ging niet uit eten, maar stond toch rood. Ze is niet de enige. Al die mensen met banen, die hun best doen een fatsoenlijk leven te leiden, geen verslavingen hebben, maar toch niet kunnen rondkomen van hun salaris zijn de belichaming van ongelijkheid.’

Bestaanszekerheid. Het meest gehoorde woord tijdens de laatste verkiezingen. Wat hoor je er nu nog over? ‘Als je maar genoeg aan de bestaanszekerheid van mensen zaagt, ontwikkel je zelf de ellende en maak je die steeds groter,’ weet Marcouch. En wat hebben we gezaagd. ‘Het wordt tijd dat we de grondrechten van de mensen weer serieus nemen. Een huis, betaalbare zorg, een inkomen waarvan je kunt rondkomen, goed onderwijs. Als die dingen niet op orde zijn gaat het vroeg of laat mis.’

Daarbij is de politiek volgens Marcouch te weinig doordrongen van het belang van de ecosystemen waarin we leven. Hij merkt op dat die systemen met twee maten worden gewaardeerd: ‘Wanneer in arme wijken mensen samenkomen in koffiehuizen of in een moskee, wordt dat als een probleem bestempeld. Maar een luxe golfclub is niet zorgelijk, rijke wijken zijn geen punt,’ is de wrange constatering. ‘We moeten de kloof scherp agenderen.’

Nederlandse Nederlander

Tegelijk is er volgens Marcouch een grote groep Nederlandse Nederlanders die zich voelt weggeduwd. Begrijpelijk, zegt hij. ‘We moeten oog hebben voor de Nederlandse Nederlander, en dan niet als slachtoffer van migratie, zoals rechts van hen maakt. Ook slechte omstandigheden waarin Nederlandse Nederlanders zitten, gaan veelal over van generatie op generatie. Zij hebben het misschien nog wel moeilijker dan vluchtelingen en migranten,’ zegt hij en licht toe: ‘Op nieuwkomers wordt voortdurend een moreel appel gedaan. Je moet de taal leren. Je moet leren. Je moet werken. Zo ontstaat strijdlust bij deze groep om er iets van te maken. Als je autochtonen steeds wegzet als slachtoffer van migratie, dan onthouden wij hen deze activatie. Dan doen wij hen tekort. Voor hen is er meestal geen maatjesprogramma, geen taalprogramma, geen zwemles, geen huiswerkbegeleiding.’

‘Huiswerklessen zijn vaak etnische initiatieven, of particulier en duur voor kinderen uit villawijken, maar wie kijkt er om naar al die andere kinderen? Dat zijn dingen waarin we lokaal verschil kunnen maken: de verwaarloosde burger die slechte omstandigheden erft zien en aanspreken. Inzetten op goed onderwijs voor iedereen. Hoezo is onderwijs een D66-onderwerp? Juist wij weten hoe dat moet, leren en elkaar optillen.’ 

Zichtbaarheid

Het rapport ‘Versterken Weerbaarheid van de Democratische Rechtsorde’ omvat twaalf praktische adviezen. Als hij er dan toch een moet uitlichten, kiest Marcouch voor zichtbaarheid. ‘Mensen op straat moeten weten wie wij zijn als bestuurders. Daar begint het mee. Wij zijn het openbaar bestuur. Wees werkelijk toegankelijk. Een spreekuur is niet genoeg, wij dienen ons gezicht te laten zien en bereikbaar te zijn. Telefonisch, per email, op Facebook, X, overal.’

Hij heeft een broertje dood aan politici die mensen van het kastje naar de muur sturen door te zeggen dat ze ‘er niet over gaan’: ‘Als je politicus of bestuurder bent, ga je over alles.’ Aanmoedigend: ‘Sommige dingen kunnen wij zelf direct oppakken. Een aantal zaken misschien niet, maar die kunnen wij wel verder brengen. Wij zijn de megafoon voor de mensen die zijn weggeduwd.’

Hoogste tijd om daar snel mee te beginnen, bepleit Marcouch. Hij maakt zich zorgen over de traagheid waarmee wordt gewerkt. Want de democratie staat onder druk. Tegelijkertijd hoopt hij dat de concrete adviezen in samenhang worden overgenomen. Om te besluiten met een optimistische noot: ‘De huidige stand van zaken is door ons als mensen gecreëerd. Dus die is ook door ons als mensen te verbeteren.’