Lokaal Bestuur
Aanloopfase wietproef slaagt, (lichte) zorg om vervolg. Dit is waarom Kwaliteitscontrole op legaal geteelde wiet. Foto: Marcel van den Bergh, Hollandse Hoogte | ANP

De teelt en de verkoop van cannabis uit de (halve) criminaliteit halen en de kwaliteit van cannabis verbeteren. Dat waren de redenen om het experiment met een gesloten cannabisketen – de wietproef – te beginnen. Het experiment is een half jaar onderweg en is recent – 17 juni – uitgebreid.


De eerste ervaringen met de wietproef die in december vorig jaar is begonnen in Breda en Tilburg zijn positief. Dat zegt Paul Depla, de burgemeester van Breda. Spannend is het vervolg waaraan nu in totaal tien gemeenten deelnemen. Hamvraag: ‘Zijn alle telers met licenties op tijd klaar om voldoende aan te leveren?’

De grote vraag was aanvankelijk of de consument wel zou meegaan in de gereguleerde wiet; de deelnemende coffeeshops mogen nu nog illegale en gereguleerde wiet naast elkaar verkopen. Zouden consumenten wel voor legale wiet kiezen?

Depla kan nu vaststellen dat de legale wiet goed aanslaat in de verkoopverhouding van legaal en illegale cannabis. ‘Het betekent dat de kwaliteit, prijs en variëteit van gereguleerde wiet goed is. Dat de consument de weg weet te vinden is goed nieuws. Straks hoeven zij dan ook niet uit te wijken naar illegale wiet.’

Verder zijn de kinderziektes die gepaard gaan met iets nieuws eruit. Coffeeshops moeten bijvoorbeeld de track and trace registeren. Voor coffeeshophouders was het even wennen zaken te registeren. Maar dat gaat goed, verzekert Depla. So far so good.

Zorgen

Toch leven er zorgen. Het experiment dat moet leiden tot legalisering, regulering en decriminalisering van de cannabisverkoop valt of staat met de productie. Daar wringt de schoen. Depla: ‘Drie telers zijn nu up and running. Zij leveren aan twee gemeenten. Straks telen tien kwekers voor tien gemeenten. De vraag is: lukt dat?’  

Die vraag komt op door de negatieve houding van de kersverse coalitiepartners. Alleen de VVD is nog positief over de proef. De PVV diende eind februari een motie in om de stekker uit het experiment te trekken. Die motie heeft het niet gehaald.

Daarmee is Depla nog niet compleet gerust. Logisch: ‘Er zijn investeerders nodig. Telers kunnen anders moeilijker beginnen met de teelt. Het is een dure teelt, ook in verband met de veiligheid en de controles.’

De houding van PVV, BBB en NSC kan investeerders een stuk onzekerder maken, realiseert Depla zich. Durven zij nog wel te investeren? Hoeveel kunnen de telers daadwerkelijk produceren? Het zijn reële vragen. ‘Straks zitten we met tien telers die wel mogen, maar niet kunnen produceren.’

Op dit moment is er nog geen probleem; deelnemende coffeeshops mogen tot een half jaar na 17 juni gereguleerde en illegale wiet verkopen. Een probleem ontstaat aan het einde van het jaar, als de coffeeshops in de tien pilotgemeenten uitsluitend legale wiet mogen verkopen. Eventuele schaarste dirigeert de consumenten zo de straat weer op, met alle overlastgevende gevolgen van dien, voorziet Depla. Dat is nou net niet de bedoeling. ‘Zo ontstaat ook een gebrek aan controle op de wietconsumptie en -productie.’ De illegale handel blijft daarmee ook groter dan gewild.

Onbegrip

Depla begrijpt het bezwaar van de BBB niet. ‘Hennep is een natuurproduct wat de akkerbouw al kent. Of je tomaten of hennep kweekt, maakt geen verschil. Tweede bezwaar, bij NSC, is dat legale wietverkoop het gebruik zou bevorderen. Daarvoor bestaat geen enkel bewijs. Wat door de achterdeur komt bevordert de voordeur niet. En wat de achtergrond van het bezwaar van de PVV is? Die zeggen altijd dat ze naar de mensen luisteren. Het grootste deel van de mensen wil af van het halfslachtige beleid van nu en is voor legalisering. Tegen de PVV zou ik willen zeggen: luister niet alleen naar bewoners als ze vinden wat jij ook vindt, maar luister vooral ook naar wat de mensen zeggen als ze iets anders vinden. ‘

Het experiment draait nog drieënhalf jaar met een eventuele verlenging van een jaar. De bedoeling is dat de gesloten cannabisketen na het experiment door het hele land wordt uitgerold. ‘Telers met een licentie bevoorraden de coffeeshops, wij hebben zicht op het consumentengedrag, de verkoop en op hoe er wordt geproduceerd. En de wiet is dan uit de half gecriminaliseerde wereld.’

Lange voorbereiding

Aan het experiment is tien jaar debatteren en 3,5 jaar praktische voorbereiding vooraf gegaan. Een grote tijdsinvestering. ‘Gaat het experiment niet door, dan is de volksgezondheid de dupe en de criminaliteit een lachende derde.’    

Waarnemend burgemeester Peter Rehwinkel rekent er nog op dat de proef doorgaat. Zijn gemeente Voorne aan Zee is een van de gemeenten die bij de uitbreiding van de proef zit. De gemeente wil deelnemen, omdat zij de wietproef ziet als een manier om de verkoop en teelt uit het criminele circuit te halen en de kwaliteit te verbeteren. Ook bestaat de hoop dat illegale kwekerijen en het risico op brandgevaar afneemt.

Binnen de gemeente Voorne aan Zee zijn twee aangewezen teeltlocaties, zo laat hij desgevraagd weten. Een daarvan is een grote producent die al actief is vanaf de aanvangfase.

Meer grip

Hoewel de gemeente als deelnemer aan het experiment geen grote rol speelt in de aanwijzing van de teeltlocaties, houdt zij wel in de gaten of onder meer de milieuregelgeving wordt nageleefd. Ook is het als deelnemende gemeente mogelijk nadere regels op te stellen ten aanzien van bijvoorbeeld de hoeveelheid coffeeshops, de handhaving op overtredingen en de totstandkoming van de weekendvoorraad. Dat antwoordt Rehwinkel op de vraag wat er precies vastzit aan deelname aan het experiment. Hij verwacht van de proef dat er meer grip komt op de cannabiskwaliteit; de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit controleert deze. Daarnaast wordt van de coffeeshopmedewerkers meer verwacht ten aanzien van kennis van preventie. Rehwinkel spreekt zijn hoop uit op een daadwerkelijke bijdrage van de decriminalisering van softdrugs.

Naast Voorne aan Zee is de pilot uitgebreid met Groningen, Zaanstad, Almere, Arnhem, Nijmegen, Heerlen en Maastricht. Met Breda en Tilburg erbij werken tien gemeenten nu mee aan het experiment. De proef loopt in principe nog 3,5 jaar met kans op verlenging van een jaar.