Lokaal Bestuur
Verbinders van de samenleving – de Cultuurcoach Foto: William Hoogteyling, Hollandse Hoogte | ANP

Cultuur is belangrijk voor het menselijk welzijn, voor verbinding en voor verheffing. In vergelijking met sport wordt er relatief weinig in geïnvesteerd. Dat kan anders.


Neem Bunnik bijvoorbeeld. De gemeente verwelkomt binnenkort de eerste cultuurcoach. Of Groningen waar de cultuurcoach in 2019 zijn entree maakte en zijn sporen al heeft verdiend: het fenomeen blijkt perfect aan te slaan en is in vijf jaar snel uitgebreid.

Cultuurwethouder Julie d’Hondt uit Bunnik legt uit welke stappen zij heeft genomen om de pilot van de grond te tillen. Raadslid Rozemarijn Gierkink licht de praktijkervaringen in Groningen toe. In het zuiden van het land spant Rosa van den Nieuwenhof zich in de lokale cultuur onder de aandacht te brengen.

Ondergeschoven kindje

‘Cultuur is ook in Bunnik altijd een beetje een ondergeschoven kindje geweest. Terwijl cultuur minstens zo belangrijk is als sport als verbinder tussen mensen en vooral voor ons welzijn,’ zegt  D’Hondt. ‘Om lekker in je vel te zitten, kun je gaan voetballen, maar je kunt ook gaan drummen. In mijn ogen zijn sport en cultuur gelijkwaardige concepten,’ stelt de wethouder. ‘Waarom hebben we hier dan wel buurtsportcoaches – voor de kenners; onder andere ‘Fanatieke Mieke’, maar geen cultuurcoach, vroeg ik me af.’

De wethouder ging met het idee voor een cultuurcoach de boer op. Met succes. Arm in arm met maatschappelijke organisaties in Bunnik ontwikkelde zij de pilot Cultuurcoach. Het is onderdeel van het bredere lokale plan Gezond en Vitaal Bunnik.

Meteen van start

De cultuurcoach komt eerst parttime voor een jaar in dienst van de gemeente en wordt mede gefinancierd vanuit het landelijke Gezond en Actief Leven Akkoord. Zodra een cultuurcoach is gevonden kan die direct aan de slag, licht D’Hondt toe.

‘Als een soort cultuurmakelaar zal de cultuurcoach onze inwoners helpen hun weg te vinden naar het bestaande cultuuraanbod. Hoogopgeleide en vermogende inwoners weten die wegen meestal zelf wel te vinden. Voor mensen met een taalachterstand of mensen die niet zo digitaalvaardig zijn, is dat vaak een stuk minder makkelijk. Met tussenkomst van onder meer het maatschappelijk werk zal de cultuurcoach hen proberen te bereiken, om ze vervolgens in aanraking te brengen met het cultuuraanbod.’

De taak van de cultuurcoach houdt niet op bij de makelaarsfunctie: ‘De coach kan minder vermogende ouders begeleiden bij het aanschrijven van het Jeugdfonds Sport en Cultuur, zodat ook hun kinderen de mogelijkheid krijgen cursussen of lessen te volgen. Daarnaast zou het mooi zijn wanneer de coach een bijdrage kan leveren aan het professionaliseren van het bestaande aanbod. Bijvoorbeeld bij de werving van docenten, het vinden van geschikte cursusruimtes of betere pr,’ aldus D’Hondt.

Dat het kabinet de btw-verhoging op cultuur gaat invoeren, vindt zij zorgelijk. ‘De verhoging druist in tegen de opzet van een cultuurcoach.’ Die is er juist om mensen op allerlei manieren met elkaar te verbinden. Het kan daarbij ook gaan om het vervoer naar een nabijgelegen concert of theateruitvoering. Maar theaterbezoek zit er voor de mensen voor wie de cultuurcoach zich inspant niet in als de entree fors omhoog gaat. Verder wijst zij erop dat jongeren die nu podia bezoeken, daar later zelf misschien ook wel op willen staan. ‘Een cultuurcoach helpt hen daarbij. Bijvoorbeeld door hen in aanraking te laten komen met de muziekschool. Maar het is wel de bedoeling dat later, als die jongere dan het podium heeft bereikt, die wel publiek kan blijven ontvangen. Daar maak ik me zorgen over.’

Groningen

Voor Bunnik is de cultuurcoach een nieuw fenomeen, maar elders in het land zijn al langer cultuurcoaches actief. Bijvoorbeeld in Groningen. Een uiterst goede ontwikkeling, stelt raadslid Rozemarijn Gierkink.

‘In totaal zijn hier elf cultuurcoaches aan het werk, ieder voor 12 uur in de week. Dat lijkt misschien veel, maar 12 uur is zo voorbij hoor. Eind dit jaar gaat er zelfs nog een nieuwe cultuurcoach aan het werk, in Haren. Allemaal worden ze aangestuurd door Vrijdag, de overkoepelende instelling voor amateurkunsten hier in Groningen. Vrijwel alle coaches opereren wijkgericht. Eén werkt specifiek met en voor nieuwkomers. Is er een groep mensen in de wijk die een koor wil starten of een theatergroep wil oprichten, dan helpt de coach hen bij het zoeken naar een regisseur of dirigent. Ook geeft hij ondersteuning bij de zoektocht naar een geschikte repetitieruimte. Daarnaast heeft de coach een adviserende rol wanneer zo’n groep wil overgaan tot de oprichting van een stichting of vereniging, want daar komt best wat bij kijken.’

Trots vertelt Gierkink over het succes van Studio T, een vrijplaats voor jong talent in de wijk Selwerd. Opgezet door de cultuurcoach, met medewerking van het jeugdwerk.

‘Bij Studio T krijgen jongeren de kans om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Waar ze voorheen in hun vrije tijd veelal maar wat rondhingen op straat, worden zij nu gestimuleerd om te doen waar ze goed in zijn. Natuurlijk blijft het lastig om de werking van een project als Studio T in cijfers uit te drukken, maar de jongeren die ik gesproken heb, zijn allemaal even enthousiast. Ze hebben de mogelijkheid gekregen om iets vinden waarin ze plezier hebben. Dat is ontzettend belangrijk.’

Volkscultuur

Nederland kent maar een ‘cultuurpromotor’ die zichzelf ook Stadsprinses mag noemen. Zij komt uit Eindhoven. Hoewel geen cultuurcoach, doet raadslid Rosa van den Nieuwenhof als haar alter ego Mina D’n Urste haar uiterste best om overal waar ze komt het belang van cultuur als verbindende factor te onderstrepen.

‘Wat mij betreft mag er veel meer oog en waardering komen voor volkscultuur zoals carnaval,’ zegt Van den Nieuwenhof. ‘Cultuur wordt vaak bestempeld als elitair. Maar je hoeft het ene toch niet in te leveren voor het andere? Juist een feest als carnaval wordt gevierd in alle lagen van de bevolking, door jong en oud. Ik zie het als cement voor onze samenleving. Denk alleen al aan de enorme hoeveelheid vrijwilligers die met elkaar maanden bouwen aan een wagen.’

Als stadsprinses bezoekt ze allerlei plekken in de stad waar ze nieuwkomers uitleg geeft over de lokale cultuur. ‘Ik wil uitdragen dat iedereen erbij hoort. In mijn felroze prinsessenjurk ben ik op allerlei scholen geweest waar de kinderen zitten die van huis uit niet met carnaval in aanraking komen. Denk aan kinderen van expats en statushouders. Zij kennen de lokale traditie niet. Onbekend maakt onbemind. Om te kunnen weten dat je iets leuk of mooi vindt, moet je het eerst ervaren. Dat geldt voor het maken van een carnavalskostuum, maar ook voor muziek, zang, dans, theater, schilderen.’

Een week voor carnaval geeft Van den Nieuwenhof het carnavalsstokje over aan de nieuwe prins of prinses. Als raadslid blijft zij zich inspannen voor de culturele sector en de bereikbaarheid ervan.

Actie

Tot slot nog even terug naar Bunnik, waar de wethouder niet kan wachten tot de cultuurcoach van start gaat. ‘Het collegebesluit is genomen en de komst van de coach gaat als een lopend vuurtje door de gemeente. Ik verwacht dat het niet lang duurt voordat we een coach hebben gevonden.’

D’Hondt wenst vurig dat de cultuurcoach het culturele veld in Bunnik zo kan opschudden dat vragers en aanbieders elkaar na een jaar goed weten te vinden. Hoewel de gemeente weinig vet op de botten heeft, hoopt zij dat de pilot na een jaar verder kan gaan.