Lokaal Bestuur
Schoolzwemmen – ‘Ja, als geld en goede vorm is gevonden’ Foto: Ramon van Flymen | ANP

De Tweede Kamer wil dat het schoolzwemmen weer terugkeert. Daarvoor is eerder dit jaar een motie van GroenLinks-PvdA en de SP aangenomen. Gemeenten staan niet per se te trappelen. ‘Je kunt zwemles op andere manieren toegankelijk maken voor iedereen.’


Dat zegt Abdelhaq Jermoumi, onderwijswethouder in Leiden. ‘De uitdagingen in het onderwijs zijn steeds groter geworden. Op de ranglijsten zie je de taal- en rekenvaardigheid afnemen. Daarnaast houden scholen zich al bezig met jeugd- en armoedeproblemen. Moet je dan schoolzwemmen gaan herinvoeren?’ Jermoumi vindt dat niet alle problemen op het bordje van de scholen terecht moeten komen.

Dat kan gedeputeerde Tjeerd van Dekken uit Groningen wel begrijpen. ‘Maar ieder kind moet recht hebben op zwemles. Commerciële aanbieders zijn te duur voor de gezinnen met lage inkomens. Als Tweede Kamerlid heb ik me ook vaak sterk gemaakt voor de terugkeer van schoolzwemmen.’

Hij merkt dat de wethouders in de provincie Groningen redelijk stil blijven rond dit onderwerp. ‘Begrijpelijk. Iedereen wil wel, maar vervolgens vragen zij zich af hoe ze het moeten regelen en daarna: wie gaat dat betalen. Een Statenlid vroeg mij van de week nog wat ik eraan ging doen. Wat ik kan doen is gemeentebesturen stimuleren ermee aan de slag te gaan.’

Zweminstructeur

Jelke Nijboer is wethouder in Ooststellingwerf. Hij heeft Sport en Onderwijs in zijn portefeuille. Met zijn verleden als zweminstructeur waarin hij ook schoolzwemmen heeft gegeven, vindt hij het nog steeds van het grootste belang dat kinderen hun zwemdiploma halen. Dat juist steeds minder kinderen een zwemdiploma halen, vindt hij een zorgelijke ontwikkeling. ‘Elk jaar verdrinken kinderen in Nederland. Dat gaat heel snel; een kind hoeft maar even te ontsnappen aan je aandacht.’

Toch ziet ook Nijboer een landelijke herinvoering van schoolzwemmen niet als de oplossing om meer kinderen hun zwemdiploma te laten halen. ‘Ik ben ook wethouder onderwijs,’ brengt hij in herinnering. ‘Het is een rare spreidstand waarin we zitten. Lezen en rekenen gaan achteruit. Is zwemmen dan belangrijker?’

In het verleden is in Ooststellingwerf een motie ingediend voor schoolzwemmen. Die heeft het niet gehaald. Organisatorisch en financieel was het niet rond te breien, legt Nijboer uit.

Hij wijst op de tijd die een zwemles kost: ‘De leerlingen moeten naar het zwembad toe. In verband met de bereikbaarheid van het zwembad is een bus nodig. Dan moeten ze zich omkleden. Zwemmen en weer omkleden. En dan terug. Een les schoolzwemmen kost zomaar drie uur. Die gaan ten koste van het onderwijs.’

Doelgerichte oplossing

Maar Ooststellingwerf is geen gemeente met hoge inkomens. En juist kinderen uit gezinnen met lage inkomens hebben net zoals gezinnen met een migratieachtergrond het vaakst geen zwemdiploma. Dat heeft het Mulier Instituut onderzocht.  

Nijboer snapt dat wel: ‘Als je moet kiezen tussen eten kopen en zwemles. Dan is de keus snel gemaakt.’ Hij pleit voor een doelgerichte en waterdichte oplossing. ‘Je kan schoolzwemmen buiten schooltijd aanbieden. Op woensdagmiddag bijvoorbeeld, twee uren. Als je per groep om de week een zwemles aanbiedt, kan je alleen al op de woensdagmiddag vier groepen zwemles geven. Zo belast je scholen niet. Risico daarbij is dat ouders kunnen zeggen: het is buiten schooltijd, mijn kind komt niet. Want er is iets anders te doen. En als je alleen mensen met lage inkomens gratis zwemles aanbiedt, zeggen de mensen die het wel hebben dat zij ook gratis zwemles willen. Kan ik me ook voorstellen. Maar dan kom je op een enorm bedrag uit. Als het kabinet schoolzwemmen wil financieren, moet zij ervoor zorgen dat gemeenten ermee toe kunnen en niet met een gat zitten dat zij zelf mogen opvullen.’

Voorop staat dat Nijboer wel vindt dat de overheid de gelegenheid voor zwemles moet bieden. Met de vrees voor het ravijnjaar 2026 in het achterhoofd: ‘Ik hoop dat de landelijke overheid voldoende geld beschikbaar stelt om het schoolzwemmen mogelijk te maken.’

Leidse visie

‘In Leiden heeft 4,5 procent van de leerlingen uit groep 7 geen zwemdiploma. Het gaat om 39 kinderen. Een aantal van hen heeft wel zwemles, maar nog geen diploma. Als je die eraf haalt, hebben we 26 kinderen uit groep 7 zonder zwemdiploma. Ik zeg niet dat het acceptabel is. Maar het ligt lager dan het landelijke gemiddelde van 13 procent dat uit het onderzoek van het Mulier Instituut is gekomen,’ zegt Jermoumi.

Leiden heeft in januari het Armoedebeleid aangenomen en werkt met de Leidse visie Gelijke Kansen 2023. Daarnaast heeft Leiden het Jeugdfonds Sport en Cultuur. De inkomensgrens voor gezinnen die daarvan gebruik kunnen maken is onlangs opgetrokken van 120 naar 140 procent van het sociaal minimum. Via deze wegen kunnen ook gezinnen met lage inkomens zwemles voor hun kinderen betalen, zegt Jermoumi.

Een algemeen verschijnsel in het hele land is dat veel minimaregelingen bij gemeenten blijven liggen. Dat komt onder meer doordat mensen de weg ernaar toe vaak niet kennen. Leiden ondervangt dit probleem door met allerlei partners in de stad samen te werken, zegt Jermoumi.

Hulp bij toeleiden naar zwemles

Op het gebied van zwemmen kunnen bijvoorbeeld scholen een regeling voor zwemles aanvragen. Ook het Centrum voor Jeugd en Gezin – waar de cijfers over kinderen zonder zwemdiploma bekend zijn – speelt een intermediaire rol. Dan zijn er nog de buurtsportcoaches die de regelingen bij de mensen kunnen krijgen en vanaf het nieuwe schooljaar beginnen acht brugfunctionarissen op verschillende scholen.

De brugfunctionaris is een nieuw fenomeen in Leiden. Jermoumi legt desgevraagd uit: ‘Een brugfunctionaris is een soort maatschappelijk werker zonder agenda. Zij werken op scholen die dat nodig hebben. Zo haal je bijvoorbeeld de zwemles weg bij het onderwijs, maar is de oplossing wel aanwezig op school.’ De subsidieregeling daarvoor is zeer recent vastgesteld.

Om ouders te wijzen op het belang van zwemmen, krijgen ouders die aangifte komen doen van hun pasgeboren baby een gratis babyzwemles aangeboden. ‘En de ISK, internationale schakelklas voor nieuwkomers biedt ook zwemles aan. Ook voor leerlingen die al volwassen zijn. Want het hangt er maar net vanaf of je met zwemmen en zwemles bent opgegroeid of niet. Dat hangt af van je migratieachtergrond.’

Specifieke inzet

Ondanks dat Jermoumi de herinvoering van het schoolzwemmen een sympathiek idee vindt, is hij geen voorstander van een landelijke invoering. ‘In Leiden is schoolzwemmen niet nodig, maar in andere gemeenten misschien wel. Dan hoef je nog geen landelijke regeling door te voeren. Je kunt schoolzwemmen in plaats van generiek, inzetten op de scholen die dit het hardst nodig hebben. Daar waar het nodig is.’

Van Dekken vindt het Jeugdfonds Sport eveneens een mooie optie om het probleem mee te ondervangen: ‘Mensen kunnen zich daar ook anoniem melden, zodat niet iedereen van je financiële situatie hoeft te weten. Je kunt schoolzwemmen ook onderdeel maken van de verlengde schooldag zoals die veel voorkomt in het onderwijsaanbod. Buiten schooltijd om krijgen leerlingen bijvoorbeeld buiten biologieles of lessen cultuur. Zo kan je ook sport in de vorm van zwemles aanbieden. Er zijn allerlei constructies te bedenken om het schoolzwemmen te laten terugkeren.’