Meer dan een jaar is er verstreken sinds de eerste deadline voor de hervormingsagenda jeugd werd gemist. Rijk, gemeenten, aanbieders, professionals en clientorganisaties hopen dit voorjaar alsnog afspraken te maken voor een betere, meer betaalbare en toegankelijkere jeugdzorg. Wat moet er in die agenda komen te staan?
‘Bij gezinnen verder kijken dan alleen naar de jeugdzorg’
Elsbeth Koek
Wethouder jeugd in Teylingen & hiervoor regiodirecteur van een jeugdzorgorganisatie in Noord-Holland
Waar ben je bang voor?
‘Bij gezinnen verder kijken dan alleen naar de jeugdzorg’
‘Ik vrees een nieuwe hervormingsronde. Opnieuw wacht gemeenten een bezuiniging. In de huidige onderhandelingen gaat het over besparende interventies zoals de praktijkondersteuner bij de huisarts, maar die hebben we in de praktijk allang toegepast. Het Rijk verwacht meer financiële winst te behalen dan de gemeenten.’
Waarom is dat zo jammer?
‘Ik ben het eens met Sharon Stellaard die in haar recente proefschrift stelt dat de jeugdzorg al decennia dezelfde problemen kent en dat die nauwelijks worden opgelost, elke hervorming ten spijt. We moeten het daarom breder trekken. We zien overal gezinnen met meerdere, complexe problemen, die niet alleen de jeugdzorg raken maar ook de bestaanszekerheid. We weten dat armoede een belangrijke voorspeller is wie aanspraak maakt op jeugdhulp. Als je dan wilt kijken naar de kosten, moet je niet alleen wijzen naar de jeugdzorg.’
Hoe doen jullie het dan in Teylingen?
‘Einstein zei het al: “Om een probleem op te lossen moet je niet hetzelfde denken als toen we het creëerden.” In onze gemeente doen we dat door voor de 25 meest kwetsbare gezinnen maatwerk aan te bieden. Zij zorgen voor 80% van onze jeugdzorgkosten. Denk aan een toeslagenouder die net te veel verdient voor een bijdrage voor de sportclub voor haar kinderen. Dan kan ik stringent vasthouden aan 3 uur jeugdzorg per week om haar gestreste kinderen in de hand te houden. Ik kan ook de contributie voor de sportclub betalen, waardoor de kinderen een uitlaatklep hebben en helemaal geen zorg meer vragen. Dat eerste kost de gemeente € 240 per week, de sportclub kost dat per jaar.’
Hebben jullie daarvoor nog in de begroting moeten schuiven?
‘We hadden een plafond aan onze uitgaven, waardoor mensen die zich in juli aanmeldden moesten wachten tot januari. Daar zijn we vanaf. Hoe dat financieel uitpakt moeten we zien.’
Jeugdzorg is een enorm containerbegrip: van jeugdbescherming en specialistische jeugdzorg tot lichte jeugdhulp. Wat vind je daarvan?
‘Het is belangrijk om te kijken naar de vraag hoe we omgaan met een maatschappelijk probleem. Er bestaat nog weinig verdraagzaamheid voor leed. Soms is het leven niet zo leuk of gaat het anders dan gepland. Nu moet iedereen het beste uit zichzelf halen, wil iedereen dat zijn kind naar het vwo gaat en eist het huiswerkbegeleiding.
Daarom is het goed dat de onderhandelingen gaan over de reikwijdte van jeugdzorg. Wat vroeger enkelvoudige zorg was die werd betaald uit de aanvullende zorgverzekering, zoals faalangsttraining of muziektherapie, valt nu onder gespecialiseerde jeugdhulp. De enkelvoudige hulp is niet de bulk van de kosten, maar draagt wel bij aan de wachtlijst in de hele keten. Verder zou ik af willen van dezelfde tarieven voor verschillende aanbieders. Een systeemaanbieder die vrijdag na vijf uur de telefoon nog opneemt verdient een ander tarief dan iemand die doordeweeks een soort therapie aanbiedt.’
‘De onderhandelingen verlopen moeizaam, het gaat grotendeels over geld’
Otwin van Dijk
Burgemeester in de Oude IJsselstreek & lid van de VNG-commissie jeugd en zorg
Waarom moet die hervormingsagenda jeugd er eigenlijk komen?
‘Dat er wat moet gebeuren is wel duidelijk. Te veel jongeren doen een beroep op jeugdzorg. De onderhandelingen verlopen echter moeizaam. Dat gaat grotendeels over geld. Onafhankelijke arbitrage heeft vastgesteld dat er juist geld bij moet. Natuurlijk moeten we kijken of iets wel thuishoort in de jeugdzorg. Soms kan iets veel beter worden opgelost in het onderwijs of met het versterken van bestaanszekerheid van gezinnen. Je hebt het dan over de reikwijdte van de jeugdzorg.’
Is daarvoor een stelselwijziging nodig?
‘Nee integendeel. Je moet niet je heil zoeken in wéér een nieuwe stelselwijziging. Dan blijf je maar met wetgeving en stelselherzieningen aan de gang. Maak nou eens echt werk van de decentralisatie. Dichtbij, meer inzetten op preventie, betere samenwerking tussen hulpverleners en specialistische hulp echt beschikbaar houden voor de kinderen en gezinnen die dat echt nodig hebben. Je ziet nog steeds dat hoogopgeleide ouders beter de weg naar de jeugd-GGZ weten te vinden en laagopgeleide ouders naar de jeugdzorg gaan.’
Wat is verder belangrijk?
‘Ook moeten we kijken naar de manier waarop kinderen een indicatie krijgen. In veel gevallen haal je een indicatie bij de gemeente. Bij ons is die er tussen uit gehaald. Wij besteden het uit aan Buurtzorg Jong, zij zijn zogezegd de huisarts voor de jeugd. Net als de reguliere huisarts zitten ze in de buurten. Het heeft als voordeel dat er geen dure indicatiestellers tussen zitten. Je kunt ook niet in een enkel gesprek zien wat een kind nodig heeft, daarvoor moet je langere tijd met het kind meelopen.
Moeten we als maatschappij ook anders met de problematiek omgaan?
‘In principe is de jeugdzorg toegankelijk voor ieder kind. Maar niet elk probleem is er een voor de zogeheten tweede lijn. Je kunt het ook oplossen binnen het onderwijs of de sportvereniging. De vraag is: welke maatschappij wil je hebben? Als je nu niet aan de normaal voldoet, moet er meteen geïntervenieerd worden. Terwijl het net zo goed groeistuipen kunnen zijn.’
‘Behoefte aan veel praktische hulp, dit kan zware professionele jeugdhulp voorkomen’
Attiya Gamri
Wethouder jeugd in Bloemendaal & hiervoor directeur bij William Schrikker, Partners voor Jeugd
Wat vind je van het tempo van de onderhandelingen?
‘Dit thema schreeuwt om snelheid. Het wordt tijd dat we knopen doorhakken in deze hervormingsagenda. Ja, hervormingen hebben in het verleden niet altijd goed uitgepakt. Maar we hebben landelijk geen grip meer op de euro’s en bovendien zijn de tijden veranderd. De prestatiedruk onder kinderen is enorm toegenomen, ze lijden vaker door de toegenomen vechtscheidingen. We zien aan de andere kant dat aanbieders vastlopen, dat personeel uitgeput raakt. Als je zo alles afpelt, heb je echt een hervorming nodig.’
Hoe zou die hervorming eruit moeten zien?
Vraag jeugdzorgmedewerkers wat ze nodig hebben en ze komen direct met oplossingen: haal de scheidslijn tussen preventie, vrijwilligers en professionals weg. Er is behoefte aan veel praktische hulp, dit kan zware professionele jeugdhulp voorkomen. Vaak weet een vrijwilliger al na een gesprek met het kind en de ouders wat er aan schort en is er geen lang onderzoek nodig.’
Maar daarmee zijn de wachtlijsten niet verdwenen.
‘Klopt. Wanneer uit dat gesprek blijkt dat ondersteuning gewenst is, dan moeten wel de wachtlijsten korter. Mensen horen nu te vaak pas na maanden wachten bij de ene instantie dat ze worden doorverwezen naar de volgende. In Kennemerland werken wij aan een bundeling van de organisatie, alle vragen komen straks bij 1 loket. Dit voorkomt onnodig lange wachtlijsten en bespaart geld.’
Kunnen jullie als kleine gemeente alles aan?
‘Als we het hebben over de specialistische zorg: die mag best weg bij onze kleine gemeente. Bij ons komt die misschien maar zes keer per jaar voor. Daar is veel kwaliteit en innovatie nodig, en die kan je beter provinciaal en landelijk organiseren. Dat is beter voor het kind, de organisaties en kleinere gemeenten.’
En de lichte vormen van hulp?
‘In Bloemendaal weten veel mensen de weg wel om zelf de lichte vormen van hulp in te kopen. De gemeente zou er juist moeten zijn voor mensen die de weg niet weten. Dat doen wij zelf door de scholen te versterken: op iedere basisschool zit een hulpverlener. Dat is laagdrempelig voor docent én ouders.’
‘Gemeenten willen hoog-specialistische zorg voor zijn’
Ans Grimbergen
Wethouder in Veendam
Denk je dat het de goede kant op gaat met de hervormingsagenda?
‘Nee de focus is verkeerd en te eenzijdig focus. Waar de staatssecretaris inzet op hoog specialistische zorg, doen wij als gemeenten er juist alles aan om die voor te zijn. Niet dat we alles kunnen voorkomen, maar we willen zo vroeg en dichtbij mogelijk hulp organiseren.
Met de focus op de hoog specialistische zorg in de hervormingsagenda ben ik ben benieuwd hoe gemeenten de lichte hulp moeten gaan regelen. Zwaardere zorg zul je in de regio moeten organiseren. Maar dan wel in kleinere (woon)vormen dan we nu vaak kennen. Hiermee kun je het kind zo dicht mogelijk bij huis houden. Wij organiseren dat met de drie noordelijke provincies.’
Is Groningen een voorbeeld voor de rest van het land?
‘Dat weet ik niet. Ook hier kunnen dingen beter. In de provincie Groningen hebben alle gemeenten de inkoop samen geregeld en werken we inmiddels met tweehonderd aanbieders. Dat werkt goed, maar het is onmogelijk om lokaal te sturen op kwaliteit en kosten.
Daarom zijn twee Groningse gemeenten als verkenner begonnen met het zelf inkopen van zorg. Veendam is er een van. We zijn begonnen de meest voorkomende ambulante hulp met een klein aantal partijen te organiseren. Nu zijn dat er nog tachtig, straks zes. Zij komen ook op de sportclub en in de school. Deze zorg zit in een algemene voorziening, is dus vrij toegankelijk zonder indicatie. Deze zes partijen werken samen met en in de leefwereld van het kind. Met deze partijen kan een gemeente wel echt in gesprek.’
Wat werkt nog meer goed?
‘Daarnaast hebben wij een ggz-psycholoog bij de huisarts als ondersteuner voor jeugd en gezin. Dát werkt als een tierelier. Met vijf sessies kan een gezin vaak weer verder. Dat betekent geen wachtlijsten en geen doorverwijzing naar de tweede lijn, die vaak duurder is. Ook op scholen is deze ondersteuning aanwezig.’
En dat is allemaal financieel haalbaar?
‘Dat er meer geld nodig is van het Rijk is duidelijk. Zelf hebben wij veel gemeentereserves in de jeugdzorg gestopt. En dat in een gemeente waar we ook willen investeren in onderwijs, werkgelegenheid en armoedebestrijding. Een integrale benadering is noodzakelijk. De problemen in de jeugdzorg staan niet op zichzelf.’
Afbeelding: Peter Hilz | ANP