Ongeveer 2,5 miljoen Nederlanders van 16 jaar en ouder zijn laaggeletterd. Zij hebben moeite met lezen, schrijven, rekenen en het gebruik van een computer of smartphone. De impact op hun leven is groot. Laaggeletterden kunnen hun kinderen niet voorlezen, hebben moeite met het invullen van documenten of lopen (overheids-) informatie mis. Sinds 2020 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de aanpak van laaggeletterdheid. ‘Laten we éérst ophouden te beweren dat we begrijpen wat laaggeletterdheid betekent.’
Wethouder Bé Schollema heeft laaggeletterdheid in zijn portefeuille. In zijn Groningse gemeente Westerkwartier heeft hij te maken met een laaggeletterdheid van zo’n 9 procent. Dat is onder het gemiddelde in de arbeidsmarktregio (circa 12 procent). ‘Dat lijkt mooi, maar let wel, het gaat in Westerkwartier nog steeds om maar liefst zeshonderd mensen.’
Landelijk is een op de zes volwassenen laaggeletterd. De bestrijding van laaggeletterdheid staat terecht hoog op de agenda, vindt Schollema. Hij windt er geen doekjes om: ‘Wij beleidsmakers, bestuurders en politici moeten eerst ophouden te beweren dat we snappen wat het betekent niet goed te kunnen lezen of schrijven. Dat kunnen wij helemaal niet.’
Blinde vlek
Taal en rekenen zijn voor geletterden zo vanzelfsprekend, dat zij een blinde vlek hebben voor hoe alom aanwezig letters en cijfers zijn. ‘En toch proberen wij vanuit die veelal hooggeletterde positie oplossingen te bedenken.’
Daarom begint beleid maken bij bewustwording, vindt Schollema. ‘Bewustwording van wat laaggeletterden meemaken, hoe ver de gevolgen eigenlijk echt strekken. Pas als je het probleem in zijn volle omvang voor je kan zien, kun je laaggeletterden bereiken.’
Ik dacht ook dat ik heus wel begreep hoe lastig het was.
Bé Schollema, wethouder in Westerkwartier
Niet dat Schollema het nou altijd zo veel beter wist dan zijn collega’s in den lande. ‘Ik dacht ook dat ik heus wel begreep hoe lastig het was. Ik ben al tien jaar lang wethouder en al tien jaar lang houd ik me met dit onderwerp bezig. Weet je dat ik mij pas sinds kort echt realiseer hoe heftig het moet zijn?’
Abacadabra
Die confrontatie volgde toen de wethouder afgelopen voorjaar de Laaggeletterd Escape Caravan bezocht die de gemeente samen met Stichting Lezen en Schrijven had gehuurd tijdens de regionale Week van Taal.
In deze caravan kunnen mensen ervaren hoe het is om taal en aanwijzingen niet goed te begrijpen. Schollema: ‘Je komt vast te zitten, letterlijk en figuurlijk, omdat de hints waarmee je kan ontsnappen, abacadabra lijken. En als je om hulp vraagt, krijg je te horen: Het stáát er toch? Lees gewoon eens beter.’
Hoe klein je je kan voelen en hoe intimiderend, ingewikkeld en vijandig de wereld om je heen dan is, maakte diepe indruk op Schollema. ‘Ik heb des te meer respect gekregen voor de vindingrijkheid die laaggeletterden moeten aanwenden om zich een weg te banen door onze ingewikkelde en gedigitaliseerde maatschappij. Ik ben ervan overtuigd dat laaggeletterdheid bestrijden begint met begrip en respect.’ Alleen al omdat laaggeletterden hun leven lang al tegen aannames en onbegrip aanlopen. ‘En zich vaak schamen, of er juist heel gelaten onder zijn geworden. Ze zitten in elk geval niet te wachten op een overheid die ze wel even bij de hand neemt alsof ze kleine kinderen zijn.’
Persoonlijke drijfveren
Hoe pak je laaggeletterdheid dan wel aan? Schollema: ‘Door op individueel niveau te kijken waar de motivatie zit. Wij hebben hier net achttien Taalambassadeurs in het zonnetje gezet. De drijfveren om iets aan hun laaggeletterdheid te doen, lagen heel dicht bij henzelf: een kindje op komst dat ze willen kunnen voorlezen, een baan ambiëren in de kinderopvang waar taalniveau 3F vereist is. Geen van hen stapte de drempel over om iets aan hun laaggeletterdheid te doen doordat iemand zei dat beter lezen en schrijven “nu eenmaal goed voor je is.”’ Toch is dat wel de teneur van veel campagnes en beleid.
Dat persoonlijke drijfveren de beste ingang zijn, weet ook Emiel Holtermann, raadslid in Nieuwegein. Deze gemeente telt ruim achtduizend laaggeletterden. ‘Wij hebben tijdens de coalitieonderhandelingen 1,1 miljoen euro extra voor deze periode los gekregen om een Deltaplan Laaggeletterdheid in onze stad uit te rollen. Daarin benaderen we laaggeletterden zo persoonlijk en laagdrempelig mogelijk: op vertrouwde plekken, zoals de buurtpleinen en in de kringloopwinkel.’
De gemeente geeft ook op verschillende basisscholen een passend taalaanbod voor ouders. De belangstelling daarvoor is groot. ‘Na een inventarisatie bleek dat de behoefte in de avonduren groter was dan het aanbod. De bibliotheek heeft hierop ingespeeld door twee avondgroepen op te zetten.’
Schaamte
Het bereiken van vooral de groep met Nederlands als moedertaal blijft een uitdaging. Schaamte speelt daarbij een grote rol. Daarom zet Nieuwegein ook in op trainingen voor professionals om laaggeletterdheid te (h)erkennen en door te verwijzen.
Holtermann: ‘We hebben enige tijd terug een bijeenkomst voor werkgevers binnen Nieuwegein georganiseerd. De opzet was tweeledig: bewustwording en hen voorlichten over de gevaren van laaggeletterdheid op de werkplek. Denk bijvoorbeeld aan risico’s doordat veiligheidsinstructies niet goed worden begrepen. We vroegen hun ook het gesprek met deze werknemers aan te gaan over de ondersteuning die beschikbaar is.’
Elke vertraging is een drempel die mensen demotiveert en dat moeten we voorkomen.
Emiel Holtermann, raadslid in Nieuwegein
Daarbij is wel van belang dat de lijntjes vervolgens kort zijn tussen degenen die signaleren, zoals een werkgever, en maatschappelijke organisaties die taalhulp aanbieden. ‘Elke vertraging is een drempel die mensen demotiveert en dat moeten we voorkomen’, zegt Holtermann. ‘Nauwe samenwerking tussen alle betrokken instanties is één van de pijlers van het Deltaplan.’
Gezamenlijke inspanning
Gezamenlijke inspanning van verschillende organisaties is essentieel, onderschrijft ook Tina Jakoeb, fractievoorzitter in Barendrecht. Zij heeft een stevig netwerk opgebouwd van organisaties op het gebied van laaggeletterdheid en kinderrechten. ‘Want die hangen samen. Laaggeletterdheid is geen netjes afgebakend vraagstuk. Uiteindelijk gaat het om kansengelijkheid.’
Het aantal laaggeletterden (16 tot 65 jaar) ligt in Barendrecht tussen de vier- en vijfduizend inwoners. Jakoeb: ‘Inclusief laaggeletterde 65-plussers loopt dit op tot 5.500 à 6.500 inwoners. Ze gaan me stuk voor stuk aan het hart.’
Die betrokkenheid vloeit niet louter voort uit haar verantwoordelijkheid als raadslid. ‘Ik kom uit een familie waarin laaggeletterdheid een rol speelde. Ik heb van dichtbij gezien hoeveel impact dit kan hebben op het dagelijks leven en de zelfredzaamheid van mensen.’
Voor mij is het bestrijden van laaggeletterdheid een randvoorwaarde voor het bevorderen van gelijke kansen voor kinderen.
Tina Jakoeb, fractievoorzitter in Barendrecht
Hoewel hulp bij laaggeletterdheid veelal gericht is op volwassenen, werkt zij generaties door. Jakoeb: ‘Als kinderen opgroeien in een omgeving waar de taalvaardigheid beperkt is, beïnvloedt dat hun kansen in het leven. Taalachterstand kan leiden tot problemen in opleiding, maar ook in het uiten van emoties en in de omgang met anderen.’
Daardoor beginnen kinderen met een achterstand en krijgen zij het moeilijker om hun volledige potentieel te bereiken. ‘Voor mij is het bestrijden van laaggeletterdheid dan ook een randvoorwaarde voor het bevorderen van gelijke kansen voor kinderen’, zegt Jakoeb.
Het raadslid schreef het initiatiefvoorstel Kindvriendelijk Barendrecht . Daarin neemt zij taalachterstanden op in een breder palet. Jakoeb wil dat Barendrecht een kindvriendelijke gemeente wordt in lijn met UNICEF’s Child Friendly Cities Initiative (CFCI), wat ook een betere toegang tot taal- en educatieprogramma’s omvat.
Jakoebs initiatiefvoorstel kreeg afgelopen maart helaas onvoldoende steun in de raad. Onder meer vrees voor financiële consequenties en omdat het de indruk zou wekken dat Barendrecht nu niet kindvriendelijk zou zijn, hebben daaraan ten grondslag gelegen. Jakoeb: ‘Ik blijf strijden voor de rechten van kinderen in de breedste zin van het woord. Armoedebestrijding en hulp bij laaggeletterdheid voor alle mensen zijn daarbij belangrijk. De samenhang van de problematiek vraagt om een aanpak vanuit verschillende maatschappelijke organisaties. Als we het één los zien van het ander, doen we mensen tekort.’
Bé Schollema geeft 19 november antwoord op al je vragen rond laaggeletterdheid en de aanpak ervan in een digitaal vragenuur via Zoom.