Een maand geleden plaatste Lokaal Bestuur een stelling over de blinde vlek van de PvdA voor het culturele verhaal. Dit in reactie op een opinieartikel van Wimar Bolhuis in de Volkskrant. René Zonnebeld, Mohammed Chahim, Anita Louwes en Mikal Tseggai lieten weten het niet met hem eens te zijn. Hierbij de reactie van Bolhuis.
Discussie is altijd goed, maar laten we mijn woorden niet uit hun verband rukken. Lokaal Bestuur leidde in dat ik bedoel dat de PvdA de ‘autochtone’ bevolking kwijtraakte aan ‘populistische’ partijen. Mohammed Chahim schrijft dat ik voor ‘een soort links nationalisme’ ben. Mikal Tseggai beweert dat ik ‘het comfort van de witte middenklasse voorop wil stellen en de integratie van al dan niet nieuwe Nederlanders naar het tweede plan wil verwijzen’. René Zonnebeld associeert me met Alternative fur Deutschland.
Ironisch. De aanleiding voor mijn opiniestuk was dat veel middenklasse-mensen van Marokkaanse, Turkse en Surinaamse afkomst me zeggen geen PvdA meer te stemmen, omdat ze zich in hun cultuur of manier van samenleven bedreigd voelen. Ze vragen bescherming van het buitenland: Europese arbeidsmigratie, conservatief islamitische invloeden, salafisme en jihadisme baren hen zorgen. En ze vragen bescherming in het binnenland: (aanhangers van) Wilders en Baudet verdrukken hen.
Deze kiezers vinden culturele zekerheid belangrijker dan economische zekerheid. Wel zijn er duidelijke parallellen te vinden met wat eerder bij de autochtone bevolking gebeurde. Daarom noem ik culturele zekerheid de blinde vlek van de PvdA. Het gebeurt opnieuw, maar met een nieuwe groep. De middenklasse vraagt bescherming, maar onze partij wil er niet echt aan.
Daarbij is het een opmerkelijk vooroordeel in de PvdA dat de Nederlandse middenklasse wit of autochtoon is. Dat is door succesvolle emancipatie gelukkig onzin, zeker in de grote steden. Nog opmerkelijker is dat de partij niet met de boodschap van de middenklasse aan de slag wil. We ontkennen collectief. Partijleden gebruiken dan vaak deze redenering: de middenklasse is een meerderheid (en het zijn witte boze mannen). Dat betekent dat de PvdA niet hoeft te luisteren. Want deze groep zeurt, omdat men eindelijk privileges moet afstaan of simpelweg racistisch is. En de sociaal-democratie moet zich alleen zorgen maken om minderheden. Sterker nog, de posities van minderheden moeten altijd actief worden verbeterd ten koste van meerderheden.
Mijn opiniestuk waarschuwt dat dergelijke redeneringen zorgen dat de PvdA afglijdt: een partij die eenzijdig de belangen van minderheden propageert, wordt automatisch een minderheidspartij. Het wordt sowieso onmogelijk om je een volkspartij te (blijven) noemen. Dat vind ik pijnlijk, omdat de PvdA ooit een partij van de gewone man en vrouw was. Arbeiders waren de meerderheid, kapitaal de minderheid. Er is niets mis met meerderheden zekerheid geven, zolang het nooit leidt tot een onderdrukking van een minderheid.
Tot slot, als je een opiniestuk schrijft dat culturele zekerheid de blinde vlek van de PvdA is, is het geen verrassing dat PvdA-kaderleden dit niet vinden. Chahim, Tseggai, Louwes en Zonnebeld stellen dat alles begint met economische zekerheid, en dat culturele zekerheid pas belangrijk wordt als er economische problemen zijn – ‘je valt dan terug op je normen en waarden’. Dit is een bekende sociaal-democratische stelling. Alleen lijkt het me wensdenken. Een duik in de psychologische literatuur, recente SCP-studies of het huidige maatschappelijke debat bewijst voor mij anders.
Daarbij beweer ik nergens dat economische zekerheid onbelangrijk is. Als econoom zie ik de waarde en als sociaal-democraat wil ik een eerlijke verdeling tussen kapitaal en arbeid en solidaire regelingen. Mijn punt is alleen dat culturele zekerheid voor veel mensen nu nog belangrijker is. En dat een bepaalde culturele cohesie een voorwaarde is voor bereidheid tot solidariteit, wat zo belangrijk is voor de PvdA. Daarom moeten we de invloed van afnemende culturele zekerheid of (on)zekerheid over de manier van samenleven hierop serieus nemen.
Laten we daarom debat voeren, over de inhoud, maar ook over de goede woorden.
Afbeelding: Nationale Beeldbank