Op 1 januari is de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) ingegaan. De nieuwe wet moet burgemeesters helpen om de overlast door verwarde personen te verminderen. Wat betekenen de nieuwe regels voor de groeiende problematiek rond verwarde personen? Zijn ze een doekje voor het bloeden of is het meer dan dat?
Patiënten hebben nu ook formeel een positie, dat is winst
Miranda de Vries
Burgemeester van Etten-Leur
Is de nieuwe wet een verbetering of niet?
‘De nieuwe wetgeving voor het opleggen van een crisismaatregel is een verbetering, omdat het de verplichte kant verbreed heeft. Eerst kon alleen inbewaringstelling, dus een opname. Sinds 1 januari hebben we meer mogelijkheden om verplichte zorg op te leggen. Het verplicht toedienen van medicijnen mag bijvoorbeeld ook. Dat blijft heftig, maar is wel minder onplezierig dan een inbewaringstelling.
Ik vind het ook beter dat het nu verplicht is om de patiënt te horen. Je moet een poging doen om de persoon om wie het gaat ook echt om zijn of haar zienswijze te vragen. Als er voorheen een psychiater of psychiatrisch verpleegkundige kwam, gebeurde dat natuurlijk ook. Maar dat je patiënten formeel ook echt positie geeft, is echt vooruitgang. Dan neem je zelfbeschikking serieus.’
Etten-Leur is geen grote gemeente. Hoe zorgen jullie ervoor dat professionele hulp ook snel ter plaatse is?
‘Regionaal zijn er afspraken gemaakt met onder andere het meldpunt crisiszorg West-Brabant en het bemoeizorg-team. Daarnaast werken wij in Etten-Leur, vanuit preventief oogpunt, met een wijk-ggz’er. Dat is een gespecialiseerd verpleegkundige die veel ervaring heeft in de psychiatrie.
Normaal werkt zo iemand misschien bij een instelling, maar nu is het iemand die bij ons op het politiebureau zit. Bij een melding kan de wijk-ggz’er mee. Een agent kon voorheen alleen maar wachten tot er iemand van de psychiatrie kwam, en dat had vaak een stressverhogend effect. Nu heb je iemand ter plekke die verstand van zaken heeft en in gesprek kan gaan. De agent kan dan gewoon weer met ander werk aan de slag. Er is veel belangstelling in het land voor deze aanpak.’
Gemeenten moeten in de nieuwe regelgeving verkennend onderzoek doen als familie of betrokkenen een melding over een persoon doen. Helpt dat?
‘Als vanuit de omgeving iemand zegt dat een persoon hard achteruit gaat en constateert dat de reguliere hulpverlening onvoldoende ingrijpt, kan er om een verkennend onderzoek worden gevraagd. Het bemoeizorg-team, wat hier regionaal voor is gemandateerd, voert die verkenning voor ons uit.
Die verkenning is dan verplicht. Binnen twee weken moet er actie worden ondernomen. Er kan bijvoorbeeld advies uit komen om iemand extra medicijnen toe te dienen. Het geeft de omgeving van een patiënt meer houvast op het moment, dat zij denken dat er extra inzet nodig is.’
Maar zit die omgeving dan niet nog steeds met lege handen als het bemoeizorg-team denkt dat er geen extra inzet nodig is?
‘Dat kan gebeuren ja, ik kan me voorstellen dat dat lastig is.’
Wat is dan de toegevoegde waarde?
‘Vroeger belden familieleden of buren naar de huismeester, de huisarts of de politie. Nu kunnen ze bij het meldpunt crisiszorg terecht: dat is wel iets steviger. De opties voor een besluit variëren van het verhogen van de begeleiding tot het opleggen van een crisismaatregel. Dat kan inbewaringstelling gedwongen opname of toediening van medicatie zijn. Het is natuurlijk ook mogelijk dat het verwarde gedrag “gewoon” klopt bij het ziektebeeld en dat maatschappelijk werkers dit vooral moeten uitleggen aan de buurt.’
Het glas is meer dan half vol
Ton Heerts
Burgemeester in Apeldoorn
Zijn er veel verwarde personen in Apeldoorn?
‘Er komen bijna dagelijks meldingen binnen. Dat gaat niet alleen om verwarde personen overigens. Deels betreft het zorg en dwang, en deels de verplichte ggz. Sinds 1 januari is dat gesplitst.’
Je bent pas heel kort burgemeester, wat zijn je eerste bevindingen?
‘Ik ben positief over de mogelijkheden van de nieuwe wet. Het glas is meer dan half vol. Als bestuurder kun je interveniëren bij zorgmijders en meehelpen aan het organiseren van oplossingen. De eerste drie dagen kunnen we zorg afdwingen: bij de Wvggz kan je het begin van een behandeling opleggen, ook tegen de zin van de betrokken persoon.’
Is dat niet een heel ingrijpende beslissing?
‘Die dwingende optie kan behulpzaam zijn, maar is ook ingrijpend. Daarom is het goed dat we als burgemeesters de betrokkenen moeten horen. Je wil natuurlijk geen behandelaar worden, maar door met iemand te spreken, krijg je wel een beter beeld.
Zo vertelde een jongvolwassene met suïcidale gedachten mij dat hij een paar cursussen zou moeten volgen, omdat hij al twee jaar geen onderwijs meer had gehad. Ik vroeg of een mbo-opleiding niet iets zou zijn. Vanuit mijn oude functie weet ik natuurlijk wel het een en ander over dat deel van het onderwijs. Die jongen bleek nog recht te hebben om een opleiding te volgen. Dus kunnen we als gemeente het netwerk mobiliseren en er zo voor zorgen dat hij naar school kan. Zonder het hoorgesprek hadden we dat nooit geweten.’
Met de nieuwe wet kan je dus praktisch handelen?
‘Ja. Doordat je meer zicht hebt op de personen in kwestie, je hen kunt horen en je verkennende onderzoeken kan doen, draag je als gemeente veel meer bij aan herstel. Het is meer dan het nemen van een noodmaatregel. Het gaat veel meer om wat er daarna moet gebeuren.’
Zijn er nog risico’s?
‘We moeten geen administratief tussenstation worden natuurlijk. Dat risico is er wel. Door de combinatie van het advies van de psychiater en het horen van de betrokkene kunnen we toetsen of de voorgestelde maatregel terecht is. Is dat extra bureaucratie of is dat het begin van een ander traject dan dat het was? Dat moet zich de komende tijd gaan uitkristalliseren.’
Zorgmijders blijven een verhaal apart
Annette Bronsvoort
Burgemeester in Oost Gelre
Heb je al gebruik van kunnen maken van de nieuwe regels?
‘Ik heb sinds 1 januari enkele verzoeken gehad tot het opleggen van een crisismaatregel en verzoeken tot een verkennend onderzoek.’
Is het nu meteen heel anders dan voorheen?
‘Bij één van die verzoeken crisismaatregel was de psychiater blij, dat er al in de eerste 18 uur actie kon worden ondernomen. Voor mij was de crisismaatregel niet echt heel veel anders dan de inbewaarstelling die we eerder hadden.
Wat wel nieuw is, is het horen. Je kunt er als burgemeester voor kiezen om te laten horen. Je kunt een ander dat laten doen, maar in dit geval heb ik het echt zelf gedaan. Dan spreek je dus de persoon over wie het gaat.’
Vind je het ver genoeg gaan dat je nu een verkennend onderzoek kunt doen? Is dat voldoende?
‘Ik denk van wel. We hebben een sterk sociaal team en werken goed samen met de mensen in het sociaal domein. Daardoor weten we wie hulp nodig heeft of wie problemen veroorzaakt. De mensen, waar het tot nu toe om ging, kenden we ook al.’
Betekent de wetswijziging uiteindelijk vooral meer houvast voor de omgeving, of is het meer dan dat?
‘Het is meer. Wat bijvoorbeeld echt goed is, is dat je met de betrokkenen en de familie een zorgplan kunt maken. Hun betrokkenheid is winst.
Ik hoor aan de andere kant ook wel vanuit instellingen dat er wel veel bureaucratie bij komt kijken. De praktijk moet uitwijzen in hoeverre dat echt problematisch wordt. Je moet veel formulieren invullen. Het moet natuurlijk wel slagvaardig blijven. Als mensen er tegen op gaan zien, kiezen ze voor een andere route.’
Wordt de problematiek met verwarde personen door de wetswijziging opgelost?
‘Nee, je blijft nog steeds afhankelijk van de beschikbaarheid van voorzieningen, van het goed in je netwerk zitten en van de capaciteit elders. Het is prettig voor de omgeving en je hebt meer mogelijkheden tussen niks en dwang. Maar er zijn nog steeds zwakke schakels in het systeem die het minder effectief maken.’
Wat is daar de grootste bottleneck in?
‘Zorgmijders, mensen die niet geholpen willen worden. Het verkennend onderzoek helpt een beetje, maar zicht krijgen op mensen die onder de radar blijven is weer een verhaal apart.’
Meer informatie over de aanpak met de wijk-ggz’ers in Etten-Leur vind je hier.
Afbeelding: Hans van Rhoon | Hollandse Hoogte