Corona. Een half jaar geleden hadden we er nog nooit van gehoord. En nu wordt ons dagelijks handelen er door bepaald. Met alle vragen en onzekerheden, die daarbij horen. Deze crisis treft ons allemaal. Het virus discrimineert niet, zeggen de deskundigen. Maar dat klopt maar ten dele. Voor bepaalde leeftijds- en inkomenscategorieën is het virus veel gevaarlijker. Waar de ene sector nauwelijks last heeft of zelfs profiteert, is het in de andere bedrijfstak bar en boos en worden werknemers hard getroffen.
Nu er weer een beetje meer mogelijk is, wordt de druk van groepen die langer in de wachtkamer moeten blijven zitten dan ook steeds groter. Zo ook in de sport, waar sommige beoefenaars wel en andere sporters voorlopig niet in beweging mogen komen. Dat hun eigen wensen misschien nadelige effecten voor anderen hebben, wil er niet meer in. De frustratie is groot.
Ook bij de BN’ers die met de versoepeling inmiddels weer volop bij de praatprogramma’s in beeld komen. Arie Boomsma weet niet meer hoe hij het heeft, nu zijn sportschool tot september dicht is. En je kan inmiddels de tv niet aanzetten of het gaat over de toekomst van het betaald voetbal. Nu is dat volgens mij al jaren de vraag. Begrijp me niet verkeerd, ik houd van voetbal, maar aan de sector betaald voetbal kleven ook een paar nadelen.
Dan heb ik het nog niet eens over matchfixing of dopinggebruik. Zo mag je je als lokale overheid afvragen of je gezegend bent met een club in de eredivisie. Meestal kost het je vooral heel veel geld en moet je eens in de zoveel tijd bijspringen om de gaten in de begroting te dichten of het stadion te renoveren. Dan zijn er nog de risicowedstrijden, en de kosten en inzet van alle hulpdiensten en politie om het allemaal in goede banen te leiden. En dat dan een heel seizoen lang. Tegelijkertijd wil je niet degene zijn die de stekker uit de club in je gemeente trekt, ook al is het al jarenlang een hopeloze onderneming.
Goed, terug naar de actualiteit. Het betaalde voetbal ligt tot september stil, het huidige seizoen is afgelopen en niemand degradeert of promoveert. De KNVB nam een besluit, en Cambuur en De Graafschap, die op koers lagen voor promotie, waren teleurgesteld. Ze voelden zich zo benadeeld dat ze naar de rechter stapten. Een rechter die, zo kon je aan je klompen aanvoelen, uitsprak er niet over te gaan. Hoe zuur dit voor de clubs ook is, de KNVB mocht dit besluit nemen.
Ondanks dat ik de teleurstelling van de clubs begrijp, snap ik de gang naar de rechter niet. Terwijl veel rechtszaken uitgesteld worden en gedetineerden als gevolg van de coronamaatregelen met een enkelband naar huis worden gestuurd, belast je de voorzieningenrechter met een zaak, waarvan de uitkomst al vast staat.
Er zijn echt dringender zaken. Ook voor het betaald voetbal. Een mooie reorganisatie van de sector zou bijvoorbeeld niet gek zijn. Zeker nu de clubs massaal een beroep doen op de steunmaatregelen. Natuurlijk is dat gezien de mensen die in loondienst voor de clubs werken, de materiaalman, de boekhouder en de mensen op de pr-afdeling begrijpelijk. Maar koppel die steun meteen ook aan een eis voor een verregaande salarisreductie voor de voetballers en de trainers. De nu afgesproken 2,5% tot 20% lijkt mooi, maar wanneer je een half miljoen verdient, houd je alsnog meer dan vier ton over. Bij overheidssteun de beloningen onderbrengen onder de WNT zet echt zoden aan de dijk.
Net zoals je andere onzuiverheden in het betaalde voetbal (en in de sportsector als geheel) nu kan aanpakken. Gelukkig lijken de clubs zich langzaamaan een beetje bewust te worden van hun eigen verantwoordelijkheid. Ze houden niet meer alleen de hand op, maar steken die ook in eigen boezem. Wie weet, stiekem hoop ik dat we volgend seizoen weer kunnen genieten van een mooie pot.
Bijschrift afbeelding: Directeur betaald voetbal van de KNVB Eric Gudde staat de pers op anderhalve meter te woord
Afbeelding: Ronald van Lonkhuizen | Hollandse Hoogte