De vakantie is weer voorbij en de scholen gaan beginnen. Waar normaal gesproken afgetrapt wordt met een campagne van Veilig Verkeer Nederland gaat het nu vooral over of de ventilatie wel in orde is en of leerlingen in de bovenbouw wel onderling voldoende afstand zullen gaan houden. Met een tweede golf, die in eerste instantie juist onder jongeren toesloeg, had de timing wel wat gelukkiger kunnen zijn.
En toch overheerst vooral de opluchting. Opluchting over het feit dat leerlingen weer naar school mogen. ‘Het is echt belangrijk, dat leerlingen elkaar weer op school gaan zien,’ zegt het Goudse raadslid Sophie Heesen. ‘Het is jammer en onterecht, dat jongeren nu de schuld van de toename van de besmettingen krijgen. Iedereen in mijn omgeving hield zich heel erg goed aan de regels en sprak met niemand af, terwijl ze wel steeds eenzamer werden. De mentale gezondheid van jongeren is op de proef gesteld de afgelopen tijd. Scholen zijn de basis om sociaal overeind te blijven.’
Heesen: ‘De opluchting overheerst’
‘De school is meer dan een leerfabriek,’ gaat Heesen verder. ‘Digitaal lesgeven was een goed alternatief, maar de interactie in de klas is onvervangbaar.’ Hoewel Heesen de zorgen over de verspreiding van corona en de gezondheid van leerlingen en leraren deelt, denkt ze dat het met de juiste voorzorgsmaatregelen wel goed moet komen. ‘Ik zie graag dat de gemeente verder kijkt dan alleen de huisvesting. Juist nu moeten we scherp zijn op de ventilatiesystemen. Het kabinet heeft tot nu toe alleen richtlijnen meegegeven. Ik wil dat dit een keiharde eis wordt om de leraren en kinderen te beschermen en dat de scholen voor 1 oktober laten weten of het veilig is.’
Daarnaast pleit het Goudse raadslid ervoor om te kijken naar de het buitenland en de oosterburen. ‘Het advies van het Europese RIVM is om mondkapjes te gaan dragen in scholen. Ik ben politica, geen viroloog, dus ik weet niet of een mondkapjesplicht ook op onze scholen een goed idee is, maar het is wel iets om in de gaten te houden. Duitsland doet het op een andere manier. Ze hebben drie punten: kleine klassen, regelmatig testen van leerlingen en leraren, en een draaiboek voor als er onverhoopt toch een besmetting is. Wat mij betreft nemen we dat één op één over.’
Volle klassen
Nog een dag en dan pakt de Roosendaalse jeugd in alle vroegte weer de fiets naar school. Op het eerste gezicht zal het verschil met het pre-coronatijdperk niet groot zijn, verwacht fractievoorzitter Michael Yap. ‘Vooralsnog gaat men in volle klassen aan de slag, conform de RIVM-richtlijnen. Dus afstand tussen leraren en leerlingen, maar leerlingen onderling niet. Ik vind het lastig om te bepalen of dat verstandig is, maar de zorgen uit de eerste golf over de gezondheid van leraren blijven.’
De schoolbesturen zitten er wel bovenop, denkt Yap. ‘Onderling is er overleg en met de wethouder zijn de lijntjes kort. Ook naar buiten toe communiceren de scholen heel actief. Ik heb zelf geen kinderen die naar de middelbare gaan, maar kan zo op de website zien wat de scholen voor voorzorgsmaatregelen treffen. Het is goed om daar ook heel transparant in te zijn. Dat stelt ouders meteen gerust.’
Yap: ‘We volgen de RIVM-richtlijnen, maar de zorgen over de gezondheid van leraren blijven’
De raad zat voorlopig nog op de afwachtstand. ‘Alleen over de ventilatie in scholen zijn vragen gesteld. Met name in het basisonderwijs hebben we hele oude schoolgebouwen. Daar maak ik me wel het meeste zorgen om.’ Gelukkig is de gemeente verantwoordelijk voor het huisvestingsgebied, meldt Yap. ‘Ik vind het dus een uitstekend plan om alle scholen uitgebreid te checken en te kijken of de ventilatie aan de veiligheidsnormen voldoet.’
Als gemeente ben je vooral een gesprekspartner, de autonomie ligt immers bij de schoolbesturen. Toch ligt dat nu een tikkeltje genuanceerder, zegt Yap. ‘Juist op de terreinen waar de zorgen het grootste zijn, heb je als gemeente een belangrijke taak. Naast de huisvesting zijn we bijvoorbeeld ook verantwoordelijk voor het achterstandenbeleid. Ik heb leraren gesproken die zich zorgen maken over de oplopende achterstanden. Digitaal onderwijs hielp ons tijdens de lockdown uit de brand, maar maakte het lesgeven heel lastig. Als leraar heb je geen zicht op welke leerlingen wel actief mee doen en welke niet. Juist de kwetsbare leerlingen, die in een moeilijke thuissituatie verkeren of concentratieproblemen hebben, zijn extra de dupe.’
Die opgelopen schade is niet zo maar ingehaald, vermoedt Yap. ‘Het afgelopen jaar is er voor gekozen om alle leerlingen over te laten gaan. Ook de leerlingen, die beter een jaartje over hadden kunnen doen. Ik vrees dat dat in veel gevallen op uitstel van executie gaat neerkomen. Als je ondanks veel onvoldoendes automatisch van 4 havo naar 5 havo bent overgegaan, blijven die slechte cijfers staan. Je kan die niet meer herkansen en moet die met hoge cijfers compenseren, voor veel leerlingen zal dat teveel gevraagd zijn.’
Beeldvorming en realiteit
De Amsterdamse scholen zijn sinds 17 augustus open. Op een enkele school na, waar leerlingen mondkapjes verplicht werden, worden de RIVM-richtlijnen gevolgd. Volgens wethouder Marjolein Moorman is er dan ook geen reden tot paniek. ‘De scholen en de GGD zitten er bovenop, al blijft het allemaal nog een beetje onvoorspelbaar. We hebben in Amsterdam bijna driehonderd scholen. Dat er ergens iets niet goed gaat, is bijna onvermijdelijk. Het is nu allemaal weer ontzettend geconcentreerd op de ventilatiesystemen. Zo zie je dat er elke weer iets is wat de waan van de dag bepaalt.’
‘We zijn heel erg bezig met incidentenpolitiek,’ verzucht Moorman. ‘Maar goed beeldvorming is realiteit. Er zijn ouders die zich daar terecht zorgen over maken, dus we zijn nu een inventarisatie aan het doen welke scholen wel en welke niet geventileerd worden. Nou, hebben wij gelukkig in Amsterdam al heel lang het programma “frisse scholen” lopen, waarbij we als gemeente investeren in goede ventilatie. Daardoor is al zo’n tachtig procent van de scholen dik in orde.’
Moorman: ‘Ik ben niet de politiek ingegaan voor het crisismanagement’
Crisismanagement om corona onder controle te krijgen is belangrijk, maar het is niet de reden waarom Moorman de politiek is ingegaan. ‘Waar ik me als sociaal-democraat zorgen over maak, is het feit dat de kwaliteit van het onderwijs ontzettend onder druk staat. Dat sommige ouders hun kinderen niet meer naar school durven te laten gaan. En wat de gevolgen voor kwetsbare leerlingen zijn als een school tijdelijk dicht moet.’
Corona verdwijnt, de achterstand blijft
De intelligente lockdown en de gesloten scholen hebben gaten in het onderwijs geslagen. Al bestaande leerachterstanden werden groter en de kloof tussen leerlingen groeide. ‘In Amsterdam hebben we er heel erg hard aan getrokken om een zomerprogramma van de grond te krijgen. Met de scholen, de culturele instellingen en sportfondsen is een uitgebreid programma met tientallen workshops ontwikkeld. Op die manier hebben we jongeren in ieder geval een leuke zomer bezorgd, waarin ze nieuwe dingen hebben ontdekt en bezig zijn geweest met hun eigen ontwikkeling. Ook om achterstanden in te halen, al moet je daar niet al te veel van verwachten. Je kan niet in één zomer alles weer inhalen.’
Moorman: ‘Zomerscholen zijn heel mooi, maar om de achterstanden in te halen helaas niet genoeg’
Daarom is het ook zo belangrijk dat de zomerscholen in het najaar een vervolg krijgen, denkt Moorman. ‘In de herfst, maar ook in de winter. Je ziet grote verschillen tussen scholen. Veel leerlingen krijgen nu niet het onderwijs dat ze nodig hebben. Er is voor gekozen om alle kinderen maar gewoon over te laten gaan, omdat de vertraging anders te groot zou zijn. Volgens mij is dat helemaal verkeerd gedacht: er is veel te veel vanuit de prestatiedruk geredeneerd en te weinig gekeken naar de lange termijn gevolgen van deze unieke situatie. Hoe voorkom je dat de opgelopen leerachterstand blijvend schade aanricht? Als je vanuit die vraag vertrekt, kan je leerlingen beter een jaar extra geven om alles rustig in te halen.’
De GGD en de veiligheidsregio
In tegenstelling tot maart jongstleden zijn de scholen nu wel voorbereid op een mogelijk tijdelijke sluiting. ‘Je wil dat natuurlijk niet, maar we willen in dat geval wel voorkomen dat de leerachterstanden oplopen.’ Daarbij is maatwerk essentieel. ‘De belangrijkste les uit de eerste golf is dat we het veel preciezer moeten aanpakken. Dus veel lokaler. Als er in Amsterdam op één school een uitbraak is, hoeven de scholen in Meppel niet dicht. Sterker, dan hoeven niet alle Amsterdamse scholen dicht. Door samen met de GGD alle uitbraken in de gaten te houden en de kop in te drukken, moet dat kunnen. Er is immers veel meer testcapaciteit dan in maart.’
Van Aken: ‘Het kabinet gooit alles over de schutting bij de gemeenten’
Juist bij die combinatie van lokaal maatwerk, de GGD en de veiligheidsregio heeft fractievoorzitter Joey van Aken uit Bergen op Zoom grote twijfels. In de Brabantse gemeente was begin augustus een coronauitbraak. ‘En dan klinkt die lokale aanpak heel verstandig. Maar in de praktijk komt het erop neer dat alles door het Rijk over de schutting bij de gemeenten wordt gegooid, die vervolgens in de Veiligheidsregio maar beperkte inspraak hebben. Bij ons is de voorzitter de burgemeester van Tilburg. Met alle respect, maar hoe kan hij nou weten wat nodig is in Bergen op Zoom? Als raadslid ken ik de lokale situatie, maar heb ik helemaal niks in de melk te brokkelen.’
Ook in het onderwijs ontbreekt landelijke regie, zegt Van Aken. ‘Alle verantwoordelijkheid wordt bij gemeenten, scholen en leraren neergelegd. Leerkrachten staan onbeschermd voor de klas, terwijl je niet weet waar de kinderen zijn geweest en leerlingen uit de bovenbouw elkaar gewoon kunnen besmetten. Daar werd altijd van gedacht dat het niet kon. Wel dus. Maar in plaats van direct actie te ondernemen, doet het kabinet niets en is het wachten totdat we weer teruggaan naar digitaal lesgeven, omdat de besmettingen de pan uitrijzen.’
Afbeelding: ANP | Siese Veenstra