Jongeren ervaren vaak psychische gevolgen door de coronacrisis. Lokaal Bestuur vroeg enkele jonge PvdA’ers naar ervaringen in hun gemeente. ‘Het gemeentebestuur kan zich niet echt inleven in jonge mensen.’ Burgemeester Paul Depla ging juist wel met jonge mensen in gesprek: ‘Samen oplossingen bedenken vergroot het draagvlak.’
Marco Harps dacht begin dit jaar een mooie stage te hebben binnengehaald bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, maar Covid-19 gooide roet in het eten. ‘Na de uitbraak werd de stage aanvankelijk on hold gezet en in mei ging het helemaal niet meer door.’
De hbo-student bestuurskunde én raadslid uit Deventer is sindsdien op zoek naar een stageplek. Door corona is het aanbod van stages flink afgenomen, zegt Harps. De student bleef het proberen, maar kreeg tot nu steeds weer een afwijzing – tot vorige week. ‘Toen hoorde ik op vrijdag dat ik het ergens was geworden, maar na het weekend kreeg ik een mail: ze hadden alsnog een betere kandidaat. Kon ik mijn stagebegeleider opnieuw bellen.’
Het is om moedeloos van te worden: ‘Voor jou honderd anderen. Ik loop intussen wel een fikse studievertraging op. Bij iedere afwijzing denk ik dat ik er beter mee kan stoppen.’
Het verhaal van Marco staat niet op zich. Uit een enquête van EenVandaag blijkt dat driekwart van jongeren tussen 18 en 35 jaar mentale problemen ondervindt door Covid-19. Ze zijn onzeker over huis of baan, ervaren extra druk bij werk of studie en hebben minder contacten dan anders.
Harps: ‘Na het weekend werd mijn stage alsnog afgezegd. Kon ik weer mijn stagebegeleider bellen’
Harps is 26 jaar en woont op een studentenkamer. Hij staat ingeschreven voor een huurwoning. ‘Elk jaar steeg ik twintig plekken op de wachtlijst, maar nu sta ik plotseling weer lager. Er zijn veel urgente vragen binnengekomen: meer mensen met een laag inkomen en mensen die scheiden.’
Een taak voor de gemeente? ‘Deventer probeert meer woningen te bouwen voor mensen met een lager inkomen. Maar een extra woning is niet van de ene op de andere opgeleverd.’ Dat hij langer op zijn kamer blijft wonen, daar kan hij mee leven. Erger vindt hij dat Deventenaren die grote mentale problemen hebben gekregen inmiddels drie maanden moeten wachten voor ze bij de GGZ terecht kunnen. ‘Dat is een direct gevolg van de beslissing om het sociaal domein over de schutting van gemeenten te gooien.’
Verder, zegt hij, leidt corona ook tot kleiner, maar voor omwonenden hinderlijk leed. ‘We zien dat jongeren met weinig persoonlijk perspectief tussen 18 en 23 jaar meer rondhangen op straat. De politie en boa’s zijn extra druk met de overlast, tijd die ze beter aan iets anders hadden kunnen besteden. De gemeente organiseert wel activiteiten, alleen gaat niemand daar naartoe.’
Coronaproof evenementen
Ook Steenbergen organiseert sinds kort coronaproof kleinschalige evenementen om verveling te voorkomen, zegt raadslid Nadir Baali. ‘Het is nog wel wennen en op te beperkte schaal. We doen nog weinig echt specifiek voor deze groep. Het gemeentebestuur kan zich niet echt inleven in jonge mensen.’
Baali vindt dat het college bijvoorbeeld meer mag doen voor jongeren die zich eenzaam voelen. ‘Nu veel contacten wegvallen, je niet meer naar festivals kan en scholen veel op afstand lesgeven, moet het bestuur aan de slag om eenzaamheid aan te pakken. Niet dat Steenbergen meer eenzaamheid kent dan elders, het was er al. Corona maakt het alleen maar meer zichtbaar.’
Baali: ‘De problemen bestonden al. Corona maakte ze alleen meer zichtbaar’
In Steenbergen legt het virus ook ander bestaande problemen pijnlijk bloot. ‘Kijk naar het woningbeleid voor jongeren of naar jeugdparticipatie. De gemeente heeft deze groep tekortgedaan.’ Daarom is het volgens Baali belangrijk dat Steenbergen nu de woningbouw op gang brengt en cultuur en sport blijft stimuleren.
Studenten hebben het gedaan
Jongeren – een breed begrip. In het debat gaat het al snel over studenten. Zij zouden zich niet houden aan de regels, bekogelen de politie en zitten thuis in quarantaine door uitbraken van het virus in studentenhuizen en -kroegen. De nieuwe voorzitter van de Jonge Socialisten Andrej van Hout ergert zich aan deze toon, die ook premier Rutte aansloeg. ‘Het is niet goed te praten, maar ik snap dat jonge mensen elkaar willen zien. Ze willen dat het leven weer leuk en gezellig wordt. Ik begrijp daarentegen niet dat de premier er dan zo nodig op moet inhakken. Hij heeft een hele groep vrij schandalig in een hoek gezet. Terwijl deze groep het voor corona al zo moeilijk had: een grote studieschuld bij de DUO, geen uitzicht op een huis. Als je iets van een groep wilt eisen, moet je ook voor hen opkomen. Dat betekent ruimhartige regelingen voor zzp’ers, wat net afgestudeerden toch vaak zijn, en meer bouwen voor starters.’
Van Hout: ‘Als je iets van een groep wilt eisen, moet je ook voor hen opkomen’
Afgelopen weken werd het beleid aangescherpt voor regio’s met studentensteden. Van Hout: ‘Ik had erger verwacht, maar tijdens de persconferentie zie je toch weer de nadruk op alleen de studenten en hun verenigingen. Alsof zij de enige zijn. Van de zes veiligheidsregio’s pakte alleen Utrecht het goed aan. Daar zegt de burgemeester in gesprek te gaan met de jongeren, om samen met hen oplossingen te bedenken. Dat werkt veel beter.’
Toekomstgesprekken in Breda
Andere steden doen dat al langer. Burgemeester Paul Depla van Breda organiseerde deze zomer een reeks toekomstgesprekken met jongeren: ‘Ze maken zich op twee manieren zorgen. Op dit moment verarmt corona vooral hun leven. Ze missen de vanzelfsprekende contacten en het spontaan dingen kunnen doen. Daarnaast maken ze zich zorgen over de toekomst. Ze zien de economische voorspellingen en vrezen dat zij uiteindelijke de rekening betalen.’
Ook hij zegt dat jongeren ervaren dat ze vooral als schuldigen worden aangesproken. ‘Daarbij lijkt de overheid in de communicatie gebruik te maken van vermaning en angst. De vraag is of jongeren zich hierdoor laten leiden. Welke jonge generatie heeft zich ooit iets aangetrokken van boze ouders of bestuurders? En zijn jongeren niet altijd bereid meer risico’s te nemen? Zeker rond corona omdat ze zelf wel besmet worden, maar nauwelijks ziek lijken te worden.’
Depla: ‘Kijk naar de oplossing die jongeren zelf aandragen. Dat vergroot het draagvlak’
De overheid moet een andere manier van communicatie gebruiken, zegt hij. ‘Waarbij we rekening houden met oplossingen die jongeren zelf aandragen. Zodat lasten en lusten van de aanpak voor jongeren meer in evenwicht komt. Zet dus niet zomaar een streep door activiteiten van jongeren, maar geef ze ruimte om zelf met voorstellen te komen. Dan zijn het hún oplossingen. Hierdoor is de kans op naleving veel groter dan in een situatie waarin ze maatregelen krijgen opgelegd.’
‘Zo ging je uit, zo zat je thuis’
‘De afgelopen zes maanden waren een lastige periode,’ zegt Deniz Dönmez uit Enschede. Het jongste raadslid van de PvdA (19 jaar) zag plots zijn sociale leven veranderen. ‘Zo ging je nog uit, zo zat je thuis. Als je dan geen sociaal netwerk hebt, is het verdraaid eenzaam.’ Zelf had hij zijn familie en vrienden nog, maar in de studentenstad werd de eenzaamheid onder jongeren zichtbaar.
‘Voor corona zagen we dat jongeren zich al eenzaam voelden omdat ze niet lekker in hun vel zaten of druk ervaren tijdens het studeren. Veel mensen konden voorheen nog naar lessen op universiteit, hbo of mbo of naar de kroeg. Ook als je niet makkelijk contacten legde, kwam je toch onder de mensen. Dat is nu grotendeels weg.’
Dönmez zou graag zien dat de gemeente eenzaamheid onder jongeren net zo serieus neemt als onder ouderen. ‘In Almelo, vlak bij ons, zag je dat jongeren daar zelf het initiatief namen om mensen bij elkaar te brengen. Zoiets zou bij ons ook moeten gebeuren met hulp van de gemeente, want de kans zit er dik in dat het wegzakt als de ondersteuning er niet is.’
Dönmez: ‘Neem eenzaamheid onder jongeren net zo serieus als onder ouderen’
De steun die gemeenten bieden aan jongeren vindt hij niet genoeg. Wat een gemeente kan doen? ‘In onze studentenstad ligt de universiteit ver van de stad en is er weinig integratie met mensen in de stad. Betrek studenten- en studieverenigingen meer in je doen en laten als stad. En zoek contact via andere wegen zoals het organiseren van sportactiviteiten of kleine evenementen.’
Zeker, niet iedere jongere is student. ‘Veel praktisch opgeleide jongeren in Enschede zijn afhankelijk van lokale werkgevers. Het risico bestaat dat ze hun baan verliezen, daarmee hun sociale structuur, en terugvallen in eenzaamheid. Dan moet je als gemeente naast hen gaan staan.’
Dönmez vindt dat het bestuur te weinig voor deze groep doet. ‘Nu moeten we gaan nadenken waar we over vijf jaar willen staan. De oude situatie komt niet terug, en voor de nieuwe situatie lijken gemeenten nog niet klaar te zijn.’
Afbeelding: Manon Bruininga | ANP