Geen kantineopbrengsten, amper nieuwe leden en vooral digitaal in contact blijven met je leden. Naast veel andere sectoren hebben ook de sportverenigingen last van de coronacrisis. Wat doen gemeenten eraan om de clubs steunen en mensen toch in beweging te houden?
Het kwijtschelden van accommodatiekosten is een van de stappen die gemeenten nemen. ‘Dat lijkt me niet meer dan normaal,’ zegt sportwethouder Kees Verburg van de gemeente Reimerswaal. ‘De verenigingen maken geen gebruik van de accommodaties, waarom zouden ze er dan voor moeten betalen? Als gemeente lopen we ook geen inkomsten mis; wij worden er weer voor gecompenseerd door het Rijk.’
Pastoor: ‘Er is een grote gemeenschapszin’
Wethouder Elly Pastoor vertelt dat ze de sportclubs in haar gemeente Westerkwartier het aanbod heeft gedaan om ze financieel uit de brand te helpen. Hierbij ligt een tijdelijke huurontheffing op tafel. ‘We hebben gezegd dat ze aan de bel mogen trekken als ze steun nodig hebben, maar er heeft nog geen enkele club aangeklopt. Ze redden het tot nu toe nog allemaal met de landelijke regelingen en daarbij blijven de leden gewoon hun contributie doorbetalen. Sterker nog, in de zomer kreeg de tennisclub zelfs meer leden. Er is een grote gemeenschapszin.’
Ook in Reimerswaal, Leusden en Eemnes blijven de leden aan: ‘Ze staan er financieel goed voor,’ zegt wethouder Wilma de Boer-Leijsma van Eemnes. ‘Het verenigingsleven is hier groot en heel belangrijk. We zien dat iedereen die het kan betalen, ook contributie blijft afdragen aan de sportclub.’
Extra inkomsten
Marcel Sturkenboom, fractievoorzitter van PvdA-GroenLinks in Leusden, somt op dat in zijn gemeente veel verenigingen de kantine-opbrengsten of andere extra inkomsten mislopen. ‘Je ziet wel dat begrotingen onder druk staan. Ik ben bijvoorbeeld lid van een tennisvereniging die in de winter een blaashal heeft, waar ook door niet-leden gretig gebruik van wordt gemaakt. Omdat binnensporten niet mag, kan die hal nu niet verhuurd worden. Daardoor mist de club omzet.’ Tegelijkertijd ziet hij dat veel van deze klappen opgevangen kunnen worden door het landelijke steunpakket.
Een pakket waarvan Verburg wel heeft gehoord dat de regels lastig te doorgronden zijn voor de clubs. ‘Het was praktischer geweest als dit sportfonds bij de gemeente was ondergebracht, net als de regeling voor cultuur. Wij kennen de verenigingen toch het best en kunnen maatwerk bieden. Sommige clubs komen ook niet in aanmerking voor het landelijke steunpakket, omdat ze te klein zijn. Reimerswaal is qua oppervlakte een grote gemeente, maar onze grootste kern bestaat uit zevenduizend inwoners. Wat dus voor ons een grote vereniging is, is op landelijke schaal kleiner dan gemiddeld.’
Verburg: Het landelijke steunpakket geldt niet voor kleine verenigingen
Verburg stelt dat sportbonden zoals de KNVB nog wel de volledige contributie vragen aan de clubs. ‘Dit kunnen de verenigingen vervolgens wel weer terugvragen bij het landelijke steunpakket. Dat is een onnodig doorsluisverhaal.’
De Boer-Leijsma heeft eveneens van sportverenigingen gehoord dat ze weinig steun ontvangen van de bonden. ‘Clubs vragen hoe ze de boel weer op gang kunnen krijgen, maar ik hoor dat ze dan nul op rekest krijgen. Ik ga uitzoeken hoe dat zit, je moet natuurlijk wel hoor en wederhoor plegen.’
Opbeurend momentje
De sportclubs zijn inventief om hun leden wel verbonden te houden. ‘Ik had laatst een Teams-vergadering met besturen van sportverenigingen, om ze even een opbeurend momentje te geven. Een hart onder de riem. Daarin vertelden ze dat ze wel heel creatief zijn met bijvoorbeeld online borrels voor volwassen leden of bingo’s met kinderen,’ zegt De Boer-Leijsma. ‘En op de voetbalvelden die in het hart van het dorp liggen zijn opengesteld. Daar maakten andere clubs ook gebruik van: er werden danslessen gegeven en mensen konden er volleyballen.’
In Westerkwartier gebeuren dat soort dingen ook. ‘Er worden veel activiteiten bedacht om mensen betrokken te houden,’ zegt Pastoor. ‘Wij hebben lokaal ook net in coronatijd een sportakkoord gesloten. Onderdeel daarvan is een platform voor verenigingen waarin ze elkaar kunnen treffen en goede ideeën uitwisselen.’
De Boer-Leijsma: Sportverenigingen zijn heel creatief
Voor de toekomst zijn er een paar zorgen: de volwassen sporters die hebben ervaren dat een rondje hardlopen of die 1-op-1-sessie met een trainer ook wel gemakkelijk is. Maar het grootste aandachtspunt is hoe de oudere jeugd betrokken kan blijven bij de sportverenigingen. ‘Dat is sowieso, buiten coronatijd al lastig, omdat jongeren vaak met twaalf en achttien jaar wisselen door school en studie, maar zie ze nu nog maar eens terug te krijgen,’ zegt Sturkenboom.
Verburg deelt de zorgen van Sturkenboom. ‘Het is een leeftijd waarbij die natuurlijke binding met een club weg is, en nu door het wegvallen van de wekelijkse trainingen en wedstrijden, de motivatie minder groot is. Dit is voor sport echt een verloren jaar.’
Daarbij signaleert De Boer-Leijsma dat er wel sprake is van een natuurlijke uitstroom van jeugd, maar dat er geen leden bij komen. ‘Dat heeft uiteindelijk weer allemaal gevolgen voor bijvoorbeeld de vrijwilligers binnen een club. Ouders komen mee met hun kind en zetten zich daardoor ervoor in. Dat stagneert nu allemaal.’
Buurtsportcoaches
In Westerkwartier en Eemnes worden buurtsportcoaches ingezet, die ervoor zorgen dat jeugd in beweging blijft. ‘Die houden de spirit er een beetje in,’ zegt De Boer-Leijsma. Pastoor: ‘Die bieden ook online programma’s aan. Dat is in de kerstvakantie opgezet en op verzoek van jongeren doorgezet.’ In Reimerswaal wordt de basisschooljeugd bezig gehouden met allerhande beweegactiviteiten. ‘Kinderen moeten zich van tevoren opgeven. We zien dat de opkomst hoog is. Ze willen graag naar buiten.’
Pastoor: Buurtsportcoaches bieden nu ook online programma’s aan
Ook zetten Westerkwartier en Eemnes speciaal in op de motorische ontwikkeling van jongere kinderen. ‘In de voormalige gemeente Grootegast zijn we begonnen met het programma “De school in beweging”,’ vertelt Pastoor. ‘Om de motorische vaardigheden te stimuleren. Het bleek namelijk dat kinderen van nu motorisch minder begaafd zijn dan twintig jaar geleden. Het verminderde jaar in, jaar uit. Die achteruitgang was dankzij het programma tot stilstand gekomen. Door corona zijn we daar fysiek nu even mee gestopt, maar online hebben we wel een aanbod.’
Stimuleringsfonds
Verburg pleit voor een nieuwe sportregeling zoals een stimuleringsfonds voor cultuur. ‘Waarin mensen hernieuwd kennis kunnen maken met sport. Dan kunnen we – als we weer wat lucht krijgen – sporten weer goed voor het voetlicht brengen. Niet alleen bij jongeren, maar ook andere mensen.’
Sturkenboom: De PvdA moet de coronadip doorbreken
Sturkenboom roept de PvdA op om als sportpartij naar voren te stappen: ‘Ik stel voor om de coronadip te doorbreken. Laten we als PvdA nadenken hoe we de sport weer volledig in z’n kracht kunnen zetten, door mensen te stimuleren dat ze weer aan het sporten gaan. We kunnen bijvoorbeeld een plan van aanpak bedenken samen met het Kenniscentrum Sport & Beweging, NOC*NSF, de VNG en het ministerie. Er komt geheid een cesuur in de ontwikkeling van jonge sporters, laten we nou gaan kijken hoe we die dip zoveel mogelijk kunnen invullen. Zonder dat je als een gek trainingen gaat compenseren, want daar lopen mensen alleen maar blessures door op. We moeten daar wat mij betreft nu snel op anticiperen.’
Afbeelding: Sabine Joosten | ANP