Huurders beter beschermd
Dankzij Habtamu de Hoop worden huurders in de vrije sector beschermd tegen exorbitante huurverhogingen. De Hoop kreeg een Kamermeerderheid achter zich voor verlenging van de Wet Nijboer. Daarnaast heeft hij bij amendement vastgelegd dat voor slecht geïsoleerde huizen een lagere huurprijs gaat gelden. Dat gebeurde onlangs bij de behandeling van de Wet betaalbare huur van minister Hugo de Jonge.
De ‘Wet maximering huurprijsverhoging geliberaliseerde huur’ ook en beter bekend als de Wet Nijboer, trad 1 mei 2021 in werking. Aanvankelijk regelde die dat de huurprijzen in de vrije sector tot maximaal het percentage van de inflatie plus 1 procent mochten stijgen.
Omdat bleek dat de wet ook slecht kon uitpakken voor huurders vanwege de zeer hoge inflatie, is die in 2023 aangepast. Sindsdien mogen de huren in de vrije sector nog steeds met de inflatie plus 1 procent worden verhoogd óf met de stijging van de lonen (Cao’s) plus 1 procentpunt. Die keuze was niet vrij: van de twee mogelijkheden moet die voor de huurders de meest gunstige worden genomen: ‘de laagste-van-de-twee’.
De Wet Nijboer werd aangenomen onder het beding dat er na drie jaar een evaluatie zou komen. Tweede voorwaarde was dat de wet in 2024 zou vervallen, tenzij een meerderheid voor verlenging was.
Toezicht naleving bij gemeenten
Uit de evaluatie blijkt dat de wet vooral beschermt tegen excessieve huurverhogingen. Daarop kwam minister Hugo de Jonge met zijn wetsvoorstel de wet Nijboer te verlengen tot 2027. Verschil was dat De Jonge de wet deels wilde verlengen. Wat hem betreft werd alleen de loonstijging plus 1 procentpunt als maximum gehanteerd.
De Hoop is erin geslaagd een meerderheid achter het amendement van hem en NSC en ChristenUnie te krijgen. Daarmee geldt ook de inflatie plus 1 procent als maximum. De regel van ‘laagste-van-de-twee’ blijft in stand. Zo lopen huurders de minste risico’s.
Uit de evaluatie bleek verder dat de wet in de praktijk lang niet overal goed werd nageleefd. Daarom wordt bij de verlenging ook geregeld dat de handhaving van de wet wordt verbeterd. Hoe? Door het toezicht op naleving bij gemeenten neer te leggen.
Strijd nog niet gestreden
De Hoop heeft laten weten dat met de verlenging van de wet Nijboer de strijd tegen hoge huren nog lang niet is gestreden.
In dat verband speelde recent de Wet betaalbare huur van minister Hugo de Jonge in de Tweede Kamer. Deze wet moet ervoor zorgen dat een groot deel van de huurhuizen in de vrije sector aan een puntenstelsel wordt gebonden. De punten bepalen dan de huurprijs en niet meer de verhuurder zelf.
De Hoop wees erop dat ook deze wet hard nodig is: ‘huurders in het middensegment zijn op dit moment vogelvrij.’
Dat blijkt ook uit het feit dat deze huren de afgelopen jaren flink gestegen zijn. Volgens De Hoop ging de wet betaalbare huur nog niet ver genoeg. Bij amendement heeft hij vastgelegd dat voor slecht geïsoleerde huizen een lagere huurprijs gaat gelden. De wet is op de valreep voor het mei-reces aangenomen.
Prostitutie en mensenhandel
Mikal Tseggai heeft staatssecretaris Eric van der Burg van Justitie en Veiligheid vragen gesteld over de aanpak van mensenhandel. Want al jarenlang wordt er nagedacht over landelijke wetgeving om sekswerk te reguleren. Concreet heeft dat tot niets geleid.
De eerste wet die beter zicht moest verschaffen op deze branche is enkele jaren geleden gesneuveld in de Eerste Kamer. De Wet regulering sekswerk die daarna werd gemaakt ligt al tijden klaar voor indiening bij de Tweede Kamer, maar komt daar steeds niet aan. Om er nog een schepje bovenop te doen: gemeenten blijken ook lang niet allemaal op deze reguleringswet te wachten. Volgens onderzoek van de NOS vreest een groot deel van de gemeenten dat de wet een averechts effect sorteert.
De bedoeling is namelijk dat via een vergunningsstelsel beter toezicht komt op sekswerk en de uitwassen ervan, mensenhandel bijvoorbeeld.
Veel gemeenten vrezen dat een vergunningplicht er juist voor zorgt dat illegaal sekswerk uit zicht blijft. En dan zijn er gemeenten die geen heil zien in het toestaan van thuiswerkende sekswerkers.
Mensenhandel onder gouden bergen
Dat de branche van sekswerk nog lang niet altijd een veilige werkplek biedt, toont onderzoek van het tv-programma Pointer aan. Meer dan honderd tussenpersonen blijken vanuit Oost-Europese landen actief te zijn bij het lokken van sekswerkers naar het buitenland, laat het programma zien. Met online advertenties lokken zij onder valse voorwendselen sekswerkers naar het buitenland. Zo wordt werk in luxe hotels beloofd. Met daarbij alle vrijheid om het werk zelf in te richten tegen een loon van 20.000 euro per maand. In werkelijkheid moeten de sekswerkers onder slechte omstandigheden en onder dwang of drang hun werk doen. Een groot deel van de verdiensten moeten zij afstaan.
Vanwege de misleiding in de advertenties is er al snel sprake van mensenhandel. Het is dan ook niet voor niets dat het Openbaar Ministerie en maatschappelijke zorgorganisaties erop wijzen dat dat sekswerkers die ingaan op deze advertenties, het gevaar lopen om slachtoffer te worden van mensenhandel en seksuele uitbuiting.
Aanpakken is lastig
Van der Burg antwoordde op de vragen van Tseggai dat hij het geschetste beeld in de tv-uitzending verschrikkelijk vindt. Maar het aanpakken van tussenpersonen achter de misleidende advertenties is lastig, zegt hij. Vaak wisselen de daders van mobiel nummer en communiceren zij via versleutelde apps, zoals Telegram. Alleen internationale politiesamenwerking lijkt het probleem vooralsnog te kunnen aanpakken. Om slachtoffers te voorkomen is het werken aan voorlichting en bewustwording in de landen van herkomst belangrijk om het probleem de wereld uit te helpen.