Waarom kunnen zo veel mensen zich geen huis meer veroorloven? Niet omdat er niet genoeg koophuizen gebouwd worden of omdat de eisen voor hypotheken te streng zouden zijn, stelt de Britse econoom Josh Ryan-Collins in zijn boek Why can’t you afford a home?. Het probleem is juist dat vastgoed zo’n populaire belegging is en dat het verdienmodel van banken bestaat uit het verstrekken van steeds hogere hypotheken. ‘Hoe snel je ook kan bouwen, banken kunnen sneller nieuw krediet creëren.’
Over die huizenmarkt schreef Ryan-Collins een scherp, inzichtelijk en goed leesbaar boek. Zijn analyse gaat grotendeels over Groot-Brittannië en de VS, maar is ook van toepassing op Nederland. De Nederlandse huizenmarkt is op veel plaatsen oververhit en Ryan-Collins stelt dat zulke oververhitting wordt veroorzaakt doordat essentiële economische inzichten in de werking van woningmarkten en grondprijzen te lang over het hoofd gezien zijn.
Stijgende grondprijzen en bubbels
De stijging van huizenprijzen is grotendeels toe te schrijven aan de stijging van grondprijzen. Grond is namelijk inherent schaars (bij grote vraag naar meer grond nabij het stadscentrum kan je niet meer van die grond creëren – op een gegeven moment is die gewoon ‘op’) en dus gelden ‘normale’ wetten van vraag en aanbod niet met betrekking tot grond- en huizenprijzen. Gemeenten kunnen hier in Nederland wel actief beleid op voeren, maar dit gebeurt in de praktijk niet.
Grond en huizen zijn daarom ideale objecten voor investeerders en speculanten. Klassieke economen zoals Ricardo waren zich daar goed van bewust, maar hun inzichten verdwenen naar de achtergrond. Dat maakte de combinatie van de ideologie van het eigenwoningbezit, gedereguleerde financiële markten en ‘rommelhypotheken’ mogelijk, wat resulteerde in torenhoge huizenprijzen – huizenbubbels – en vervolgens in bankencrises zoals in de VS, Ierland en Spanje het afgelopen decennium.
Voor starters zonder rijke ouders is het haast onmogelijk om een woning te bemachtigen
Hoe werkt die bubbelvorming nou precies? Als het economisch goed gaat, stijgen de huizenprijzen en moeten mensen steeds meer lenen om een huis te kunnen kopen. Banken gaan steeds meer krediet verstrekken, wat weer leidt tot stijgende huizenprijzen. Door de deregulering van de financiële sector zijn banken steeds minder gaan investeren in de reële economie en juist meer in hypotheken. Voor hun bedrijfsvoering zijn ze steeds afhankelijker geworden van hypotheekverstrekkingen. Mensen die hun huis bij een gunstig prijsniveau gekocht hebben, hebben hier niet zo’n last van. Voor mensen die niet gunstig hebben kunnen kopen, ligt dat anders. Op een gegeven moment zijn de huizenprijzen zo hoog, dat zij zich geen huis meer kunnen veroorloven. Starters met kapitaal komen met moeite nog aan een woning, voor starters zonder rijke ouders is dat haast onmogelijk.
Dan ‘kookt de markt droog’, zoals dat onder makelaars heet, en worden huizen opgekocht door beleggers. Die beleggers wordt fiscaal bovendien geen strobreed in de weg gelegd. Het Nederlandse ministerie van Binnenlandse Zaken liet zelfs een website bouwen die buitenlandse beleggers attendeert op kansen bij de verkoop van sociale huurwoningen. De grootschalige verkoop van sociale huurwoningen, de verhuurdersheffing (of huurdersboete) en het steeds verder inperken van de toegang tot sociale huurwoningen zorgen voor nog meer krapte op de koopmarkt (en nog meer opdrijving van de prijzen), maar niet voor meer betaalbaar aanbod.
Lessen voor Nederland
Waarom zijn de inzichten van Ryan-Collins voor PvdA’ers van belang? Omdat het belangrijk is om ons te realiseren dat we er met alleen bouwen niet komen. Als er een nieuwe crisis uitbreekt, zitten we met de gebakken peren. Met de huidige schaarste is het nauwelijks voor te stellen, maar denk even terug aan de stilgevallen bouwprojecten aan de Spaanse kust en Amerikanen die de sleutels van hun huis inleverden bij de bank omdat ze hun hypotheek niet meer konden betalen. PvdA’ers moeten zich realiseren dat de woningmarkt samenhangt met de financiële sector en met grondpolitiek en dat daar juist grote hervormingen nodig zijn. Die liggen politiek gevoelig – sommigen van u zullen zich herinneren dat het kabinet-Den Uyl is gevallen op grondpolitiek – maar zijn niet onmogelijk.
Alleen als de financiële sector wordt hervormd en er grondpolitiek komt, is verandering mogelijk
Tijdens een interessante publieksbijeenkomst over het boek van Ryan-Collins lichtten de auteur zelf, econoom Dirk Bezemer, geograaf Cody Hochstenbach en de Amsterdamse GroenLinks-politica Femke Roosma toe wat de analyse van Ryan-Collins te bieden heeft voor de Nederlandse situatie en schetsten verschillende oplossingen:
-
- Brede sociale woningbouw vormt een rem op huizenbubbels omdat het grote groepen een alternatief biedt voor de bubbelgevoelige koopsector
- Grond in bezit van de overheid en een systeem van erfpacht houden de grondprijs in bedwang
- Belast grondbezit naar de actuele waarde
- Banken moeten gaan investeren in productieve doelen zoals het ontwikkelen van duurzame vormen van transport in plaats van speculeren met vastgoed.
- Richt een publieke bank op voor de financiering van hypotheken
Als raadslid of Statenlid kan je dat natuurlijk niet alleen voor elkaar krijgen. Naast lokaal zorg dragen voor brede sociale woningbouw, erfpacht en het stimuleren van grondbezit door de gemeente of provincie, moet er op nationaal niveau (zie bijvoorbeeld de voorstellen van Henk Nijboer) én op Europees niveau (o.a. onttrekken van sociale woningbouw aan mededingingsregels, inperken van financiële sector) het nodige gebeuren.
Op de koopmarkt is op lange termijn een gecontroleerde daling van huizenprijzen nodig, aldus Ryan-Collins. Huizen zijn om in te wonen, niet om winst op te maken.
Meer weten? Naomi Woltring – auteur van dit artikel – doet onderzoek naar de invloed van neoliberale ideeën op de volkshuisvesting en is kandidaat voor het Europees Parlement. Why can’t you afford a home? van John Ryan-Collins bestellen kan hier. En de bijeenkomst in Pakhuis de Zwijger kijk je via deze link terug.
Afbeelding: Peter Hilz | Hollandse Hoogte