De even snelle als negatieve reactie van de Boeren Burger Beweging (BBB) en Farmers Defence Force (FDF) op het gezamenlijke voorstel van LTO, Natuurmonumenten, Natuur & Milieu, VNO-MKB en Bouwend Nederland om uit de stikstofcrisis te komen stelt ons bijna gerust. De afwijzing van de Farmers lag al voor de publicatie op tafel en ook Caroline van der Pas van de BBB was er als de kippen bij om te zeggen dat het allemaal niet deugt.
Als Caroline en de Farmers Defence Force zo fel tegen zijn, moet het wel een goed plan zijn, zou je zeggen. In ieder geval lijkt het ambitieus. Met een versnelde vermindering van de uitstoot van stikstof, een gebiedsgerichte aanpak, natuurinclusieve landbouw, vrijwillige verplaatsing uit natuurgebieden en vrijwillig stoppen neemt men geen halve maatregelen.
Een en ander moet nog wel worden doorgerekend en goedkoop is het met minimaal € 1,7 miljard per jaar tot 2030 ook al niet. Maar het idee dat deze organisaties, die normaal gesproken niet aan dezelfde kant van de onderhandelingstafel zitten, samen met een plan komen is op zijn minst sympathiek en de moeite waard om goed naar te kijken. Al was het maar, omdat we een ding zeker weten: met de stikstofwet van minister Schouten komen we er niet.
Met de inmiddels twee jaar oude uitspraak van de RvS en het verwijzen van de Programma Aanpak Stikstof (PAS) naar de prullenmand is het terugdringen van de uitstoot van stikstof veel urgenter geworden. Het idee dat je uitstoot in het heden kunt compenseren met minder uitstoot in de toekomst mag niet meer. Met andere woorden: doordat er te nu weinig wordt gedaan aan verduurzaming van de landbouw, de vermindering van de veestapel en duurzamer vervoer, kunnen er minder huizen worden gebouwd en zijn woningzoekenden de dupe.
Voordat een woonwijk mag worden aangelegd, moet duidelijk zijn hoe de extra uitstoot van stikstof wordt gecompenseerd. En als er ergens een nieuwe koeienstal moet komen, moet er ook eentje ergens verdwijnen. Schouten gokte op de vrijwillige stoppers en ook in de nieuwe plannen spelen zij een rol. Het probleem is alleen, dat die vrijwilligers er nauwelijks zijn.
Op zich is dat niet heel gek: doorgaan is veel te lucratief geworden. Dat heeft met diezelfde stikstof te maken. Elk boerenbedrijf heeft een vergunning voor een bepaalde hoeveelheid stikstofuitstoot. Die ruimte wordt bepaald door het aantal beesten die je hebt als boer. Dat heet een stikstofrecht. Heb je een jaar minder koeien of wil je misschien wel stoppen als boer? Dan kun je (een gedeelte van) je stikstofrecht verkopen of verhuren. Het klinkt als koehandel en dat is het ook: met de stikstofrechten is het recht om te vervuilen handelswaar geworden, een kapitaalgoed.
Het benutten van de stikstofruimte van andere bedrijven noemen we extern salderen. Net als bijvoorbeeld de huizenmarkt is het extern salderen een markt van vraag en aanbod. En net als de woningzoekenden op Funda kunnen rondstruinen en eigenaars daar hun huis te koop kunnen zetten, kunnen mensen die op zoek zijn naar extra stikstofruimte terecht op Eminet, waar ze hun rechten om te vervuilen kunnen huren, verhuren, verkopen of aankopen.
Helemaal zonder beperkingen is het extern salderen niet: het (ver)huren mag maar voor twee jaar en je mag maar 70% van je stikstofrecht vermarkten, terwijl 30% wordt ingetrokken om de stikstofvervuiling naar beneden te brengen. Maar in een schaarse en overspannen markt blijft het voor boeren een lucratieve handel. Niet in het minst omdat de overheid vrolijk aan de handel deelneemt. Zo koopt het ministerie van I&W stikstofruimte in om een snelweg te verbreden waar niemand op zit te wachten en kopen een aantal provincies stikstofruimte in andere provincies in.
Volgens de stikstofwet van Schouten mag het en is vervuiling een recht waarin je kan handelen. Maar met het vernietigen van de PAS in het achterhoofd, is het wel de vraag of dit ook van de rechter mag. Met het terugdringen van de stikstofvervuiling en beschermen van de natuur lijkt het extern salderen in ieder geval weinig te maken hebben. Integendeel: het heeft vervuiling tot recht gemaakt, is moreel onjuist en bemoeilijkt het vrijwillig stoppen van boeren.
Het deze week uitgesproken vonnis in de Shellzaak geeft ons moed. De tijd dat de multinational te weinig deed aan de uitstoot van broeikasgassen lijkt met de harde verplichting om de uitstoot in 2045 met 45% te verminderen immers voorbij. Een even duidelijk oordeel over het externe salderen is op zijn plaats. Een uitspraak waar de FDF en BBB ongetwijfeld heel boos over zullen zijn, maar waarmee de nieuwe samenwerking tussen LTO en de natuurorganisaties wel tot volle wasdom kan komen.
Afbeelding: Lauren van Putten | ANP