Lokaal Bestuur
Eerste hulp bij dakloosheid arbeidsmigranten: Poolse straathoekwerker en andere oplossingen Foto: Robin Utrecht, Hollandse Hoogte | ANP

Het aantal mensen dat dakloos is, neemt volgens het CBS niet langer af. Vooral arbeidsmigranten uit andere EU-landen belanden nu vaker op straat. Hoe gaan gemeenten met deze groep om?


Van de ene op de andere dag geen baan meer en direct dakloos. Het gebeurt nog steeds in Nederland. Het gaat dan vooral om mensen uit EU-landen die hun (tijdelijke) baan in bijvoorbeeld de landbouw of logistiek verliezen en daardoor ook hun onderkomen kwijtraken. Deze uitzendkrachten uit voornamelijk Midden- en Oost-Europese landen hebben juridisch gezien geen recht op hulp. Een aantal belandt op straat. Zoals in Venlo, een tuinbouwregio en logistieke hotspot ineen en daarmee afhankelijk van uitzendkrachten uit andere EU-landen. Hier neemt het aantal dakloze arbeidsmigranten toe.

PvdA-fractievoorzitter Hay Janssen bezocht onlangs met de gemeenteraad van deze Limburgse gemeente verschillende instanties die zorgen dat daklozen wat te eten krijgen en zich kunnen wassen.

Janssen: ‘Sommige arbeidsmigranten worden dakloos na uitbuiting door onbetrouwbare uitzendbureaus. Hun huisvesting was niet alleen slecht, maar ook gekoppeld aan werk. Bij ontslag werden ze direct dakloos. Ze worden soms met een busje afgezet in het centrum bij de jongerenkerk met de boodschap: zoek het maar uit. Het waren dezelfde busjes van de uitzendbureaus die de mensen hadden opgehaald onder voorwaarden van werk en onderdak.’

Wildwestpraktijken

Janssen maakt zich zorgen over de kwetsbare situatie waarin arbeidsmigranten zich bevinden, de hoge kosten die ze betalen voor wonen en de onzekerheid van hun werk. ‘Ze betalen vaak honderden euro’s per maand voor een bed of matrasje in een kamer die ze moeten delen, in een huis dat is volgepropt met arbeidsmigranten. Echte wildwestpraktijken.’

Inmiddels zijn er ongeveer tweehonderd arbeidsmigranten dakloos in Venlo. Dat is de schatting van stichting Barka die zich ontfermt over deze groep. Janssen: ‘Barka biedt daklozen dagelijks de mogelijkheid om te douchen, een schoon toilet en schoon ondergoed. Het Leger des Heils heeft een paar keer per week broodjes en soep in de jongerenkerk. Verder zijn er nog opvangplekken waar men kan rusten of een kopje koffie kan drinken. Dit wordt opgepakt door de Venlose maatschappelijke opvang MOVEOO.’

Poolse straathoekwerker in dienst

Naast deze verschillende initiatieven heeft de gemeente een Poolse straathoekwerker in dienst genomen. Janssen legt uit: ‘Die moet voor minder rondzwervende dakloze arbeidsmigranten zorgen. Hij helpt vooral Oost-Europeanen om hun leven weer op de rit te krijgen. Hij spreekt daklozen aan in hun eigen taal en vraagt hoe hij kan helpen. De een heeft een strafblad in zijn eigen land, maar gaat toch weer terug: Beter daar in de cel, dan hier op straat, hoort hij dan. Zo heeft de straathoekwerker met steun van Barka zo’n dertig mensen geholpen en dus van de straat gehaald. Wie teruggaat naar zijn eigen land, krijgt de reiskosten vergoed door de gemeente.’

Janssen heeft de indruk dat het aantal daklozen stijgt. ‘Dat merk je als in de stad loopt. We behoren al tot de grootste tuinbouwgebieden van Europa. Aan beide kanten van de grens worden nogal wat mensen ingezet. Dan krijg je ook meer mensen die dakloos raken. Ruimte om alle daklozen te huisvesten heeft de gemeente echter niet.’

Slapen in tentjes in het park

Ook Den Haag kampt met een opvangtekort, maar hier wordt gewerkt aan een apart opvangcentrum voor dakloze arbeidsmigranten. Maar verder dan een aankondiging is het nog niet, zegt fractievoorzitter Janneke Holman. ‘We hebben een actieplan tegen dakloosheid, maar helaas nog geen locatie voor deze aparte groep. En die is wel nodig. Ik liep pas met de boswachter door een van onze parken, de Scheveningse Bosjes, en daar hebben we een behoorlijk aantal dakloze mensen dat in tentjes slaapt.’

Ze kijkt met een schuin oog naar Rotterdam, die onlangs al een aparte opvang aankondigde. ‘Je ziet wel dat het door een rechts college tot stand is gekomen: de belangrijkste reden daar is om overlast tegen te gaan, in plaats van het principe dat niemand op straat zou moeten slapen. Ze koppelen de opvang in Rotterdam wel aan voorwaarden: je mag in zes tot acht weken op adem komen en dan moet je of weer werk hebben of terug naar je eigen land. Ik hoop dat we in Den Haag beter nadenken over wat we vragen. Is acht weken wel genoeg? Kloppen dakloze migranten echt bij ons aan als je weet dat je kan worden teruggestuurd? Op pad met de boswachter zag ik mensen die echt meer dan acht weken nodig hebben om het leven weer op de rails te krijgen.’

Verlenging permanente opvang

Voor alle daklozen heeft Den Haag een permanente winteropvang geopend. Ook mensen met een EU-achtergrond kunnen hier terecht. Deze winteropvang bevindt zich in een oud ziekenhuis en wordt met twee maanden verlengd tot 1 juni. ‘Het lukt namelijk nog te weinig om de mensen uit deze opvang een vervolg te bieden,’ verklaart Holman.

‘Het valt me op dat we het in discussies altijd hebben over een groep dakloze arbeidsmigranten, maar de groep is heel divers. Sommigen leven al jaren op straat, zoals een poffertjesbakker uit Litouwen die ik sprak. Anderen leven er net een week, zoals een jong Pools stel dat van de ene op de andere dag op straat is gegooid door de werkgever. Die kan je veel sneller weer aan werk helpen en daarmee vaak ook aan onderdak.’

Volgens Holman is de echte oplossing een landelijke aanpak: ‘De adviezen van de commissie Roemer navolgen (verbeteren positie arbeidsmigranten en verminderen misstanden, -red.), het aanpakken van malafide uitzendbureaus en de scheiding tussen bed en baan, zodat je niet meteen je huis kwijtraakt als je zonder werk komt te zitten.’

Intussen zit de gemeente met de gevolgen van het halfslachtige beleid dat nu wordt gevoerd, zegt Holman. ‘Dakloosheid is het gevolg van landelijke regels. We hebben een wooncrisis die vele groepen treft en niet alleen arbeidsmigranten. We zien ook mensen met een baan die geen huis kunnen betalen en dan maar in de auto slapen of op de bank bij vrienden.’

Onafhankelijke belangenorganisatie daklozen

Den Haag heeft een onafhankelijke belangenorganisatie voor dakloze mensen: het Straatconsulaat. ‘Zij bieden onafhankelijke ondersteuning voor cliënten, deels met subsidie van de gemeente. Doordat zij er zo bovenop zitten, bieden ze ook tegenspraak op beleid. Dat is hard nodig. Dat kan de gemeente niet altijd leuk vinden, maar het is belangrijk dat zij er zijn.’

Den Haag wil meer gaan bouwen en woningen toevoegen en ook daar zitten regels soms in de weg. Een voorbeeld geeft Holman: ‘Een ouder echtpaar wilde de leegstaande zolder gaan verbouwen tot twee zelfstandige ruimtes voor kwetsbare jongeren. Dat mag nu volgens de lokale regels niet. Eerst moeten we de regels gaan verruimen, maar daar moet wel een meerderheid voor zijn in de gemeenteraad.’

Nieuwe centra voor arbeidsmigranten

In Dronten in Flevoland kennen ze nog geen dakloosheid onder arbeidsmigranten, maar maken ze zich wel op voor een enorme toeloop van tijdelijke arbeiders uit de EU. Dat zegt PvdA-fractievoorzitter Roelf Raterink.

‘Onder arbeidsmigranten heerst bij ons veel woningnood. Tegelijk kennen we in een oude woonwijk veel overlast door studenten die landbouw studeren. Door een discutabele deal met de eigenaar van deze studentenhuizen bouwen we nu twee nieuwe centra voor arbeidsmigranten, een op een oud industrieterrein en een op een stuk landbouwgrond. Dat mag hij ontwikkelen. Hierdoor heeft hij toegezegd dat ook de studenten naar een nieuwe plek verhuizen.’ De huizen die vrijkomen, gaan weer in de verkoop.

Waar de gemeente nu nog driehonderd arbeidsmigranten huisvest, zijn dat er in 2030 meer dan duizend. ‘Ze gaan met een paar mensen in een soort chalets. We hebben de arbeidsmigranten hard nodig. Dronten kent veel landbouw. Zonder arbeidsmigranten zouden onze bedrijven niet kunnen bestaan. Er is het hele jaar door werk. Dankzij Agnes Jongerius en de Roemernorm hebben we het voor elkaar gekregen dat ze goed worden gehuisvest. Voorheen woonden ze hier vooral illegaal op caravans achter de boerderij.’