De neuzen leken de afgelopen maand dezelfde kant op te staan. Het coronavirus moest worden beteugeld en de economie gered. En inderdaad kwam het kabinet met het ene noodpakket na het andere. Maar nu de gaten in die noodpakketten gedicht moeten worden, blijken verschillende ministers er toch andere ideeën over solidariteit op na te houden.
Meer geld voor decentrale overheden broodnodig
De coronamaatregelen trekken een zware wissel op de financiën van decentrale overheden: de uitgaven nemen toe, terwijl er minder inkomsten zijn. Veel gemeenten maken zich grote zorgen en om financieel kopje onder te gaan. In het Bestuurlijk Overleg Financiële Verhoudingen tussen het Rijk en de VNG, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen dat vorige week plaatsvond, is dit uitvoerig besproken. De inzet van de decentrale overheden is een reële compensatie voor alle extra kosten, zodat ze er niet op achteruit gaan. Een werkgroep brengt alle extra kosten en gederfde inkomsten in kaart. Binnen twee weken vindt een vervolggesprek plaats en volgt er meer duidelijkheid over de compensatie voor decentrale overheden.
Naast compensatie voor de extra kosten, dringen elf Gelderse gemeenten aan op bevriezing van het gemeentefonds. De coronamaatregelen vallen buiten de ‘trap op, trap af’-systematiek die de hoogte van het gemeentefonds bepaalt. Bovendien vrezen de gemeenten dat er door de crisis een onderbesteding is op bepaalde domeinen, dat wel van invloed is op het gemeentefonds. Bevriezing van het gemeentefonds moet voorkomen dat gemeenten in het lopende begrotingsjaar geconfronteerd worden met een tekort, waardoor er bezuinigd moet worden. Op de brief is nog geen reactie gekomen.
Veel gemeenten dreigen een artikel 12 aan hun broek te krijgen
Compensatie voor de extra gemaakte kosten en bevriezing van het gemeentefonds alleen zijn niet voldoende. Al voor de coronacrisis, stonden gemeentefinanciën zwaar onder druk en waren er grote tekorten. Die druk zal niet minder worden als het economische tij straks keert en meer mensen een beroep moeten doen op het sociale- en armoedebeleid. Naast compensatie voor de extra gemaakte en gederfde kosten, moet de financiële positie van gemeenten structureel verbeterd worden.
Het morele appèl van Ollongren
Afgelopen woensdag debatteerde de Tweede Kamer over de Spoedwet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten. De wet maakt het mogelijk om tijdelijke huurcontracten tijdelijk te verlengen. Er zitten alleen wat mazen in de wet: in het geval van sloop- of renovatieplannen of bij een huurachterstand, kan het contract toch worden opgezegd. Alle reden om dat te herstellen, zou je zeggen. Maar minister Ollongren (D66) wilde niet verder gaan dan een ‘moreel appèl’.
Ook als het gaat om de afspraken met de verschillende brancheorganisaties over het opschorten van huisuitzettingen, geeft de minister niet thuis. Wederom worden de verhuurders opgeroepen om rekening te houden met de economische gevolgen van de coronacrisis voor huurders. Maar aan die oproep hebben huurders die het water aan de lippen staat weinig als de verhuurder niet solidair is. Of zoals Tweede Kamerlid Henk Nijboer het stelt: ‘In een moreel appèl kun je niet wonen’.
Kwaadwillende huisjesmelkers kunnen hun gang blijven gaan
Dat de minister daar anders in staat, bleek ook toen het onderwerp huurverhogingen aan de orde kwam. In de sociale sector wordt deze verhoging elk jaar op 1 juli doorgevoerd. Dit jaar mogen de huren volgens op de verwachte economische groei vastgesteld percentage stijgen met 5,1% tot 6,6%, terwijl de stijging in de vrije sector helemaal niet gemaximeerd is. Met de geïmplodeerde economie is dit onwenselijk. Daarom willen PvdA, SP en GroenLinks verdergaande maatregelen: een wettelijk verbod op huisuitzettingen en bevriezing van de huren.
Hiertoe werd tijdens het Kamerdebat een aantal gezamenlijke moties ingediend. De motie die opriep tot bevriezing van de huren in de sociale- en vrije sector, haalde het niet. Volgens de minister worden huurders door de spoedwet al genoeg beschermd. Bevriezing of verlaging van de huren zou er toe leiden dat corporaties te weinig inkomsten hebben voor de noodzakelijke verduurzaming van hun woningen, aldus de minister. Een mogelijk oplossing om de inkomstenderving te compenseren door de verhuurderheffing te verlagen of af te schaffen, kwam dan weer niet bij haar op. Ook de motie die opriep om huisuitzettingen bij wet te verbieden, gesteund door coalitiepartij ChristenUnie, haalde geen meerderheid. De Spoedwet verlening tijdelijke huurovereenkomsten werd wel aangenomen.
Lot flexwerkers ondanks unanieme Kamer ongewis
Vorige week pleitte Tweede Kamerlid Gijs van Dijk ervoor dat de soepele bijstand voor zzp’ers ook wordt opengesteld voor ontslagen flexwerkers. Tijdens het Paasweekend leek hij er in geslaagd de coalitiepartijen en GroenLinks te winnen voor zijn plan. De motie met het plan werd mede-ingediend door alle coalitiepartijen, GroenLinks, 50Plus en SGP en kreeg unanieme steun in de Tweede Kamer. De partijen willen dat er een regeling voor flexwerkers komt, die met terugwerkende kracht per 1 maart jongstleden in gaat.
Maar ondanks deze brede steun, is het onduidelijk of de steun voor flexwerkers er gaat komen. Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) liet in het Kamerdebat weten zijn best te doen, maar niks te kunnen beloven. Staatsrechtelijk gezien kan de minister de unanieme motie naast zich neerleggen, maar aangezien deze groep toch al het zwaarste getroffen wordt, valt te hopen dat hij – al dan niet onder druk van de Kamer – tot inkeer komt.
Tegenprestatie en sollicitatieplicht niet van tafel
De coronacrisis heeft ook gevolgen voor werkzoekenden in de bijstand. Sollicitaties gaan anders en bovendien zijn er minder banen. En hoe gaat het met de sollicitatieplicht en de tegenprestatie? Onder andere daarover stelde Tweede Kamerlid Gijs van Dijk een aantal vragen aan staatssecretaris Van Ark (VVD).
De participatiewet blijft onverminderd hard
De staatssecretaris is niet bereid de sollicitatieplicht tijdelijk op te schorten en geen sancties op te leggen. Ook mogen gemeenten nog steeds een tegenprestatie vragen van inwoners in de bijstand. Er zijn vormen van tegenprestatie die ook met inachtneming van de coronamaatregelen nog steeds kunnen plaatsvinden, stelt de Staatssecretaris.
Gelukkig hoeven gemeenten de tegenprestatie niet op te leggen. Zeker nu, maar ook na de coronacrisis kan je mensen, die in de bijstand belanden, veel beter op andere manieren helpen. Met een fatsoenlijke en menselijke benadering en door het bieden van maatwerk, zoals de basisbaan.
Beperkte compensatie Rijk voor cultuursector
Met de coronamaatregelen zag de culturele sector het seizoen in één keer in het water vallen. Voorstellingen werden afgelast en musea hebben de deuren tot nader orde gesloten. Tot 1 juni leidt de sector naar schatting een verlies van €1 miljard. Zonder extra steun voor de culturele sector, is de kans groot dat veel instellingen omvallen. Concrete maatregelen vanuit het Rijk om de culturele sector te ondersteunen, leken er niet te komen.
Na veel druk zwichtte minister Van Engelshoven (D66) uiteindelijk en komt er een pakket van €300 miljoen voor de culturele sector. Doel van het noodpakket is om instellingen die van belang zijn voor de sector als geheel te steunen. De subsidies voor instellingen in de zogenaamde basisinfrastructuur, zoals het Rijksmuseum en Nederlandse Opera en Ballet, worden verhoogd. Ook de cultuurfondsen – die op hun beurt namens de minister geld verdelen onder instellingen en festivals – krijgen extra steun. Culturele instellingen die privaat gefinancierd worden, zoals vrije theaterproducenten, kunnen extra geld lenen, net als eigenaren van opengestelde Rijksmonumenten.
De €300 miljoen is een goed begin, maar lang niet voldoende, stelt voorzitter Jan Zoet van belangenvereniging Kunsten92. De steun is een belangrijke maatregel voor de komende maanden en kan voorkomen dat grote en relevante instellingen en gezelschappen omvallen. De maatregel betekent echter weinig voor de 160.000 zzp’ers in de sector: zij zijn aangewezen op de bijstand.
De € 300 miljoen van het Rijk is bij lange na niet genoeg
Lokaal zijn er al initiatieven ontstaan om de culturele sector een steuntje in de rug te geven. Het Amsterdams Fonds voor de Kunst en de gemeente Amsterdam hebben een snelloket geopend voor kunstprojecten die inspelen op de coronacrisis. Kunstenaars en organisaties kunnen een aanvraag doen voor een bedrag tussen de €1500,- en €5000,-. Binnen vijf werkdagen horen ze of ze de subsidie al dan niet krijgen. De regeling is een steuntje in de rug voor getroffen kunstenaars en zorgt tegelijkertijd dat er een cultureel aanbod blijft bestaan.
In Eindhoven dringt de gemeenteraad aan op de instelling van een noodfonds, onder andere voor culturele instellingen die door de coronacrisis in acute financiële problemen raken. Ook de gemeente Zaanstad helpt culturele instellingen, bijvoorbeeld door huren op te schorten, subsidietermijnen te verlengen en bij definitief geannuleerde evenementen de gemaakte kosten voor de voorbereiding te dragen.
Ruim noodpakket voor agrarische sector
Ook de agrarische sector kan rekenen op extra steun van de overheid. Met een steunpakket van €650 miljoen komt het ministerie van LNV de sierteeltsector, een deel van de voedingstuinbouw en de fritesaardappelsector tegemoet. Door het sluiten van de horeca, is de afzetmarkt van deze sectoren vrijwel geheel weggevallen. Het geld is grotendeels bedoeld voor een omzetschaderegeling. De precieze uitwerking van het pakket en de manier waarop steun aangevraagd kan worden, volgt nog.
Onderwijs kind van de rekening
Terwijl het ene na het andere steunpakket in het leven wordt geroepen, moet het onderwijs het doen met een schamele €35 miljoen. Dit bedrag is bedoeld voor werkdrukvermindering en het indammen van het lerarentekort. Door de verschillende steunpakketten, bij elkaar tientallen miljarden euro’s, heeft het kabinet geen ruimte meer voor andere financiële wensen uit de coalitie of ministeries. Het onderwijs komt er al met al bekaaid van af. In februari van dit jaar was er nog €100 miljoen beloofd om de noodplannen tegen het lerarentekort in de vijf grote steden te financieren.
Gemeenten vliegen hulptroepen in voor behandeling Tozo aanvragen
Met het groeiende aantal aanvragen voor de tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) – in totaal al 240.000 – neemt de druk op gemeenten toe. Sommige gemeenten vertienvoudigen de teams, zodat de aanvragen snel beoordeeld en verwerkt kunnen worden. In samenwerking met VNG en Divosa ontwikkelde het ministerie van SZW een Tozo-toolkit, met een instructiehandleiding, vragen en antwoorden en een model-aanvraagformulier. Als aanvulling op de toolkit wordt er deze week de laatste hand gelegd aan uniforme werkinstructies en standaardbrieven.
De druk op gemeenten om de Tozo uit te keren is enorm
Naast het opschalen van de personele bezetting, hebben gemeenten ook andere creatieve oplossingen bedacht om de aanvragen te verwerken. Halte Werk, die de aanvragen in twaalf Noord-Hollandse gemeenten afhandelt, ontwikkelde robot Robin. Deze softbot kan de eenvoudige aanvragen, zo’n 80 à 90% afhandelen. Gemeente Nijmegen ontwikkelde de Tozo-assistent: een online tool die ondernemers stap voor stap helpt met de aanvraag. Als de aanvrager niet in aanmerking komt, wordt dit direct aangegeven. Door deze voorselectie ontvangt de gemeente alleen de correcte aanvragen.
Noodopvang in de meivakantie
De meivakantie nadert en daarmee ook de vraag hoe het verder moet met de noodopvang van kinderen met ouders in cruciale beroepen. Tijdens de meivakantie blijft de noodopvang open voor kinderen met ouders in cruciale beroepen en voor kinderen uit kwetsbare gezinnen en onveilige thuissituaties. De regie en coördinatie voor de opvang ligt bij gemeenten: zij maken via scholen en de kinderopvang een inventarisatie van de lokale behoefte aan noodopvang. Scholen en kinderopvang zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering.
De drukte bij de noodopvang nam de laatste twee weken toe. Enerzijds omdat kwetsbare kinderen beter in beeld zijn, anderzijds omdat ouders in cruciale beroepen vaker een gebruik maken van de noodopvang. Zelf opvang regelen blijkt lastiger te gaan. De opvangcapaciteit kan de toegenomen drukte nog goed aan.
Financiële deadlines gemeenten mogelijk verplaatst
Gemeenten moeten elk jaar voor 15 juli de jaarrekening aanleveren bij de provincie en het CBS. Deze wettelijke datum is door de coronacrisis mogelijk niet haalbaar. Hetzelfde geldt voor de inleverdatum van de begroting: 15 november. Allebei de inlevermomenten worden mogelijk uitgesteld. Daar is de VNG over in gesprek met het ministerie van Binnenlandse Zaken en de provinciale toezichthouders. Vooralsnog is er geen reden om de deadlines uit te stellen, maar duurt de coronacrisis langer, dan zou het zo ver kunnen komen.
Afspraken financiering sociaal domein verder uitgewerkt
Op 25 maart maakten het ministerie van VWS en de VNG afspraken over de continuïteit van de financiering van het sociaal domein. Gemeenten werden met klem gevraagd om zorgaanbieders te financieren zoals contractueel is afgesproken en niet voor de zorg die daadwerkelijk geleverd wordt. Dit om acute liquiditeitsproblemen te voorkomen. In veel gemeenten gebeurt dit, bleek uit een rondgang langs PvdA-wethouders.
Veel gemeenten weten acute liquiditeitsproblemen bij zorgverleners te voorkomen
De afspraken van 25 maart zijn deze week verder uitgewerkt, zodat gemeenten meer duidelijkheid krijgen over de manier waarop de financiering van zorgaanbieder op peil gehouden kan worden. De uitwerking van de afspraken – die in ieder geval tot 1 juni gelden – gaat onder andere in op de manier hoe je het omzetniveau bepaalt, waarop wordt doorbetaald, en in welke mate er verantwoording plaats vindt. De uitwerking van de afspraken vind je hier.
Minder thuiszorg
De continuïteit van de thuiszorg staat onder grote druk: door zieke medewerkers, een gebrek aan beschermingsmiddelen of omdat cliënten uit angst voor besmetting zelf de hulp afbellen. Uit onderzoek van de Patiëntenfederatie, dat deze week naar buiten kwam, blijkt dat een derde van de mensen met thuiszorg of ondersteuning van een wijkverpleegkundige minder of geen zorg meer ontvangt. Met name woonbegeleiding, wassen en aankleden, huishoudelijke hulp, wondzorg en psychische hulp en dagbesteding zijn gestopt. Tegelijkertijd kunnen zorgbehoevenden steeds minder rekenen op hulp van mantelzorgers: zij willen de kwetsbare zorgontvangers niet in gevaar brengen. Vereenzaming en verwaarlozing liggen door het afschalen van de thuiszorg echter op de loer.
Eerste digitale vergaderingen een feit
De VNG publiceerde een handboek digitaal vergaderen en wij schreven eerder al waar je op moet letten bij digitale besluitvorming in gemeenteraden, Provinciale Staten en waterschappen en spraken er over met PvdA-senator Ruud Koole. Het is niet ideaal, maar de democratie mag niet in quarantaine.
Nu de tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming iets meer dan een week van kracht is, zijn ook de eerste praktijkvoorbeelden beschikbaar. De primeur voor digitale besluitvorming is aan de gemeenteraden van Mill en Sint Hubert, Boxmeer, Cuijk en Sint Anthonis. Op donderdag 9 april stemden de gemeenteraden van deze vijf gemeenten in met het herindelingsontwerp, de eerste formele stap op weg naar de herindeling van de vier gemeenten tot de nieuwe gemeente ‘Land van Cuijk’. De tijdelijke wet kwam voor deze gemeenten net op tijd. Was de wet later in gegaan, dan had ook de gewenste datum voor de ingang van de herindeling, 1 januari 2022, uitgesteld moeten worden.
Overal in het land wordt inmiddels digitaal vergaderd
Ook Eindhoven kende een noviteit. Tijdens de eerste digitale raadsvergadering in de gemeente, die een volle agenda kende, werd Theo Hoppenbrouwers (50Plus) digitaal beëdigd als raadslid. De burgemeester zat de vergadering voor vanuit de raadszaal, alle raadsleden deden mee vanuit huis. Vanachter zijn laptop legde Hoppenbrouwers de belofte af.
Niet alleen gemeenten, maar ook Provinciale Staten en waterschappen hervatten de beraadslagingen en besluitvormingen. Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de Provinciale Staten van Zuid-Holland vergaderen online. In Groningen vergaderen de Statencommissies schriftelijk, en zijn de voorbereidingen bezig zodat de Provinciale Statenvergadering in mei digitaal kan plaatsvinden. Ook andere provincies en waterschappen zijn druk bezig om alles in orde te maken voor digitale vergaderingen.
De afgelopen weken verscheen er elke zeven dagen een update over de lokale maatregelen en aandachtspunten. De vorige update vind je hier. Voor haast alles geldt: steeds opnieuw het wiel uitvinden is contraproductief en van elkaars ervaringen kunnen we leren. Het CLB brengt je daarom graag in contact met je PvdA-collega’s door heel het land en organiseert de komende periode digitale bijeenkomsten over de verschillende uitdagingen van de coronacrisis.
Afbeelding: Koen van Weel | Hollandse Hoogte