Lokaal Bestuur
De Omgevingswet – ‘Hier moeten we het nu mee doen’  Foto: Venema Media, Hollandse Hoogte | ANP

De Omgevingswet vervangt 26 wetten en regelingen die over de omgeving gaan. Na enkele malen uitstel is de nieuwe wet op 1 januari ingegaan, zo’n zeven jaar later dan oorspronkelijk de bedoeling. Het uitstel was telkens vooral vanwege zorgen omtrent de techniek.


Die zorgen waren er ook nog toen de wet in werking trad.Wij spraken over de praktijkervaringen nu met de Omgevingswet met Rik van Niejenhuis, Anne Koning en Henk van ‘t Pad.

Wat waren je verwachtingen van de Omgevingswet?

‘De wet is per 1 januari ingevoerd nadat al veel eerder het parlement in meerderheid voor was. Zelf was ik niet voor deze liberale wet. Ik vind dat de wet niets bijdraagt aan het beschermen van kwetsbare, belangrijke waarden. Maar hier moeten we het nu mee doen. Ik hoop nu vooral dat het geen grote schade aanricht en dat het digitale systeem goed gaat werken. Het is ingewikkeld, want stel dat je een boom wilt kappen, dan krijg je in het aanvraagproces op het Omgevingsloket bijvoorbeeld de vraag hoeveel je wilt graven in een waterbodem. Dat heeft niets met het kappen van een boom te maken. De Eerste Kamerfractie heeft daar een filmpje van gemaakt. Echt ontluisterend.’

Hoe zijn de eerste ervaringen in de praktijk?

‘We zien nog geen bouwprojecten mislopen. We werken in de provincie voor onze eigen besluiten nog niet met het nieuwe systeem, maar met een tijdelijke alternatieve maatregel, de TAM zoals dat in jargon heet. Want het lukte nog niet goed om met het nieuwe systeem te werken. Bij de grote projecten zien we dat er ontzettend veel aanvragen zijn gedaan vóór 1 januari. Mensen wilden de Omgevingswet duidelijk voor zijn. Dat we nu niets zien misgaan, komt doordat er nog weinig nieuwe aanvragen zijn, of omdat het nieuwe systeem gewoon perfect werkt. Dat kunnen we nu nog niet beoordelen.’

Wat van je verwachtingen is tot nog toe uitgekomen?

‘Als je naar de taken kijkt, dan ligt er veel verantwoordelijkheid in de wet bij de initiatiefnemer. En er is een mogelijkheid af te wijken van regels. Dat gaat dus niet zozeer over hoe het in de praktijk werkt, maar meer over de filosofie van de wet. Die krijgen we helaas niet meer veranderd.’

Is de wet uiteindelijk te vroeg ingevoerd wat jou betreft?

‘Het is een inschatting of het beter maken van het stelsel met nog meer uitstel wel zou zijn gelukt. De invoeringsdatum maakt niet zoveel meer uit. De opdracht om één computersysteem te maken waarin alles aan elkaar zit geknoopt, was misschien te hoog gegrepen. Je had dat systeem in nog een jaar niet ineens wel perfect gekregen. Maar nogmaals, ik hoop dat het gewoon goed gaat werken allemaal.’

Moet er nog iets worden aangepast aan de wet?

‘Of het nu gaat om welstand, natuur of woningbouw: onder de Omgevingswet kunnen kwetsbaren makkelijk het onderspit delven. De markt moet worden gereguleerd, dat doet de Omgevingswet simpelweg onvoldoende. Een voorbeeld: stel dat wij het niet verstandig vinden dat ergens woningen komen, omdat er teveel geluidshinder in de buurt is, dan mag er tóch worden gebouwd als aannemelijk kan worden gemaakt dat woningbouw toch goed is. Is het geluidsniveau nou dan te hoog of niet? Die lokale afwegingsruimte is ontzettend arbitrair. De Omgevingswet beschermt vooral ontwikkelingen, in plaats van mensen en natuur. Dat zou anders moeten.’


Wat waren je verwachtingen van de Omgevingswet?

‘Ik heb planologie gestudeerd en heb mijn scriptie over het bestel geschreven. Dat alles werd samengevoegd en overzichtelijker zou worden, leek mij goed. Maar ik had wel bedenkingen.’

Welke bedenkingen had je?

‘De korte doorlooptijden voor overheden zijn écht een uitdaging. Je moet als college binnen acht weken en als raad binnen veertien weken plannen goedkeuren. Daar moet het hele politieke besluitvormingsproces in passen. Dat is lastig. Ook heb ik zorgen over de participatie. Op papier is die geborgd, maar er is niet inhoudelijk vastgelegd hóe die dan moet gebeuren. Een gemiste kans wat mij betreft. De wet Kwaliteitsborging vind ik ook ingewikkeld. Private partijen moeten daarbij toezicht houden op bouwprocessen en nagaan of voorschriften wel worden gevolgd. De uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt bij de gemeente. Wij weten dan niets van het bouwproces, maar aan het eind van de rit krijgen we wel de tekeningen overgedragen en zijn wij ineens verantwoordelijk of het constructief allemaal wel op orde is.’

Heb je in de praktijk al problemen opgemerkt?

‘Eigenlijk niet. Maar de zorgen zijn zeker nog niet weggenomen. Ontwikkelaars melden al wel dat ze het erg ingewikkeld vinden. Het systeem is niet makkelijk en het taalgebruik is heel formeel en technisch. Dat moet beter. Het ministerie van Binnenlandse Zaken geeft aan dat daar nog verbeteringen in komen. Wij zien overigens dat er ontzettend veel aanvragen in december zijn gedaan. Tot drie keer zoveel als normaal in december. In januari en februari was het rustiger, maar nu lopen er wel weer aanvragen binnen.’

Valt het je tot nu toe mee of tegen?

‘De eenvoudig technische aanvragen lukken wel, maar als je dus echt een politiek besluitvormingsproces in moet, dan is acht weken gewoon veel te kort. De grote vraag is dus vooral of we ons werk aan de voorkant goed genoeg hebben kunnen doen, dat is nog niet helder. Er is zo ontzettend veel regelgeving bij betrokken, en daarmee zijn er ook zoveel organisaties en personen bij betrokken. De voortrajecten moeten goed zijn, informele trajecten zijn ineens heel belangrijk geworden.’

Is de wet uiteindelijk te vroeg ingevoerd of valt het wel mee?

‘Langer uitstel had niet gemoeten. Er gaan vast dingen fout, maar we gaan er ook van leren. In de basis zou het nu moeten werken.’


Merken jullie al wat van de nieuwe wet in de praktijk?

‘Ambtelijk wel, bestuurlijk nog niet. De eerste ervaringen zijn boven verwachting positief. We horen wel dat gemeenten er mee bezig zijn. We hebben ook wel overleg met hen, maar dat heeft niet direct met zaken te maken die dan direct een gevolg zijn van de Omgevingswet. Dat gaat meer over zaken die ook onder de oude wetgeving issues zouden zijn.’

Had je nu problemen verwacht?

‘Ik denk dat problemen eerder voor gemeenten zouden spelen dan voor waterschappen.’

Wat had je voor de waterschappen van tevoren verwacht van de Omgevingswet?

‘Ik riep altijd dat ik nog maar moest zien dat hij zou worden ingevoerd! Maar dat is gebeurd. We waren vooral benieuwd naar de praktijk. Ik was niet echt bezorgd of enthousiast van tevoren. Inhoudelijk had ik wel mijn twijfels of het allemaal echt simpeler zou worden. De praktijk is vaak weerbarstig.’

Welk element van de Omgevingswet is het meest relevant voor de waterschappen?

‘De watervergunning. Op wat technische onvolkomenheden na loopt dat tot nu toe goed. Dat horen wij ook van collega waterschappen.’

Vind je dat de wet te vroeg is ingevoerd?

‘Nee, de vraag was natuurlijk vooral of de ict-systemen het aan konden. Maar als je altijd maar iets uitstelt, wordt het nooit ingevoerd. Op een gegeven moment moet je gewoon een besluit nemen en dan in de praktijk kijken hoe het uitpakt. Als je er zéker van bent dat het mislukt met automatisering dan moet je het niet doen, maar in dit geval waren de twijfels minder scherp. Dan maar gaandeweg zaken aanpassen. Daar moet je bestuurlijk dan natuurlijk wel toe bereid zijn. Dat wil ook nog wel eens een probleem zijn.’

In Groningen en Zuid-Holland waren er veel aanvragen in december, is dat fenomeen ook zichtbaar geweest in de waterschappen?

‘Bij ons is dat ook wel gebeurd, maar in minder grote aantallen. En de aantallen zijn ook na 1 januari relatief hoog gebleven.’