‘Zowel de complexiteit van de wet als zodanig, de veelheid aan nadere uitwerking in lagere regelgeving, de onzekerheid over de financiële voorwaarden en complicerende factoren zoals de ruimtelijke inpassing en de mede daaruit voortvloeiende juridische procedures roepen ten slotte indringende vragen op over de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel.’ Het had misschien in wat minder woorden en toegankelijkere taal opgeschreven kunnen worden, maar de Raad van State laat er geen gras over groeien. De Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen, oftewel de Spreidingswet, krijgt een dikke onvoldoende.
Geen mals oordeel. De wet is onnodig complex en onduidelijk. En niet onbelangrijk: er zijn betere, eenvoudiger oplossingen. Zo zullen gemeenten veel eerder vrijwillig meewerken aan de asielopvang als ze daar ook het geld voor krijgen. Dat doe je niet met rare prikkels op de hoofden van de asielzoekers. Het oordeel van de Raad van State voelt bijna als een opluchting. Als het aan de bestuursrechters ligt, wordt deze heilloze weg net als de beperking van de gezinshereniging afgesloten.
Maar dat brengt de oplossing van het fatsoenlijk huisvesten van statushouders en vluchtelingen niet dichterbij. Net zo min als nog meer hekken langs de grenzen van de EU dat zullen doen. Als mensen zo wanhopig zijn dat zij huis en haard verlaten, is een hek slechts een te nemen hindernis op weg naar een veilige toekomst. Inreisbeperkingen en de herintroductie van de tijdelijke verblijfsstatus gaan om diezelfde reden ook niet bepalend zijn in iemands keuze om zijn of haar land te verlaten. Gelet op de vele oorlogen, de gevolgen van klimaatverandering, armoede en hongersnoden zullen er eerder meer dan minder mensen naar Europa en naar Nederland komen.
Deze mensen willen we opvangen en huisvesten. Daarvoor zijn huizen nodig. En juist daarom is het extra zuur dat de woningbouw steeds verder stil komt te liggen. De stikstofcrisis speelt daarin een rol, net als de gestegen bouwkosten. Maar helaas kunnen we ook niet uitsluiten dat nog meer schaarste sommige marktpartijen handig uitkomt. We hebben het eerder gezien. Vijftien jaar geleden is er bij de kredietcrisis bijvoorbeeld heel bewust voor gekozen om minder te bouwen en zo de prijzen weer op te drijven.
En dat is gelukt. Tot een half jaar geleden leek er aan de stijging van de woningprijzen geen eind te komen. Nu zien we misschien een dip, maar als de nieuwbouw stilvalt en de behoefte aan goede en betaalbare woningen hetzelfde blijft of zelfs groeit doordat er meer mensen komen, zal dat hoogstens tijdelijk zijn. Althans volgens de wetten van de markt.
Diezelfde wetten zullen ervoor zorgen, dat de weerstand tegen de opvang van vluchtelingen en de komst van statushouders toeneemt. Verkeerde berichten en desinformatie over wie voorrang heeft op de woningen dragen daar nu al aan bij. Dat alles levert een gevaarlijke cocktail op die over de hoofden van kwetsbare mensen wordt uitgestrooid. Van nieuwkomers en oudkomers. Mensen die wij met een warm welkom zouden moeten ontvangen. Mensen voor wie wij de bestaanszekerheid horen te garanderen. Mensen waarvoor voldoende huizen beschikbaar zouden moeten zijn.
Nu de markt dit niet regelt, is het tijd voor overheidsingrijpen. Eventueel door als overheid weer zelf te gaan bouwen. Dat is pas volkshuisvesting. Ook hiervoor kunnen we weer putten uit het verleden. Een rijk verleden ditmaal. Wie bouwt? Wibaut! Hij kreeg er een standbeeld voor. Omdat het toen nodig was, en omdat het weer noodzakelijk is.
Afbeelding: Robert Langendijk | ANP