2021 begon waar 2020 geëindigd was. Het was een week vol tegenstrijdigheden, waarin hoop en angst elkaar in hoog tempo afwisselden. Hoop dat we met de start van de vaccinatiecampagne het virus weten terug te dringen en angst toen we naar de beelden van de bestorming van het Capitool keken.
Natuurlijk is Trump verantwoordelijk. Niet tegen je verlies kunnen, mensen tegen elkaar opzetten, onder druk zetten, alles wat je niet uitkomt framen als fake news en ga zo maar door. Hij doet het allemaal en hitst mensen zonder schaamte op. Met grote gevolgen. Jarenlang voedde hij de boosheid, dat alle onvrede terecht is, door racisme te faciliteren en hekken te bouwen, door te vinden dat witte Amerikanen meer rechten hebben dan hun gekleurde landgenoten en door te zeggen dat je het recht in eigen handen moet nemen.
‘I feel your pain, I know your pain.’ Dat zijn geen uitspraken uit mededogen, dat zijn uitspraken om op te hitsen. Ontspoord gedrag. Helaas is het rechtvaardigen van dit gedrag vanuit de emotie van de boze witte man niet alleen iets dat door Trump wordt gedaan. Of het nu om de Farmers Defence Force, de gele hesjes of de virusontkenners gaat: telkens wordt het gedrag vergoeilijkt. Ze zijn misschien niet zo netjes, maar dat komt omdat ze zo boos zijn. In normale omstandigheden zijn het best aardige mensen. Heus. Nou niet dus: mensen die dit doen zijn niet aardig.
Het is de hoogste tijd om te stoppen met hun gedrag te vergoeilijken. Dit gedrag en de rechtvaardiging hiervan heeft alles te maken met de doorgeschoten individualisering, het gebrek aan daadwerkelijke empathie met anderen en het niet meer willen accepteren, dat er in een democratie andere keuzes kunnen worden gemaakt. Alles gaat over en draait om de dikke ik: het is van mij (het is mijn land, het is mijn democratie), het is mijn groep (en jij hoort daar niet bij), én ik moet jou op afstand houden. Het is letterlijk: Not in my backyard (NIMBY).
Amerika lijkt ver weg en wij hebben geen Trump. Dat is tot nu toe waar. Maar het doorgeschoten NIMBY-gedrag kennen wij in Nederland even goed. In een aantal politieke partijen en hun leiders, maar zeker ook in het dagelijks leven. De verschijningsvorm is anders, maar wat er aan ten grondslag ligt is hetzelfde: denken en vinden dat het alleen om jou draait. Dat de rest van de wereld tegen je is, je dwarszit en je besteelt. Dat de overheid de vijand is.
Het is ook niet zo, dat de dikke ik alleen maar een geel hesje aantrekt of met zijn tractor zijn onvrede uit. NIMBY komt overal terug. Op plekken in Nederland waar heel misschien een windmolen komt, zie je het bijvoorbeeld veel. Zelfs op IJburg lijken de inwoners bevangen door het NIMBY-denken. In de Amsterdamse nieuwbouwwijk wonen veel goed opgeleide mensen. Mensen, die het belang van de energietransitie onderschrijven, zich bewust zijn van hun ecologische foodprint en bewust door het leven gaan.
Hele duurzame burgers dus, maar IJburg is ook een van de zoeklokacties voor windenergie in het kader van de Regionale energie Strategie, de RES. En windmolens aan de horizon zien de IJburgers niet zitten: ik ben voor meer duurzame energie, maar niet bij mij. Het eigenbelang wordt er met argumenten als slecht voor de gezondheid en schadelijk voor de natuur doorheen gedrukt. Het is misschien wat netter verpakt, maar in principe is de boodschap hetzelfde: jullie houden te weinig rekening met mij. Het gaat immers om mijn buurt en mijn woongenot en alles wat dat ook maar enigszins in de weg staat, moet elders maar worden opgelost. Nationaal op een dunbevolkte plek, maar beter nog ergens ver weg in Europa.
Dit NIMBY-gedrag bedreigt ons allemaal. Het is een van de drijfveren voor Amerikanen die zich bestolen voelen en het Capitool bestormen. Maar het is ook de IJburger, die de nieuwe en noodzakelijke ontwikkelingen buiten zijn biotoop wil houden, maar ze wel gunt aan de inwoners van afgelegen gebieden. Het is de samenleving, die niet meer lijkt te willen accepteren dat dat wat beter is voor ons allemaal de norm dient te zijn in plaats van wat beter is voor mij.
Afbeelding: Saul Loeb | ANP