Wie eenmaal een schuld heeft, komt daar lastig vanaf. De kosten van een aanvankelijk bescheiden schuld lopen al snel op. In veel gevallen is de gemeente zelf schuldeiser. Denk daarbij aan betalingsachterstanden bij gemeentelijke belastingen, te veel ontvangen uitkeringen of bij bijzondere bijstand in de vorm van een lening.
Tegelijkertijd zijn gemeenten verantwoordelijk voor de schuldhulp. Toch stellen zij zich in de praktijk vaak weinig coulant op, staan ze als eerste schuldeiser in de rij en zorgen ze zo voor oplopende schulden. Tijd voor verandering, vindt het Arnhemse raadslid Ria de Vries. ‘Wij willen Arnhem schuldenvrij maken.’
Een gemeente die zich keihard opstelt, hoge rentes incasseert en de problemen alleen maar verergert, past daar niet bij. ‘We zetten in op preventie, informeren mensen goed aan de balie en proberen mensen zo snel mogelijk schuldenvrij te maken. Dat kan alleen als de kosten beperkt worden en er geen woekerrentes worden berekend.’
Op initiatief van de PvdA nam de Arnhemse raad in juli 2019 een motie aan. ‘We hebben als raad uitgesproken dat we geen boetes willen opleggen als mensen meewerken aan een plan om uit de schulden te komen,’ legt de Vries uit. ‘Ook hebben we alvast de beslagvrije voet verhoogd naar 95%. Dat wil zeggen dat een eventueel beslag op de uitkering niet meer mag bedragen dan 5% van het maandbedrag. Meer is niet op te brengen als je van een uitkering leeft.’
Zelf het goede voorbeeld geven
Vervolgens heeft PvdA-wethouder Martien Louwers gekeken naar de rol van Arnhem als schuldeiser en op basis daarvan een plan gemaakt. Dat plan gaat verder dan de opdracht van de raad, zegt Louwers. Zo worden de schulden van mensen die al langer dan drie jaar een vordering bij de gemeente hebben openstaan, kwijtgescholden. Een groot deel van deze vorderingen hebben te maken met de participatiewet. Mensen hebben te veel bijstand ontvangen of kunnen de lening die ze via de bijzondere bijstand hebben ontvangen niet terugbetalen. ‘In totaal gaat het om 1400 vorderingen. We weten nog niet precies om hoeveel personen het gaat, omdat sommige mensen meerdere vordering op hun naam hebben staan.’
Het is meer dan een financiële tegemoetkoming, vertelt Louwers. ‘De kwijtschelding is een mooie aanleiding om met deze groep in contact te komen. We nodigen ze uit voor een gesprek en kijken samen wat er speelt. We nemen met de inwoner het totale financiële plaatje door. Zijn er nog zaken die geregeld moeten worden? Kunnen we helpen bij het zoeken naar werk?’ Daarnaast wordt gevraagd of men op de hoogte is van alle voorzieningen en regelingen. ‘Ook dat is lang niet altijd bekend.’
Om mensen echt te helpen, is kwijtschelding niet voldoende, vindt Louwers. Daarom zet de gemeente tijdens de gesprekken in op het vinden van werk. Een belangrijk obstakel is dat het met de participatiewet buitengewoon lastig is om parttime of tijdelijk te gaan werken. ‘Je moet dan veel zaken doorgeven en wordt vaak gekort op je uitkering. Bovendien gaat het in de registratie vaak mis, ontvangen mensen vaak te veel uitkering en moeten ze dat terugbetalen. Daar begint vaak de ellende. Wie dat niet kan, krijgt een vordering.’
Wie dat een keer heeft meegemaakt, zal niet snel een tijdelijke baan accepteren. Arnhem wil met de pilot ‘Surplus’ de onzekerheden wegnemen. ‘Mensen, die in deeltijd of tijdelijk aan het werk gaan, kunnen hun salaris laten storten op een tussenrekening. Van ons krijgen ze dan gewoon elke maand de bijstandsuitkering. We verrekenen daarna het verschil. Dit maakt een einde aan de onzekerheid en verwarring, en helpt om mensen de eerste stap te zetten.’
‘We gaan naast de bewoners staan, in plaats van er tegenover,’ zegt Louwers. De gemeente moet niet een deel van het probleem zijn, maar oplossingen bieden. ‘Dat doe je door schulden niet te laten oplopen, hobbels naar werk weg te nemen en ervoor te zorgen dat bewoners weer kunnen rekenen op de gemeente.’
Afbeelding: Joyce van Belkum | ANP