Lokaal Bestuur
Met de gierende inflatie moet bestaanszekerheid prioriteit nummer één bij de coalitieonderhandelingen zijn

De eerste verkenningen zitten er inmiddels op, maar het onderhandelen is net begonnen. Met de inflatie die vooral kwetsbare groepen treft, is het zaak om bij de coalitiebesprekingen extra scherp te zijn op de bestaanszekerheid. Waar moet je op letten? Wat kan je doen? En welke maatregelen kan je beter laten? Marco Florijn en Amma Assante komen met een aantal concrete aanbevelingen.


Stop met de rechtmatigheidsreflex 

Marco Florijn

Voorzitter branchevereniging voor financiële zorgverleners (NVVK)


Wat doet de NVVK voor gemeenten?

‘Erg veel. Veel gemeenten zijn lid van de branchevereniging. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor schuldhulpverlening en wij helpen ze daarmee. Zo werken we onder andere aan vroegsignalering, nazorg, het regelen van saneringskredieten en budgetbegeleiding. Wij ondersteunen gemeenten bij het hele schuldhulpverleningsveld dus. Ook maken we bijvoorbeeld convenanten met schuldeisers, zodat ze meewerken aan regelingen.’

Kan je een voorbeeld noemen van waar jullie nu mee bezig zijn?

‘We hebben met bestuurders in Amsterdam, Den Haag en Eindhoven nu het idee van de pauzeknop uitgewerkt. Als een hulpverlener vraagt om een incassostop in te voeren voor een burger, wordt dat automatisch geaccepteerd. Althans dat is het idee. Als het goed werkt, willen we de pauzeknop proberen op te schalen.’

Dat klinkt allemaal heel goed, maar veel gemeenten kiezen ervoor om te bezuinigen op welzijnswerk en zaken als schuldhulpverlening. Is dat verstandig?

‘Zeker niet. We hebben recentelijk in een onderzoek gekeken wat financiële hulpverlening maatschappelijk oplevert. Ik denk dat raadsleden en onderhandelaars daar best veel uit kunnen halen.’

Zoals?

‘Het feit, dat elke euro die je in schuldhulpverlening steekt, zelfs in het meest conservatieve scenario in ieder geval € 1,40 tot € 2,- oplevert. Of dat de positieve effecten van schuldhulpverlening op andere terreinen, zoals jeugdhulp, het vinden van werk en het verbeteren de mentale gezondheid, ook groot zijn. Verder is er ook aandacht voor de menselijke maat: dus over wat schulden met mensen doen en wat het effect ervan is.’

Wat zou je onderhandelaars die bezig zijn met coalitievorming mee willen geven?

‘Allereerst dat ze ruimhartig om moeten gaan met ondersteunende maatregelen. We zien namelijk dat veel mensen niet genoeg inkomen hebben om de huidige lasten te kunnen betalen. Zoek daar ook de grenzen in op en experimenteer daarmee. Bijvoorbeeld met werken naast de bijstand. Laat mensen daar meer vrij in, zodat werken ook echt loont.’

En verder?

‘Ik denk dat het ook goed is om veel vroeger bij de problematiek te zijn. Het duurt vijf jaar voordat iemand die schulden heeft professionele hulp zoekt. De schulden zijn dan enorm gegroeid en het aantal schuldeisers is hoog. Gemiddeld € 42.000 met veertien schuldeisers.

In Amsterdam proberen ze dit nu op een andere manier op te pakken. Als iemand achterstanden heeft met het betalen van zorg-, energie- of huurrekeningen gaan ze er meteen op af. Dat helpt: de schuldenlast is daar ‘maar’ € 26.000 met gemiddeld zeven schuldeisers. Er zijn dan minder problemen die ook nog eens makkelijker op te lossen zijn. Vroegsignalering levert echt veel op.’

Zijn er veel nieuwe maatregelen nodig?

‘Veel maatregelen bestaan al. Saneringskrediet, collectief schuld regelen (in één keer alle schulden aanpakken, red.), wijkteams inzetten voor vroegsignalering: het kan allemaal al. Alleen, het zijn instrumenten die niet altijd worden ingezet.

Schuldhulpverlening voor ondernemers is ook zo’n ondergeschoven kindje. Gemeenten verwijzen dan vaak naar de bijzondere bijstand zelfstandigen, maar ze kunnen daar zelf veel meer in betekenen. Eigenlijk werkt het hetzelfde als bij een particulier: help die met schuldsanering, maar neem het bedrijf dan ook nog mee in het pakket. De kosten van schuldhulpverlening voor ondernemers zijn niet hoog, het schuldenpakket van een ondernemer wel: gemiddeld € 100.000. Dus er is veel ellende. Neem dat mee in het gemeentelijke sociale beleid.’

Wat moeten gemeenten vooral níet doen?

‘Ze moeten niet in de rechtmatigheidsreflex vallen. Dus houd je níet heel precies aan afvinklijsten, maar handel naar de bedoeling achter regelgeving. Wees ook niet zelf de vervelendste schuldeiser. Vaak kijken gemeenten wel naar anderen, maar niet naar zichzelf. Gemeenten moeten bovendien niet alles digitaal willen doen, maar face-to-face gesprekken blijven houden.’

Klinkt allemaal heel redelijk, maar gemeenten zitten financieel in zwaar weer.

‘Ja, mensen helpen om bestaanszekerheid te garanderen is voor gemeenten allemaal veel en lastig. En ja, ze staan financieel vaak al onder druk, maar je hoeft de olifant niet in één keer op te eten. Dat kan ook in plakjes.’


Stel je als gemeente menselijk op 

Amma Asante

Voorzitter van de Landelijke Cliëntenraad


De inflatie explodeert, lasten voor burgers nemen snel toe, energie wordt onbetaalbaar: wat kunnen gemeenten doen om bestaanszekerheid te garanderen?

‘Gemeenten komen ook zonder de stijgende energiekosten en inflatie geld tekort. Dus nee, gemeenten kunnen dit niet alleen. Er is niet voor niks een minister van Armoedebeleid.’

Wat kunnen ze wél doen?

‘Het gaat niet alleen om geld natuurlijk, ook om uitvoeringsvraagstukken. Gemeenten staan dichter bij bewoners, dus ze kunnen de vroegsignalering regelen.

Daarnaast kunnen ze sneller uitkeringen verstrekken. Nu moeten mensen soms acht tot tien weken wachten. De sociale dienst is in Limburg bijvoorbeeld gedigitaliseerd. Mensen kunnen nog naar de balie komen als ze willen, maar een aanvraag kan ook digitaal. Daarna staat het geld binnen een week op hun rekening. In de meeste gemeenten duren de procedures veel langer en als er iets niet helemaal lijkt te kloppen, ben je zo weken verder. Juist gezinnen die weinig geld hebben, zijn dan extra kwetsbaar.’

Dus gemeenten kunnen wel veel zaken faciliteren?

‘Ja, ze kunnen bijvoorbeeld ook kijken naar mogelijkheden om inwoners met behoud van een deel van hun uitkering de arbeidsmarkt op te laten gaan. Het loont door verrekening van inkomsten niet om te gaan werken. Sterker nog: mensen gaan er vaak financieel op achteruit als ze gaan werken.’

Over dit fenomeen – de armoedeval – hebben we het al decennia. Waarom is dat nog niet opgelost?

‘Goede vraag. Ik denk dat het vooral komt omdat er vanuit het Rijk heel lang gedacht is dat mensen vanzelf de arbeidsmarkt op gaan als je uitkeringen zo ongemakkelijk mogelijk maakt. Maar dat werkt dus niet.’

Wat vind je dat de nieuwe colleges hieraan moeten doen?

‘Gemeenten moeten hier veel meer een signaal over afgeven richting het Rijk. Geef mensen juist een financieel steuntje in de rug als ze gaan werken vanuit een uitkering. Dat kost geen extra geld, dat is gewoon schrappen van regels.’

Minder streng zijn voor uitkeringsgerechtigden dus?

‘Ja, dus ook ophouden met harde sancties in de bijstand. We kennen allemaal de situaties, waarin uitkeringsgerechtigden worden behandeld als fraudeurs of dieven. Als je boodschappen cadeau krijgt, kun je zelfs gekort worden op je uitkering. En als iemand van de gemeente vindt dat je slecht gekleed bent, wordt er gezegd dat je niet bereid bent om te solliciteren. Ook dan kun je gekort worden.’

Daar is toch wel een kentering gaande?

‘Ja, veel gemeenten gaan daar gelukkig goed mee om, maar er zijn er die nog heel streng zijn.’

Hoe doe je dat dan?

‘Door het op een hele menselijke manier te benaderen. Leer wie ze zijn en vraag gewoon eens aan mensen hoe het met ze gaat. Ondersteun ze, in plaats van ze te straffen. Dan komen ze wellicht ook beter in hun vel te zitten en kun je ondersteuning op maat bieden.’

Er zijn ook mensen die gewoon nú meer geld nodig hebben, omdat ze bijvoorbeeld de energierekening niet kunnen betalen. Wat zou je de onderhandelaars daarover mee willen geven?

‘De € 800 compensatie is mooi bedacht, maar het is niet genoeg. Met de landelijke armoedecoalitie hebben we berekend dat er minimaal € 1000 bij moet. Dus daar zal lokaal zich hard voor moeten maken.’

Heb je er vertrouwen in dat dat gaat lukken?

‘Het wordt lastig. Ook bij de compensaties is het weer over de schutting gegooid, omdat de Belastingdienst het niet kan uitvoeren. Weer zonder meteen budgetten over te maken naar gemeenten. Het Rijk zegt nu dat het wel goed komt met de compensatiegelden, maar als je als gemeente nu het geld niet hebt: wanneer is het er dan? Dat moest er gisteren al zijn.’

Verduurzamen wordt als toverwoord voor de oplopende energiekosten gezien. Hoe kunnen nieuwe gemeentebesturen helpen?

‘Nieuwe colleges moeten met woningcorporaties aan tafel om afspraken te maken over verduurzaming. Particulieren die relatief weinig geld hebben, kunnen door gemeentes begeleid worden om rijksmiddelen te regelen die beschikbaar zijn. Vaak weten mensen die niet te vinden. Faciliteer dat dus.

Per saldo kunnen gemeenten vooral veel doen in het vriendelijk maken van regelingen voor hun inwoners. In de uitvoering en bejegening van burgers kan nog veel.’


Afbeelding: Bart Maat | ANP