In de afgelopen jaren is het wachtgeld van politieke ambtsdragers steeds meer in lijn gebracht met de WW. Zo is de sollicitatieplicht ingevoerd en de duur van de uitkering ingekort naar 38 maanden. Maar vanwege de functie van politieke ambtsdrager, de gewenste onafhankelijkheid en het afbreukrisico dat daarmee samengaat, blijven er altijd verschillen. Een van die verschillen is de bestaande regeling van de zogenaamde voorgezette uitkering. Die regeling komt er in het kort op neer dat een politieke ambtsdrager die werkloos wordt tot 10 jaar recht op wachtgeld kan hebben. Dit geldt voor politieke ambtsdragers die op het moment dat zij hun ambt verliezen 10 jaar een politiek ambt hebben gehad (binnen een periode van 12 jaar) en op dat moment minder dan 10 jaar van hun pensioengerechtigde leeftijd af zijn. Aangezien de pensioengerechtigde leeftijd naar 67 jaar is opgetrokken, kunnen oud-politici die aan de genoemde voorwaarden voldoen vanaf ongeveer 57 jaar tot hun pensioen aanspraak maken op wachtgeld.
In de Tweede Kamer is een wetsvoorstel behandeld om de duur van deze verlengde uitkering van 10 naar 5 jaar terug te brengen. Die verkorting staat ook in het PvdA-verkiezingsprogramma: ‘De rechtspositie van politiek ambtsdragers wordt verder versoberd voor wat betreft het wachtgeld: kortere duur en een hogere leeftijdsgrens voor voortgezet wachtgeld’. In 2013 pleitte toenmalig Kamerlid Pierre Heijnen daar in een plenair debat al voor. Een motie die hij samen met de VVD zou indienen bleek niet nodig omdat minister Plasterk op dit punt zelf al een wetsvoorstel toezegde. Voor dat wetsvoorstel, nu door Manon Fokke behandeld, zal een meerderheid zijn.
Integrale visie rechtspositie politieke ambtsdragers
Minister Plasterk stuurde onlangs ook zijn Integrale visie rechtspositie politieke ambtsdragers naar de Kamer. Het overleg daarover moet nog worden gepland, maar Manon Fokke greep het debat over de voortgezette uitkering aan om alvast een paar schoten voor de boeg te geven. Zij gaf aan dat ze bij de bespreking van het visiestuk aandacht gaat vragen voor de sollicitatieplicht voor politieke ambtsdragers. Fokke krijgt signalen dat die sollicitatieplicht niet altijd goed wordt ingevuld of gehandhaafd en wil daarom dat het ministerie op eenduidig beleid gaat sturen. Fokke maakte er eerder al een punt van dat de wettelijke voorzieningen bij arbeidsongeschiktheid voor werknemers bij de totstandkoming van de WIA zijn gewijzigd, maar dat soortgelijke aanpassingen van de voorzieningen voor politieke ambtsdragers zijn uitgebleven. De minister gaat in zijn visiestuk kort op dit punt in. Zo wijst hij erop dat een politieke ambtsdrager ‘in de regel zelf de afweging maakt of hij nog fysiek in staat is het politieke ambt te vervullen al dan niet na een door de betrokkene zelf ingewonnen medisch advies’. Bovendien zal de uitkering voor politieke ambtsdragers in de toekomst ook worden geënt op de uitkering- en re-integratiesystematiek die ook voor werknemers geldt. Daarbij stelt de minister al wel dat de WIA niet één op één naar politieke ambtsdrager gekopieerd kan worden.
Afbeelding: Jan de Roos
Deze rubriek wordt samengesteld door Ton Langenhuyzen (beleidsmedewerker Tweede Kamerfractie)
Contactgegevens Ton:
T. 070-3182792
M. [email protected]