Jaarlijks worden naar schatting bijna 120.000 kinderen mishandeld of verwaarloosd. Dat is in iedere schoolklas één kind. Van die groep zijn jaarlijks 62.000 kinderen in Nederland voor de eerste keer slachtoffer van een vorm van seksueel geweld. Wie een vermoeden heeft van kindermishandeling, kan een melding doen bij Veilig Thuis, het meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Maar daarna gebeurt er vaak te weinig, zo bleek 4 december uit een uitzending van het NCRV-programma De Monitor.
‘We hadden eigenlijk geen zicht op hoe het met de kinderen ging’
Wie: Ammar Selman
Wat: raadslid in Nijmegen
Herken je dat het niet goed gaat?
‘Ja, we zien het hier ook. Veilig Thuis Gelderland Zuid is in januari 2015 van start gegaan na de decentralisatie van de jeugdzorg. Wij kregen als gemeente dus ook voor het eerst cijfers over kindermishandeling. Dat waren vooral landelijke, erg theoretische cijfers. Er werd niet goed rekening gehouden met wat lokale politici nodig hebben aan materiaal om te kunnen monitoren hoe de afhandeling van meldingen gaat en wat de status van casussen precies is. Of beter gezegd: hoe het met kinderen gaat.’
Krijgen jullie signalen uit de praktijk?
‘Jazeker. Veilig Thuis is bij ons onder verscherpt toezicht gesteld, omdat er lange wachtlijsten waren ontstaan. Veel meldingen van kindermishandeling werden niet binnen de wettelijke termijnen behandeld en meldingen werden soms niet doorgezet naar sociale wijkteams of andere organisaties. Samen met andere gemeenten is daarna een aanvalsplan ontwikkeld om die problemen op te lossen.’
Wat wordt er aan gedaan?
‘Dat is voor ons als raad lastig te monitoren, omdat dus niet inzichtelijk is wat er precies gebeurt na een melding. Daarom hebben we keer op keer aangekaart dat we daar een systeem voor willen.’
Wie moet dat oplossen?
‘Wij als gemeenten zelf uiteindelijk. Wij zitten dicht op het vuur, wij kennen onze lokale inwoners het beste. Maar we hebben wel de juiste instrumenten nodig. Die strijd speelt nu.’
In april was in het nieuws dat in Nijmegen zo’n 80 zaken bij Veilig Thuis al maanden op onderzoek lagen wachten. Daarbij moesten nog 200 zaken ‘worden overgedragen aan de sociale wijkteams’. Is dat opgepakt?
‘Ja, daar krijgen we nu elke twee weken updates over. De stapel wordt nu steeds netjes weggewerkt. Maar het is dus wel een stapel. Die dossiers worden onderzocht en uitgezet. Er is geen wachtlijst meer bij Veilig Thuis, maar we hebben geen beeld of er nu eventueel een wachtlijst is bij een ándere organisatie. Ik heb het idee dat we de stapel verplaatsen van de ene naar de andere plank.’
Cijfers over kindermishandeling zijn al jaren nagenoeg gelijk. Gebeurt er wel genoeg om dit enorm grote probleem aan te pakken?
‘Het optuigen van een nieuwe organisatie lost het probleem niet op. De manier van denken en samenwerken moet veranderen. Het moet als een gezamenlijke verantwoordelijkheid worden gezien, waarbij een duidelijke regieverantwoordelijkheid bij één organisatie wordt belegd. Veilig Thuis zou dat moeten zijn. Maar zij hebben daar niet voldoende middelen voor. Ze zijn gehaast gestart, zonder dat er nagedacht is over hoe je medewerkers moet faciliteren. En het moest natuurlijk allemaal zo goedkoop mogelijk. Dat heeft er voor gezorgd dat er in veel plaatsen achterstanden zijn en het systeem niet goed functioneert.’
Wat is essentieel om een doorbraak te forceren?’
‘Mensen moeten binnen de keten eindverantwoordelijk worden gemaakt. Het systeem moet inzichtelijker: we moeten de status kunnen zien en we moeten kunnen zien of doelen worden behaald. Andere betrokken partijen moeten dit ook kunnen zien. De veiligheid van kinderen moet daarbij voorop staan. Privacy is daarbij wat mij betreft ondergeschikt, want het gaat om het toekomstperspectief van kinderen. Scholen moeten dus ook kunnen zien wat de status is van een melding die zij gedaan hebben.’
Wat moet er nog meer gebeuren?
‘We hebben bijvoorbeeld een lespakket nodig waarin kinderrechten en dit soort problematiek aan bod komen, dan weten kinderen waar ze mee te maken hebben thuis. Ze weten vaak niet beter. Ze moeten snel weten, dat wat ze meemaken niet normaal is. Daar begint het mee.’
‘De kennis zit bij de school, de expertise bij Veilig Thuis. Die twee moet je bij elkaar brengen’
Wie: Loes Ypma
Wat: Lid Tweede Kamer
Herken je dat er problemen zijn bij Veilig Thuis?
‘Ja, en daarom zijn er de afgelopen tijd ook een aantal onderzoeken gedaan. Jan-Dirk Sprokkereef, een ervaren jeugdzorgbestuurder, is sinds april aangesteld om de kwaliteit van de Veilig Thuis organisaties te verbeteren. Dat moet ook echt, want de aantallen kinderen die mishandeld worden zijn echt enorm hoog. Dat moet de hoogte prioriteit hebben. Veilig Thuis móet dus werken.’
Hoe belangrijk is de rol van scholen hierbij?
‘Hun rol is cruciaal. Zij zien kinderen elke dag, weten hoe ze zich ontwikkelen en gedragen en ze kunnen mede daardoor fysieke of mentale kenmerken van kindermishandeling herkennen. Daarbij is het belangrijk te weten dat leraren vaak al ontzettend veel hebben gedaan voor ze een melding doen bij Veilig Thuis. Dan zijn ze vaak zelfs al op huisbezoek geweest. Als ze een melding doen is dat omdat ze er écht zelf niet uit komen. Als ze dan geen terugkoppeling krijgen van wat er verder met de melding is gebeurd en ook geen verbetering zien bij de betreffende kinderen, dan werkt het systeem niet. De kennis van het kind zit vaak bij de school, en de expertise bij Veilig Thuis. Die twee expertises moet je bij elkaar brengen.’
Waarom gebeurt dat niet?
‘Scholen horen nu dus niets. Ze horen wel iets terug te horen. Maar dat is dus niet de ervaring. 80% van de scholen geeft aan dat ze niks terug horen of dat ze geen verbetering zien in de situatie van het kind. Er moeten daarom drie dingen gebeuren: leraren moeten serieus worden genomen, ze moeten iets terug horen en er moet een vast contact komen bij Veilig Thuis.’
Waarom is het misgegaan?
‘De transitie van de jeugdzorg levert uiteraard her en der problemen op. Dat is bijna onvermijdelijk. Ik begrijp dat het tijd kost om die problemen op te lossen. Maar kindermishandeling is zeer ernstig, dat moet je nú aanpakken. Daarom ben ik ook blij met de aanstelling van Sprokkereef.’
De cijfers zijn al decennia slecht. Moet er geen massievere inzet komen tegen kindermishandeling?
‘Je moet kindermishandeling vooral zien te voorkomen. Anders wordt het intergenerationeel. Voorkomen doe je door er op tijd bij te zijn. En juist leraren zien als eerste dat er iets aan de hand is. Ik geloof dat we samen moeten werken, de vraag is alleen hoe. We hoopten dat de decentralisatie van de jeugdzorg er aan zou bijdragen dat het beter zou gaan. We zijn er helaas nog niet. Er gaat ook veel mis in de keten. Soms stappen kinderen eindelijk naar een vertrouwenspersoon, wat vaak een enorme drempel is, en die belt dan meteen de ouders. Dat gebeurt helaas ook nog steeds.’
Heb je vertrouwen dat het op de korte termijn wel beter wordt?
‘Het feit dat Sprokkereef er nu zit zegt wat mij betreft dat het onderwerp echt prioriteit heeft. Maar het is pas goed genoeg als kindermishandeling echt minder voorkomt.’
Afbeelding: Shutterstock