Donderdag werd bekend dat gemeenten 10.000 woningen gaan zoeken voor statushouders (asielzoekers met een verblijfsvergunning). Marco Florijn, ambassadeur van het Platform Opnieuw Thuis, zoekt samen met gemeenten, het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers), ministerie, provincies en corporaties naar oplossingen voor het grote tekort aan woonruimte. ‘Hoewel de eindverantwoordelijkheid bij gemeenten ligt, moeten we er samen onze schouders onder zetten.’
‘Om misverstanden te voorkomen: dat zijn dus niet de mensen die de afgelopen tijd de grens zijn overgestoken, maar degenen die al maanden, soms zelfs jaren in een van de 500 asielzoekerscentra (AZC’s) in Nederland wonen. Dat lange wachten komt simpelweg omdat er geen woningen voor hen beschikbaar zijn. De doorstroming stagneert al langer, maar de grote achterstand komt momenteel extra in beeld, omdat er in de AZC’s nu geen plekken zijn voor de nieuwe asielzoekers.’
‘Van de huidige circa 39.000 bewoners van de AZC’s moeten er dit jaar 13.000 gehuisvest worden. Het COA koppelt statushouders aan gemeenten. Daar komt vervolgens de verantwoordelijkheid te liggen. Dat is gezien de huidige woningnood niet altijd even gemakkelijk en zorgt hier en daar zelfs voor bestuurlijke paniek. Met Opnieuw Thuis zijn we hier ingesprongen. Wij kunnen helpen bij het zoeken naar oplossingen, al zijn die soms tijdelijk. Het probleem waar gemeenten mee te kampen hebben moeten we niet onderschatten. Er is meestal geen sprake van onwil, maar van een gebrek aan geschikte locaties. Ondertussen wordt de roep om kleinschalige opvang, prefab huizen en meer bouwgrond en dus geld steeds luider. Haast is geboden. Ook omdat er in iedere gemeente meerdere woningzoekende doelgroepen zijn.’
Talentvolle statushouders
‘Er móet iets gebeuren. In het eerste half jaar van 2016 worden er weer 23.000 statushouders aan gemeenten toegewezen. Uiteraard hebben we daarover intensief contact met het COA en Vluchtelingenwerk. Want hoewel de eindverantwoordelijkheid bij gemeenten ligt, moeten we er samen onze schouders onder zetten. Bijvoorbeeld door regionaal taken uit te wisselen. De ene gemeente heeft meer ruimte en mogelijkheden dan de andere. Maar dat moet dan wel financieel vereffend worden.
Gelukkig zien we veel positieve initiatieven: in Leeuwarden maken studenten een website en beide hogescholen vormen een hotspot. Zij zien kansen en willen de talentvolle statushouders niet verloren laten gaan. In Utrecht worden kantoren omgebouwd en in Limburg is men bezig met demontabele doorzonwoningen. Er worden taskforces opgezet, waardoor huisvesting versnelt en er bestaan ondersteuningsteams van statushouders. En onder meer in Weststellingwerf zijn al regionale afspraken gemaakt.’
Onbekend maakt onbemind
‘Onbekend maakt onbemind. We zijn al zo vaak in die val getrapt. Leg dus aan je burgers uit waarom bepaalde maatregelen getroffen worden en maak duidelijk dat je je best doet voor álle doelgroepen. Zo voorkom je hopelijk dat gemeentehuizen met hakenkruizen beklad worden. Je voorkomt scheldpartijen en racistische spreekkoren gericht aan het adres van mensen die juist gevlucht zijn voor oorlog en haat en die onderdak hopen te vinden in een veilig land als Nederland.’
‘Opnieuw thuis heeft als motto ‘van vluchteling tot buurtgenoot’. Geen eenvoudig streven natuurlijk. De achterstand op het verplicht beschikbaar stellen van woningen voor statushouders loopt op en nog steeds voelen sommige gemeenten de urgentie niet. Zij zoeken zelfs niet naar tijdelijke oplossingen. Op onze site zijn de actuele taakstellingpercentages per gemeenten terug te vinden. Wij kunnen ondersteuning bieden en meedenken over de mogelijkheden. Maar dan moet er wel om gevraagd worden. Nodig ons uit en we komen langs.’
Fleur Imming is PvdA-wethouder in Amersfoort met wonen in haar portefeuille. Dit jaar moet Amersfoort nog 171 statushouders van een woning voorzien. Om ruimte in de AZC’s te creëren zet Amersfoort momenteel verschillende methoden in.
‘We kijken zo creatief mogelijk naar mogelijkheden om aan onze verplichting te kunnen voldoen, maar het gaat natuurlijk om grote aantallen mensen. Daarom kijken we wat er op korte en langere termijn haalbaar is. We kijken bijvoorbeeld hoe we leegstaand vastgoed kunnen benutten. Daar hebben we een transformatieagenda voor opgesteld: we bepalen welke panden zich daarvoor lenen, waar ze staan en wie de eigenaar is. Zodra dat duidelijk is gaan we aan de slag, zodat we mensen met een verblijfsvergunning – eventueel tijdelijk – eindelijk woonruimte kunnen bieden. Alleenstaande statushouders willen we, waar mogelijk, samen in één woning laten wonen. We hebben van de gemeenteraad het zogeheten co-housing als opdracht meegekregen. Oftewel: kunnen we ook meerdere groepen – statushouders, studenten, starters, alleenstaanden – in één woonvoorziening onderbrengen?’
Onorthodoxe maatregelen
‘De druk die nu ligt op tijdelijke oplossingen vind ik wel een aandachtspunt. Statushouders hebben recht op een ‘gewoon’ huis. Los van wat we op de korte termijn kunnen en moeten realiseren, moeten we nu ook investeren in de uitbreiding van het aantal huurwoningen. De wetgever zal hierin meer mogelijk moeten maken. Het zou ons enorm helpen als we hierin samen met andere partijen kunnen optrekken zoals corporaties, investeerders, pandeigenaren en ontwikkelaars. Dat gebeurt nog veel te weinig. Anders wordt het tijd voor onorthodoxe maatregelen. Zoals het gebruik maken van particulieren die deze mensen in huis willen nemen.’
‘Ook door regionale samenwerking hopen we nieuwe bronnen aan te boren. Want in onze regio Eemland zijn er ook gemeenten die hun taakstelling al bijna gehaald hebben. Dan kun je elkaar helpen. In Amersfoort hebben we vooral ruimte beschikbaar voor 1- en 2-persoonshuishoudens, maar in bijvoorbeeld Leusden is een groter aanbod van gezinswoningen. We willen die kracht van onze regio benutten. En we hebben hier ook veel landelijk gebied, dat biedt misschien ook nog extra mogelijkheden.’
‘Als college moet je uitstralen dat je erin gelooft en moet je het hoe en waarom uitleggen aan je inwoners. Daar voorkom je misverstanden mee. Het gaat hier tenslotte om mensen die (soms al jaren) legaal in Nederland verblijven. Zij hebben recht op een betaalbaar huis.’
Foto: Nationale Beeldbank