Dat gemeenten na de decentralisaties in het sociaal domein verschillend beleid voeren, is logisch en valt tot op zekere hoogte zelfs aan te moedigen. Anders is het als geld dat bestemd is voor de decentralisaties anders (en verkeerd) wordt ingezet, waardoor hulpbehoevende burgers in de kou blijven staan.
Waarom doen gemeenten dit? Wat kan je er tegen doen? En tot slot, biedt de wet voldoende bescherming? Lokaal Bestuur vroeg het aan twee wethouders en een Kamerlid.
‘De echte klus begint nu pas’
Wie: Antoon Peppelman
Wat: Wethouder Bronckhorst
Vind je het verstandig als sommige gemeenten het Rijksgeld voor het sociaal domein anders besteden?
‘Dat vind ik op dit moment een volstrekt verkeerde keuze.’
Waarom?
‘Het geld is bedoeld om zorg goed te regelen voor onze inwoners. Ik denk dat gemeenten dat beter kunnen dan het Rijk, omdat we mensen beter kennen. Maar we weten nog niet hoe de decentralisaties zich gaan ontwikkelen, dus alleen al daarom zou je een reserve aan moeten houden. We hebben er pas één jaar op zitten. Met veel hobbels. De echte klus begint nu pas.’
Mag het eigenlijk wel?
‘Uiteindelijk heb je de vrijheid om geld dat je uit het Gemeentefonds krijgt te besteden naar eigen inzicht. Het is een open eind regeling. Het kan dus ook zomaar zo zijn dat er straks extra geld vanuit de algemene middelen naar het sociaal domein moet.’
Ben je bang dat jullie geld tekort gaan komen?
‘Nee, dat niet. Wij hebben in 2015 3,5 miljoen euro overgehouden in het sociaal domein. Als ik naar de kortingen kijk voor de komende jaren, dan is dat ook ongeveer 3,5 miljoen. Het overschot gaf me nu wel de mogelijkheid om knelpunten op te lossen en de eigen bijdrage voor de Wmo te verlagen. Ik heb nu een budget van 750.000 euro voor innovatiesubsidies voor het sociaal domein.
Had je een overschot verwacht?
‘Nee, met name bij de jeugdzorg hadden we op enorme tekorten gerekend. Dat zegt wel veel over onze voorgangers.Zij betaalden meteen als er een probleem was. Wij gaan in gesprek over tarieven, werkwijze en behandelmethodes. Dat vinden aanbieders niet makkelijk, maar het helpt ons wel te komen tot goede zorg tegen lagere kosten.’
Is het erg dat er verschil bestaat tussen gemeenten in aangeboden zorg?
‘Om de vier jaar word je beoordeeld op wat je hebt gepresteerd. Een links college zal andere keuzes maken dan een rechts college. De uitgangspunten in de wet zorgen er voor dat er zekerheid is voor alle inwoners, maar er is dus wel variatie mogelijk.’
‘Iedereen die zorg nodig heeft, moet dat ook krijgen’
Wie: Marith Volp
Wat: Lid Tweede Kamer
Wat vind je van gemeenten die geld voor het sociaal domein anders besteden?
‘Er moet natuurlijk zorgvuldig gekeken worden waarom er geld is overgebleven. Het kan niet zo zijn dat mensen, die aanspraak hadden kunnen maken op een voorziening, maar dat om wat voor reden dan ook niet deden, de dupe zijn. We zien bijvoorbeeld dat veel mensen moeite hebben hun weg te vinden in Wmo-land of dat gemeenten niet altijd alle hulpbehoevende inwoners kunnen vinden. Gemeenteraden moeten dus heel kritisch kijken naar de besteding van sociaal domein gelden.’
Gelden voor het sociaal domein zijn toch niet specifiek geoormerkt?
‘Nee, maar ze zijn wel bedoeld voor Wmo-voorzieningen. Gemeenten moeten inwoners ondersteunen die het niet op eigen kracht redden. Een gemeente kan dus niet zomaar het budget aan bijvoorbeeld een rotonde besteden.’
Waarom houden veel gemeenten de hand op de knip?
‘Er is nog onduidelijkheid over wat er te besteden is. We zien dat er twee wat kwetsbare ontwikkelingen zijn: de inkoop van zorg door gemeenten wordt soms te krap gedaan en daarnaast blijft er dus geld over, omdat niet altijd iedereen die ondersteuning nodig heeft bereikt wordt. ‘
Als van het geld toch een rotonde wordt aangelegd, wat dan?
‘Daar staan geen sancties op. We kunnen hooguit zeggen dat het een ongunstige ontwikkeling is en dat gemeenten zich dienen te houden aan de verplichtingen die de Wmo voorschrijft. Maar we decentraliseren niet voor niets, we moeten ook vertrouwen hebben in de lokale mensen.’
Hoe kun je zorgen dat er toch een minimum wordt besteed aan sociaal domein taken?
‘Dat kunnen burgers in principe zelf doen. Ze kunnen bij de desbetreffende instantie in bezwaar gaan tegen het afwijzen van een bepaalde voorziening. Als vastgesteld is dat ondersteuning nodig is, moet de gemeente die immers leveren. Een gemeente kan dus niet zeggen: “Wij hebben maar één slachtoffer van loverboys, dus daar kopen we niet voor in.” Ze moeten dat doen. Het is natuurlijk slim als ze dan gezamenlijk met andere gemeenten inkopen.’
Echte ongelijkheid tussen gemeenten kan dus ook niet ontstaan?
‘Nee, iedereen, die ondersteuning nodig heeft, dient die te krijgen. De gemeente heeft een leveringsplicht. Er zijn eisen aan kwaliteit waaraan de zorg moet voldoen. De invulling kan wel verschillen. Bijvoorbeeld een gemeente die een ex-accountant als vrijwilliger inzet om mensen bij hun financiën te helpen. Of een jongen met syndroom van Down die als dagbesteding bij de lunch van mensen met dementie helpt.’
Wie: Gerda Postma
Wat: Oud-wethouder Achtkarspelen
Het college in Achtkarspelen viel over bezuinigingen op het sociaal domein. Wat is er gebeurd?
‘Bij de kadernota-vergadering diende onze coalitiegenoot een motie in om drie procent te bezuinigen op het sociaal domein. Wij waren daar als enige fractie niet van op de hoogte gebracht. Waarschijnlijk omdat we wisten dat de motie gebaseerd was op informatie die niet klopte. De motie stelde dat er bezuinigd kon worden op jeugd, Wmo en participatie, omdat daar geld over zou zijn. Wat niet zo was. Er was geld over van de BUIG-uitkering voor de gemeente. Dat is techniek, maar is wel van belang.’
Er was dus niks over?
‘Op jeugd is er een gigantisch tekort. Op de Wmo is alleen wat ‘over’, omdat we niet wisten wat er beschikbaar was en welke lasten we overgedragen kregen. We zijn dus alleen bezig geweest met het afhandelen van zorgvragen, de echte transformatie naar het voorkomen van problemen moet nog beginnen. Daar gaat de decentralisatie natuurlijk echt over. Wij zijn zo ongeveer de gemeente met de laagste inkomens en hoogste werkloosheid in Nederland, met alcoholproblematiek, gezondheidsproblemen en andere zaken die daar al snel mee gemoeid zijn. We moeten dus alle zeilen bijzetten.’
Waarom wilden die andere partijen dan toch bezuinigen op het sociaal domein?
‘Ik denk dat ze geld vrij willen spelen voor de begroting van 2017. We zitten dan een jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen. De lokale partijen hebben er baat bij om juist lokale onderwerpen te benadrukken.’
Wanneer komt de transformatie wel van de grond?
‘De decentralisaties zijn bedoeld om al aan de voorkant problemen te voorkomen. Het eerste jaar ben je bezig met herindicaties, het tweede jaar pas je je werkwijze aan en het derde jaar werk je echt op een nieuwe manier. Dat is de theorie. Maar we zijn nu nog niet eens toegekomen aan het opbouwen van netwerken in de dorpen.’
Wat heb je geleerd van het proces?
‘Je hebt de neiging om de goede rentmeester te willen spelen zolang er onzekerheid is over de beschikbare financiën. Maar dat kost veel tijd, we hadden verder kunnen zijn.’
Wie heeft die onzekerheid over de beschikbare middelen veroorzaakt?
‘De decentralisaties hadden niet met een bezuiniging gepaard moeten gaan, dat gaf een onzekere positie voor gemeenten. En daardoor is er nog relatief weinig uitgegeven. Het is jammer dat het in de beeldvorming nu lijkt of er geld over is, want dat is gewoon niet zo.’
Afbeelding: Nationale Beeldbank