Lokaal Bestuur
Rabin Baldewsingh: ‘Gemeenten gewoon verplichten het pad van willekeur niet te bewandelen’ De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme, Rabin Baldewsingh. Foto: Henriëtte Guest | ANP

Nog lang niet de helft van alle gemeenten heeft een anti-discriminatiebeleid in huis. Verontrustend, stelt de Nationale Coördinator tegen Discriminatie en Racisme, Rabin Baldewsingh.


Nationaal Anti-racismecoördinator Rabin Baldewsingh vindt het de hoogste tijd voor de komst van een overheidsbrede Gelijke Behandelinsgwet. ‘Dat is heel wat anders dan een inclusiebeleid waarachter veel gemeenten zich verschuilen. Want inclusiebeleid is geen anti-discriminatiebeleid.

Een staatscommissie verricht momenteel onderzoek naar de haalbaarheid van een verplichting van een anti-discriminatietoets voor alle overheden met betrekking tot eenzijdig overheidshandelen.

Baldewsingh heeft een bevlogen pleidooi gehouden voor zo’n landelijke verplichting. Hij zegt verontrust te zijn om het gegeven dat slechts 35 procent van alle gemeenten een anti-discriminatiebeleid heeft, want: ‘Gelijkwaardigheid is niet gegarandeerd.’ En de Eerste Kamer hield in maart nog met een stem verschil de Wet Toezicht gelijke kansen bij werving en selectie tegen. ‘Dat betekent dat het systeem de mensen niet gelijk wil behandelen,’ concludeert Baldewsingh.

De Nationaal Anti-racismecoördinator vindt het de hoogste tijd voor actie. ‘Ik vraag aan alle wethouders in alle gemeenten: Bent u bereid nu effectieve maatregelen te nemen? Samen maken wij het land.’

Bijna de helft (44 procent) van alle gemeenten heeft wel een inclusiebeleid. ‘Er is een fundamenteel verschil met anti-discriminatiebeleid,’ legt hij uit. ‘Inclusiebeleid legt de nadruk op het totstandbrengen en het versterken van de positieve kant van de samenleving met al haar verschillen tussen mensen. Het gaat daarbij om het overbruggen van de verschillen tussen mensen terwijl het bij anti-discriminatiebeleid om het tegengaan van strafbaar gedrag draait.’

Voorbeelden

Zonder hapering somt Baldewsingh een hele serie aan voorbeelden van wijdverbreide discriminatie op. Die variëren van incidenten in de regenbooggemeenschap tot het ontkennen van de doorwerking van het slavernijverleden op generaties van vandaag. Hij benoemt ook dat de 28e plek op de internationale lijst van gelijke betaling van mannen en vrouwen wordt ingenomen door Nederland. ‘Verder zijn wij de 14e in de Rainbow Index Europe. En wij bouwden geen huizen voor mensen met een beperking,’ vervolgt hij. ‘Pas vanaf 1 januari is het Bouwbesluit daarop aangepast, met een vrijwillige toepassing van de NEN-norm.’

Na nog een aantal concrete voorbeelden komt hij bij het punt dat ‘handelingsverlegenheid’ een grote rol speelt. ‘Incident op incident voltrok zich bij overheden met betrekking tot inclusie op de werkvloer. Leidinggevenden zien het wel, maar niemand doet er iets aan. Dit speelt ook in het bedrijfsleven.’

Public Sector Equality Duty

Groot-Brittannië werkt sinds 2010 en Ierland sinds 2012 met de Public Sector Equality Duty, zegt hij. Bewijs dat het kan. ‘Alle beleid gaat eerst langs die lat.’ Hij weet dat ook Spanje aan de weg timmert met dergelijke wetgeving. Hij ziet dat Duitsland er wat aan doet. Canada is er voortvarend mee aan de slag zo weet hij en Nieuw-Zeeland eveneens. ‘Daar is ambitie.’

In Nederland ziet Baldewsingh dat grotere gemeenten wel anti-discriminatiebeleid hebben. ‘Daar maken ze ook progressie. Hier is dus best practice aanwezig. Daar is van te leren.’

Verder ziet hij een rol voor de VNG: ‘Aan bestuurlijke tafels bij de VNG bestaan commissie voor alles. Discriminatie en racisme zijn ingedeeld bij inburgering. Waarom niet bij veiligheid en bestuur?’ Liefst ziet Baldewsingh een zelfstandige VNG-commissie anti-discriminatie voor het uitwisselen van informatie.

Dat er een verplichting voor anti-discriminatiebeleid bij alle overheden komt, vindt hij belangrijk: op die manier is beleid te toetsen en willekeur te voorkomen.

De staatscommissie onderzoekt nu de voordelen en knelpunten van een verplichting. Baldewsingh veegt knelpunten van tafel. ‘Er zijn geen knelpunten. We moeten gewoon verplichten dat gemeenten het pad van willekeur niet bewandelen. Dat moeten we vervolgens monitoren en handhaven. Nu is alles veel te vrijblijvend. Met anti-discriminatiebeleid kunnen we de samenleving meer verbinden.’

Voor duidelijkheid

Fractievoorzitter in Venray Henk Bisschops meent ook dat een landelijke verplichting voor het voeren van een anti-discriminatiebeleid bij alle overheden een goede zaak is. Hij wijst erop dat in Limburg de PVV groot is. ‘In Limburg is de PVV de grootste geworden. Bij de Europese verkiezingen won die partij hier 23 procent van de stemmen. Het totaal is in bedwang gebleven maar het is ontmoedigend. Het gaat steeds minder om ons, maar meer om: hoe kom ik er het beste uit. Dat is wel problematisch in een democratie.’

Zijn gemeente Venray heeft wel een discriminatiemeldpunt en sinds 2014 een anti-discriminatievoorziening. ‘Maar, een voorziening is vrijblijvend. Het is goed als dat vrijblijvende eraf gaat,’ stelt Bisschops, ‘helemaal nu we verrechtsen. Anti-discriminatiebeleid gaat verder dan een voorziening, is vastomlijnd en geeft duidelijkheid.’

De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme zegt – met een slag om de arm – de onderzoeksresultaten van de staatscommissie aan het einde van het jaar te verwachten.