Bij de verkiezingen voor de Beste Lokale Bestuurder van Binnenlands Bestuur zijn dit jaar maar liefst zeven van de negentien genomineerden van PvdA-huize afkomstig. We spraken met drie van hen.
Thijs Kroese
Wethouder in Purmerend
De omschrijving bij je nominatie luidt: ‘Een jonge wethouder die dingen voor elkaar krijgt. Deze wethouder wordt als zeer daadkrachtig en doelgericht omschreven. Voornamelijk op het gebied van wonen weet de bestuurder resultaten te boeken: de woningbouw in Purmerend maakt enorme sprongen.’ Herken je jezelf in dit beeld?
‘Ja, in Purmerend hebben we inderdaad enorme sprongen op het gebied van woningbouw gemaakt. Daar hebben we heel hard aan gewerkt. En dat was nodig ook: de wachtlijst voor een sociale huurwoning is voor een starter in Purmerend twaalf jaar. Naast veel extra woningen bouwen, hebben we daarom extra scherp gestuurd op het sociale segment. Toen ik begon en een harde norm in wilde stellen, waarschuwden critici, dat het financieel niet haalbaar zou zijn en dat ontwikkelaars weg zouden lopen. Maar in twee jaar tijd hebben we toch dik 4200 woningen gecontracteerd, waarvan uit mijn hoofd 37% sociale huur is. Ik ben blij dat dat gezien wordt.’
Hoe heb je die 37% voor elkaar gekregen?
‘We zijn begonnen met een 30-30-40 norm voor sociaal, middelduur en duur. Daarvan hebben we gezegd dat we die in elk project willen afdwingen. Als het om goede redenen niet lukt in een bepaald project, dan mag een ontwikkelaar dat op een andere locatie compenseren. Als dat ook niet lukt, mag het worden afgekocht voor € 30.000 per sociale woning. Dat geld kunnen wij dan weer inzetten op andere plekken. Die laatste stap, van die afkoop, hebben we nog geen een keer hoeven gebruiken.’
De norm is 30, maar er is 37 gehaald. Gebeurt dat dan vrijwillig?
‘Nee, niet door de ontwikkelaars, maar onze corporaties doen dat wel en we hebben zelf ook nog grond. Dus daarmee komen we dus op die 37% in totaal uit.’
Had je de nominatie eigenlijk verwacht?
‘Nee, helemaal niet. Ik was daar helemaal niet mee bezig.’
Ga je nog campagne voeren voor jezelf?
‘Niet echt. De nominaties zijn per provincie gedaan, dus ik vind het al een enorme eer dat ik namens zo ongeveer de hele provincie Noord-Holland naar voren ben geschoven. Natuurlijk vraag ik mijn contacten op social media wel om op mij te stemmen, maar het is belangrijker om mijn focus op de stad te houden. Er is nog genoeg te doen.’
Wat bijvoorbeeld?
‘We zijn bezig met een schaalsprong. Purmerend was van oudsher de plek waar je woonde als je in Amsterdam werkte en vertier zocht, maar wel een huis, tuin en auto voor de deur wilde hebben staan. Daar komt de laatste tien jaar echt verandering in: we verstedelijken rondom het centrum, zodat mensen hier kunnen blijven. Mensen wonen dan in Purmerend, omdat het hier lekker rustig is én alle voorzieningen die je van een stad verwacht er zijn. Het is dus steeds levendiger geworden. Tegelijkertijd zien we wel dat er een upgrade nodig is. De openbare ruimte is niet ingericht op ontmoetingen en buiten zijn, het is bovenal efficiënt. Die transformatie gaan we nu alsnog inzetten.’
Marinka Mulder
Wethouder in Renkum
Over jou wordt in de nominatietekst geschreven: ‘Deze wethouder is communicatief sterk. Met haar transparante en empathische wijze van communiceren weet zij voor- en tegenstanders aan plannen te binden. Invullers roemen haar om haar vermogen om tot oplossingen te komen rondom ingewikkelde financiële opgaven.’ Herken je je hier in?
‘Dit zijn wel echt hele grote en mooie woorden. Ik weet wel van mezelf, dat ik altijd mijn best doe om mensen mee te nemen in de vraag “waar gaan we nu naartoe” en dat ik probeer goed te luisteren naar andere inzichten. Het is voor mij dus een compliment en het past denk ik wel bij mij.’
Heb je een voorbeeld van hoe je tegenstanders weet te binden?
‘Omwonenden hebben vaak vragen als er bijvoorbeeld ergens een nieuwe speelplaats komt. Zorgt dat niet voor overlast? En welke afspraken maken we daarover? Dan vind ik het leuk om al die mensen bij elkaar te zetten en te vragen hoe we er mee om zouden moeten gaan. Iedereen vindt het belangrijk dat kinderen kunnen spelen, maar het moet wel zo worden geregeld dat iedereen daar plezier aan heeft.
Het gaat dus niet alleen over de grote vraagstukken, zoals jeugdzorg en onderwijs, maar ook over wat er in de voor- en achtertuin gebeurt. Ik maak er een sport van om dat gewoon goed te doen en dat wordt blijkbaar gewaardeerd.’
Ze spreken ook over je vermogen om tot oplossingen te komen rondom ingewikkelde financiële opgaven. Waar gaat dat over?
‘Gemeenten in Nederland hebben het financieel zwaar. We krijgen structureel te weinig middelen vanuit Den Haag om onze taken fatsoenlijk uit te voeren. Dan kun je twee dingen doen: bezuinigen of de inkomsten met belastingen verhogen. Iedere gemeente heeft allebei wel moeten doen, ook wij helaas.
Maar de rek is er al even uit. Daarom heb ik in 2020 uitgesproken dat het moet stoppen. We kunnen anders geen betrouwbare overheid blijven voor inwoners. De leefbaarheid van onze zes dorpen moet overeind blijven. Ik ben toen een actie begonnen: “Stop lokale bezuinigingen”. Veel gemeenten waren het daarmee eens en we kregen landelijke aandacht.’
Maar voorlopig blijft een echte oplossing uit, toch?
‘Ja tot nu toe wel. Het blijft natuurlijk wel complex: echte oplossingen vind je niet makkelijk. Maar we hebben wel met elkaar gezegd: “Hier houdt het op, dan teren we maar een beetje in op onze beperkte spaargelden.” Het feit dat we lokale wethouders van VVD tot GroenLinks en PvdA achter hetzelfde doel wisten te binden, laat zien dat het menens is: we zijn echt opgestaan voor onze inwoners.’
En, ga je de verkiezing winnen denk je?
‘Het is de tweede keer dat ik genomineerd ben. Je mag jezelf meteen al beste bestuurder van een provincie noemen, in mijn geval Gelderland. Dus in eerste instantie dacht ik: mooi, ik weet hoe het werkt, dus nu kan ik genieten. Maar ik merk wel dat ik toch weer een beetje fanatiek word, haha.’
Cees Bijl
Gedeputeerde in Drenthe
Je wordt door de mensen, die je nomineerden omschreven als: ‘Deskundig, daadkrachtig en analytisch. Met deze eigenschappen en zijn jarenlange bestuurlijke ervaring weet hij doelen te stellen én te behalen. Als voorbeeld wordt zijn aanpak rondom de provinciale weg N34 Emmen–Groningen genoemd.’ Vertel, wat was die aanpak?
‘De N34 is een langjarig traject, waar niet iedereen even enthousiast over is. Veel mensen vinden gedeeltelijke verdubbeling van de N34 onzinnig, anderen vinden dat het juist helemaal moet gebeuren. Je kan het haast niet goed doen. Er ligt nu een studie met wel zestien varianten, die variëren tussen niets doen en verdubbelen. Door alle opties te onderzoeken willen we voorkomen dat mensen zich niet gehoord voelen. Een eindbesluit ligt nog jaren van ons af, maar door iedereen nu al te betrekken, krijg je het meeste draagvlak. Dat bedenk ik allemaal niet zelf, maar dat is wel wat ik probeer te doen.’
Ook in andere trajecten?
‘Ja. Eind november hebben we een klap kunnen geven op een besluit van het kabinet om de treinverbinding tussen Duitsland en Drenthe weer op de rails te zetten. Ook daar zit jaren werk in. Je kunt wel iets bedenken, maar het moet ook te financieren zijn. Daar heb ik naast dat draagvlak ook altijd veel aandacht voor.’
Is jouw aanpak significant anders dan van andere bestuurders?
‘Dat weet ik niet, maar ik heb een financiële achtergrond. Daarom werk ik vrij gestructureerd: als ik iets wil, probeer ik helder te maken hoe ik het wil, hoe ik het wil bereiken en hoe het betaald zou kunnen worden. Ik stel eigenlijk altijd drie vragen: willen we het, kunnen we het en durven we het? Want je kunt je geld maar één keer uitgeven. En “durven” heeft natuurlijk ook te maken met draagvlak.’
Was je verbaasd dat je genomineerd bent?
‘Het is het laatste waar ik me mee bezig houdt. Mijn bestuursadviseur zei vorige week: “Ik moet je nog feliciteren, je bent genomineerd.” Ik wist niet zo goed, wat ik daar mee aan moest. Maar toen ik hoorde, dat ik door collega’s uit de provincie was voorgedragen, deed me dat wel wat. En natuurlijk is het leuk als je collega-gedeputeerde van de VVD je een compliment geeft in de krant.’
Heb je nog grote plannen voor de resterende periode?
‘Drenthe is fietsprovincie nummer één van Nederland, maar we zijn nog geen fietsersprovincie. Toeristen weten ons te vinden, maar de Drenten zelf pakken vaak liever de auto. Om daar verandering in te brengen moeten we dus betere fietsverbindingen aanleggen tussen de grote kernen, waar de voorzieningen zijn. Rond Emmen, Assen, Hoogeveen en Meppel wil ik mensen verleiden om op de fiets naar het werk te gaan. De opmars van de elektrische fiets speelt daar een positieve rol bij. Een Deltaplan voor het fietsen dus, dat wordt mijn inzet de komende tijd en dan ook nog een betere spoorverbinding met de rest van het land. Ik zit de komende jaren in ieder geval niet stil.’
Naast Thijs, Marinka en Cees zijn ook Anita Pijpelink, Roy Bouten, Lambert Verheijen en Bé Schollema genomineerd.
Bijschrift afbeelding: Thijs Kroese in discussie met Mohammed Mohandis tijdens een CLB-bijeenkomst
Afbeelding: Henri Blommers