Column
Met de ik komen we hier nooit uit

Heb je dat ook weleens? Dat je denkt dat het spoor volledig bijster bent? Dat heb ik tegenwoordig met regelmaat. Dan doel ik niet op de coronamaatregelen, die ken ik ook niet uit mijn hoofd en veranderen om de week, maar dat is altijd wel ergens te vinden.

Nee, ik doel op het waarom. Hoe het kan dat we staan waar we nu staan? In een samenleving, waar voor de een de belangrijkste vraag is: hoe omzeil ik het strenge beleid in Oostenrijk en kan ik in januari toch skiën met alleen maar een Janssenvaccinatie? Terwijl anderen zich afvragen hoe ze het met de kerst warm houden en of ze de energierekening nog wel kunnen betalen. Hoe kan het dat we aan de ene kant een VVD zien, die in verkiezingstijd en vlak daarna praat over het idee dat een sterkere overheid toch wel voordelen heeft? Maar aan de andere kant wel het individu boven het algemeen belang blijft stellen?

Ook in de coronamaatregelen. Zwalkend beleid, omdat de kool en de geit gespaard moeten worden en de ik vooral niet aan banden mocht worden gelegd. Zwalkend beleid dat voor veel ellende heeft gezorgd. Neem Dansen met Janssen: het ging niet om het collectieve belang van vaccineren, maar over de ik, die toch weer moest kunnen dansen tot diep in de nacht. Alles draait om die ik. En dan wel de ik van de mensen die het toch al goed hebben. Het idee van alles moet kunnen en succes is enkel en alleen mijn eigen verdienste. De ik die drie keer per jaar op vakantie gaan als een verworven mensenrecht ziet.

Het is die ik die ons nu parten speelt. Niet alleen bij corona, maar in alle facetten. Met de wooncrisis: een jubelton voor de kinderen van rijken en onbetaalbare woningen voor de rest. Of bij de subsidies voor de verduurzaming van het eigen huis, terwijl huurders in tochtige huizen het uit mogen zoeken. We beoordelen alles op de vraag of het goed is voor mij en of het mij belemmert om te doen waar ik zin in heb, niet op de vraag of iets goed is voor ons allen. De ik centraal als belangrijkste erfenis van het neoliberalisme.

Ook als het gaat om de vraag hoe nu verder. Er komt een nieuwe lockdown om het virus onder controle te krijgen. Wel, nadat we zelf het virus alle ruimte hebben gegeven om zich weer te verspreiden. We zouden terug naar het oude normaal kunnen, maar nu blijkt – redelijk voorspelbaar – dat dat niet het geval is: te veel mensen zijn nog niet gevaccineerd en de ziekenhuizen raken overvol.

En toch staat de vrijheid om je wel of niet te laten vaccineren niet ter discussie. Tegelijkertijd vinden we dat de maatregelen niet mogen leiden tot een tweedeling in de maatschappij tussen gevaccineerden en ongevaccineerden. En dat klopt, tweedeling is nooit goed. Maar daarmee zitten we nu wel in een klassieke catch-22: omdat je de keuzevrijheid van wel of niet vaccineren niet wil beperken, beperk je de vrijheid voor iedereen met nieuwe maatregelen. De vraag is hoe lang we de meest essentiële vragen uit de weg kunnen blijven gaan. Hoeveel kunnen we van het individu vragen om te doen wat goed is voor het collectief? En in hoeverre zijn we in staat om na decennia van doorgaande individualisering de ik voor even opzij te zetten voor het wij?


Afbeelding: Robin Utrecht | ANP