We hadden het zo gehoopt, een betere uitslag dan in 2017. En de tekenen waren er ook, de peilingen lieten een licht herstel zien. De weinige contacten op straat waren bemoedigend. Veel mensen gaven spontaan aan te zullen stemmen op ons, op Lilianne. Alleen zijn ze dat blijkbaar in de laatste dagen voor de verkiezingen vergeten.
Het is niet anders. De analyses zullen ons nog wel om de oren vliegen (en wij doen daar ook aan mee) met alle mogelijke verklaringen van dien. Gelukkig zien we in die cijfers ook lichtpunten, maar feit is dat Nederland weer een ruk naar rechts heeft gemaakt met deze verkiezingen. Er is een grote rechtse meerderheid (even los van de vraag of de rechtse partijen met elkaar willen samenwerken).
Feit is ook dat de coronacrisis haar eigen rol in deze verkiezingen heeft gehad. Het verzet tegen de coronamaatregelen heeft misschien wel voor meer sympathie stemmen voor Rutte gezorgd dan we hadden kunnen vermoeden. Want het is toch vreemd dat hij wel wint en de partij van vriend Hugo wordt afgestraft. Natuurlijk had het CDA veel gedoe intern: de wisseling van Hugo naar Wopke, het gedoe met de schaatsen en het gebrek aan kennis over het eigen programma. Allemaal waar, maar niet dé verklaring voor het geluk van Rutte.
De ruk naar rechts baart op veel meer terreinen zorgen. Met name voor de decentrale politiek is dit zorgwekkend. Een groot deel van de gevolgen van de coronacrisis zijn vooral voelbaar in de lokale samenleving. Mensen die hun baan kwijt zijn geraakt, het sociale en culturele leven dat stil is komen te liggen, de eenzaamheid, en de onderwijsachterstanden die maar toenemen. Dat gecombineerd met de financiële tekorten levert een giftige cocktail op.
Deze week werd bekend dat het niet Hugo de Jonge is die weigert gemeenten tegemoet te komen op de jeugdzorgtekorten, maar minister van financiën Hoekstra. De vakminister van jeugdzorg heeft het pleidooi om zich aan de afspraken te houden en te doen wat fatsoenlijk is verloren. Gemeenten krijgen niet meer geld, wachtlijsten zullen groeien en de kinderen zijn uiteindelijk kind van de rekening.
Zo was de veenbrand achter de schermen blijkbaar nog niet geblust en moest Wopke nog even een piketpaaltje richting Hugo plaatsen. En dat lijkt nu ook te gebeuren met Pieter Omzigt. Ook hij moet zich even gedeisd houden. In ieder geval tot de voorkeurstemmen zijn geteld blijft hij thuis.
In deze rechtse wereld heeft D66 een sleutelrol. Ook in de formatie. Groener, eerlijker en duurzamer. Hoe zich dat vertaald naar de lokale overheid wordt voor ons de grote vraag. De huidige minister van Binnenlandse Zaken was een D66’er en heeft niet zoveel gedaan voor de decentrale overheid. De VVD heeft daar ook niet zoveel mee. En dat stelt ons niet gerust voor de komende vier jaar.
Maar hoe nu verder met deze uitslag? Op Twitter, Facebook en andere social media weet iedereen het wel. Ook in veel appgroepen lijkt de oplossing te zijn gevonden. Fusie op links en ruimte voor rechts. Alleen is dit veel te kort door de bocht. Laten we de winnaars van deze verkiezingen feliciteren, zij gaan formeren. Wij gaan ons voorbereiden op de verkiezingen in 2022. Daar hebben we voorlopig onze handen aan vol.
Bijschrift afbeelding: Lilianne Ploumen op bezoek bij een woning in Utrecht waar een heuse campagneoorlog woedde.
Afbeelding: Robin Utrecht | ANP