In een van de armste en ongezondste regio’s van Nederland wordt de ziekenhuiszorg uitgekleed. De intensive care, de volwaardige spoedeisende hulp en bevallingszorg van het Zuyderland Ziekenhuis verhuizen van Heerlen naar Geleen. Op de kaart een verhuizing van ongeveer 20 kilometer. Maar ook een verhuizing die voor veel inwoners in de Mijnstreek inmiddels symbool staat voor het gevoel er niet toe te doen.
Onder druk van de Kamer regelde de minister van Volksgezondheid op het nippertje nog wel dat bij de verbouwing van het ziekenhuis in Heerlen de mogelijkheid moet blijven bestaan om op termijn alsnog ruimte te maken voor de afdelingen die daar nu verdwijnen. Voor het geval dat het personeelstekort – als gevolg van haar beleid – in de komende 30 jaar alsnog wordt opgelost.
In een interview op L1 vertelde ze trots over haar ‘overwinning’ en pleitte ze voor meer positiviteit rondom het Zuyderland Ziekenhuis. Want, zo redeneert de minister, ‘als er een positieve sfeer hangt rond dit ziekenhuis dan denken mensen vanuit de rest van het land misschien wél ik ga daar werken en met mijn gezin wonen in de mooie Mijnstreek.’
Op zich verfrissend natuurlijk, dat een minister van de PVV pleit voor positiviteit. Het zou goed zijn als meer bewindslieden in dit kabinet eens met wat meer positiviteit zouden kijken naar de maatschappelijke opgaven van deze tijd, en naar elkaar. Maar de minister slaat de plank hier volledig mis.
Bezorgde inwoners van de Mijnstreek die terecht aandacht vragen voor het afbreken van de ziekenhuiszorg in de regio, staan het oplossen van een personeelsprobleem niet in de weg. Kritische volksvertegenwoordigers, gedeputeerden, wethouders en burgemeesters die krachtig opkomen voor de belangen van Limburg en die het kabinet wijzen op de effecten van de maatregelen die zij treffen, maken Limburg niet onaantrekkelijk voor inwoners van buiten de provincie.
Wat wel een probleem is?
Een kabinet dat van Limburg een uithoek van Nederland maakt, in plaats van het hart van Europa.
Limburg grenst voor 76 procent aan het buitenland. Grote steden als Düsseldorf, Keulen, Aachen en Luik liggen op minder dan een uurtje rijden. Je bent sneller in Antwerpen en Brussel dan in Amsterdam en Den Haag. Inwoners van de Euregio (zoals wij dat noemen) steken soms dagelijks de grens over voor school, werk, de boodschappen, familiebezoek en ook voor de zorg. We verstaan elkaars taal en vieren samen Vastelaovend, carnaval.
En toch vormt de grens ook nog steeds een belemmering. Sociale wetgeving verschilt van land tot land. Je moet als grenswerker veel regelen. Diploma’s moeten erkend worden en daarbij kunnen diploma-eisen verschillen.
En dit kabinet voegt daar vanaf volgende week nog wat extra belemmeringen aan toe.
Vanaf 9 december keren de grenscontroles terug. Niet effectief in een provincie met 351 kilometer aan buitenlandse grenzen. Geef ons liever meer politiecapaciteit om ondermijnende grensoverschrijdende drugscriminaliteit serieus aan te pakken.
En Limburgse bedrijven, onderwijsinstellingen en jongeren uit de Euregio dreigen keihard getroffen te worden door het beperken van studiemigratie. Een groot deel van de internationale studenten aan de Limburgse scholen komen namelijk gewoon uit de Euregio.
De maatregelen om studiemigratie te beperken, beperken deze jongeren in hun ontwikkelkansen. De Euregionale arbeidsmarkt zal een deel van deze jongeren gaan missen, terwijl zij juist onze toekomst zijn. Het heeft grote gevolgen voor de kwaliteit en het aanbod van onderwijs in onze provincie. En het raakt onze huidige en toekomstige economie.
Een daarmee kom ik weer terug bij de ‘overwinning’ van de minister van Volksgezondheid. Haar succes in het oplossen van het personeelsprobleem in de zorg wordt niet bedreigd door negatieve inwoners en lokale bestuurders. Maar wel door het beleid van het Kabinet waar ze zelf deel van uitmaakt. En zolang daarin geen verandering komt, zullen lokale Limburgse bestuurders strijden voor de belangen van onze inwoners. Dat is niet negatief, dat is gewoon ons werk.
Aleida Berghorst is fractievoorzitter van de PvdA in het Limburgs Parlement en schrijft regelmatig een column voor Lokaal Bestuur